Actueel
Plan voor tijdelijke benoeming rechter-plaatsvervangers Bron: Raad voor de rechtspraak 's-Gravenhage Datum actualiteit: 19-12-2003
Rechter-plaatsvervangers afkomstig uit alle juridische beroepsgroepen zouden voortaan tijdelijk moeten worden benoemd. Dit voorkomt een te grote `verwevenheid' van personen die een hoofdfunctie buiten de rechterlijke macht bekleden. De Raad voor de rechtspraak heeft na intensief overleg met de presidenten van rechtbanken en gerechtshoven dit voorstel in een de brief aan de minister verwoord.
In de maatschappelijke discussie over de onpartijdigheid van de rechter en het vertrouwen in de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van de rechtspraak keert met een zekere regelmaat de positie van de rechter-plaatsvervanger terug. Vooral de combinatie van het plaatsvervangerschap met een hoofdfunctie als advocaat, politicus of bestuurder, officier van justitie of ambtenaar roept vragen op over de schijn van institutionele vermenging en individuele belangenverstrengeling. Hoewel er geen enkele aanwijzing is dat zulke combinaties in de dagelijkse praktijk van de rechtspraak tot problemen hebben geleid, zijn de vragen die gesteld worden over die vermenging niet goed voor het vertrouwen in de rechtspraak. Aan het bevorderen van dat vertrouwen willen de Raad en de gerechten serieus iets doen.
De inbreng van de plaatsvervangers in de rechtspraak heeft ook belangrijke voordelen. Voor de overstap vanuit andere juridische functies naar de rechterlijke macht is de mogelijkheid tijdelijk aan de rechtspraak deel te nemen heel belangrijk. Potentiële rechters kunnen zo in de praktijk kennismaken met het rechterlijke werk. Voor de rechtspraak is ook van belang dat de inbreng van plaatsvervangers blikverruimend werkt. Door hun aanwezigheid wordt de externe oriëntatie van de rechtspraak gestimuleerd. Zo staat de rechtspraak meer midden in de samenleving. Plaatsvervangers worden ook ingezet vanwege hun specifieke deskundigheid op sterk gespecialiseerde onderdelen van het recht.
Tijdelijkheid van de benoeming voorkomt dat de "buiten-leden" van een gerecht als het ware vergroeid raken met de rechterlijke macht. Ook krijgt op die manier een veel grotere groep van personen de gelegenheid gedurende enige tijd deel te nemen aan de rechtspraak. Er komen dan regelmatig nieuwe mensen binnen met een frisse blik. Plaatsvervangers die geen hoofdfunctie buiten de rechterlijke macht hebben, kunnen worden herbenoemd. Voor plaatsvervangers die wel een hoofdfunctie buiten de rechterlijke macht hebben, is dat in beginsel niet zo. De eerste verantwoordelijkheid voor een wijziging als door de Raad en de gerechten wordt voorgesteld ligt bij de minister van Justitie. Alleen als hij aan het parlement hiertoe een (wets)voorstel doet, kan de nieuwe regeling worden ingevoerd.