Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1A Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 43 21
2513 AA 's-GRAVENHAGE
Uw brief Ons kenmerk
W&I/IBA/2003/97178
Onderwerp Datum
Premievrijstelling bij het in dienst nemen en 18 december 2003
in dienst houden van oudere werknemers
Op 16 december 2004 heeft de Eerste Kamer de wet Premievrijstelling bij in dienst nemen
en in dienst houden van oudere werknemers aangenomen. Over de uitvoeringsmodaliteiten
van deze wet heb ik overleg gevoerd met UWV. In deze brief informeer ik u over deze
modaliteiten en geef ik aan op welke wijze de uitvoering zal plaatsvinden.
Premievrijstelling voor werknemers van 50 jaar en ouder die in dienst worden genomen
Zoals ik heb aangegeven bij de behandeling van het wetsvoorstel in uw Kamer, zou ik
nagaan wat de mogelijkheden zijn van UWV wat betreft de inwerkingtreding van dit
onderdeel van de regeling. UWV heeft aangegeven dat aanpassingen van de systemen in het
vierde kwartaal van 2004 zijn gerealiseerd. Dit betekent dat in het vierde kwartaal 2004
uitvoering kan worden gegeven aan deze regeling, met terugwerkende kracht tot en met 1
januari 2004. Derhalve heb ik besloten dit onderdeel van de wet per 1 januari 2004 in
werking te laten treden.
Premievrijstelling voor werknemers van 55 jaar en ouder die in dienst zijn
De vrijstelling voor werknemers die bij het begin van 2004 55 jaar of ouder zijn, zal in het
eerste kwartaal 2004, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2004, worden
uitgevoerd.
Ten aanzien van werknemers die in 2004 55 jaar worden, is dit complexer. Ik heb samen
met UWV de volgende uitvoeringsvarianten bezien:
1. Premievrijstelling voor de werknemer die bij het begin van het kalenderjaar 54 jaar is;
2. Premievrijstelling voor de werknemer die bij het begin van het kalenderjaar 54,5 jaar is;
3. Premievrijstelling voor de werknemer met ingang van de maand waarin de leeftijd van
55 jaar wordt bereikt
Deze varianten zijn vervolgens beoordeeld op het effect op de administratieve lasten voor
werkgevers, de uitvoeringskosten en de budgettaire gevolgen. De uitkomsten van deze
weging zijn in onderstaande tabel weergegeven.
---
Varianten en hun effecten op administratieve lasten, uitvoeringskosten en de budgettaire gevolgen
Variant Administratieve Uitvoeringskosten EMU-saldo
lasten
1 Premievrijstelling voor de werknemer die bij beperkt beperkt hoog
het begin van het kalenderjaar 54 jaar is
2 Premievrijstelling voor de werknemer die bij beperkt beperkt neutraal
het begin van het kalenderjaar 54,5 jaar is
3 Premievrijstelling voor de werknemer met hoog hoog neutraal
ingang van de maand waarin de leeftijd van
55 jaar wordt bereikt
De totale premievrijstelling in variant 1 zal 45 mln hoger zijn dan bij de premieverhoging
met 0,3%-punt was voorzien. Dit heeft een negatief effect op het EMU-saldo.
Variant 3 is weliswaar neutraal wat betreft EMU-saldo, maar niet voor de administratieve
lasten van werkgevers en de gevolgen voor de uitvoering. De administratieve lasten zullen
als gevolg van deze variant sterk toenemen. UWV heeft aangegeven dat de noodzakelijke
aanpassing van hun systemen meer dan 10 miljoen zal bedragen. Bedacht dient te worden
dat deze kosten gemaakt worden voor een korte periode in verband met de overdracht van
de premie-inning aan de Belastingdienst per januari 2006. Bovendien geeft UWV aan dat er
een groot risico is dat deze operatie zoveel beslag legt op automatiseringscapaciteit, dat
daarmee invoering van de overdracht van premie-inning aan de Belastingdienst per januari
2006 in gevaar kan komen.
UWV heeft tevens laten weten dat als voor deze variant gekozen zou worden, aan deze
variant pas uitvoering kan worden gegeven in het vierde kwartaal van 2004, met
terugwerkende kracht tot 1 januari 2004.
De wijze van uitvoering volgens variant 2 doet recht aan het amendement van de heer
Aptroot en heeft tevens aanvaardbare consequenties. Ten opzichte van variant 3 is er een
voordeel voor werkgevers die werknemers in dienst hebben die in de eerste helft van 2004
55 jaar worden en een nadeel voor werkgevers die werknemers in dienst hebben die deze
leeftijd de tweede helft van 2004 bereiken. Deze variant is daarmee budgetneutraal en heeft
geen nadelige gevolgen voor de uitvoering(skosten) en de administratieve lasten van
werkgevers. Deze variant kan ook relatief snel worden ingevoerd, te weten in het eerste
kwartaal 2004.
Indertijd is bij de invoering van de kortingsregeling voor 57,5-jarigen een zelfde
systematiek gehanteerd: premiekorting geldt voor de werknemer die bij het begin van het
kalenderjaar de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt.
Mijn voorkeur gaat dan ook uit naar deze variant. Hiervoor is echter wel een aanpassing van
de WAO noodzakelijk. Geregeld moet worden dat de bepaling "werknemers van 55 jaar en
ouder" gewijzigd wordt in "werknemers die op 31 december van het voorafgaande
kalenderjaar 54,5 jaar en ouder zijn". Om dit te bewerkstelligen zal ik op korte termijn een
voorstel bij u indienen.
---
UWV zal overeenkomstig variant 2 uitvoering geven aan deze regeling. Wellicht ten
overvloede wijs ik er op dat er met ingang van 1 januari 2004 geen sprake is van een contra
legem situatie. Wel is het zaak dat het wijzigingsvoorstel per 1 juli 2004 wordt gerealiseerd.
Hoogachtend,
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid