Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Ministerie van Buitenlandse Zaken

DVB/CV

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 18 december 2003

Behandeld


- Hester Jonkman


Kenmerk


- BZ/DVB/CV/363/03

Telefoon


- 070-3486213


Blad


- 1/5
Fax


- 070-3485684


Bijlage(n)


- - hester.jonkman@minbuza.nl


Betreft


- Nederlandse deelname aan de VN-politiemissie op Cyprus (UNCIVPOL)


---

Conform de afspraken in de politienotitie (brief aan de Tweede Kamer 27476, nr. 1, d.d. 27 oktober 2000), informeren wij u hierbij over de Nederlandse deelname aan de VN-politiemissie op Cyprus (UNCIVPOL).


- Samenvatting

De Police Division van het Department of Peacekeeping Operations van de VN heeft aan Nederland verzocht kandidaten te leveren voor de VN politie-missie in Cyprus (UNCIVPOL) binnen de "United Nations Peacekeeping Force in Cyprus" (UNFICYP). UNFICYP heeft als doel de opleving van gevechten tussen de Grieks-Cypriotische en Turks-Cypriotische bevolking te voorkomen en de wapenstilstand te handhaven. UNFICYP werd in 1964 door de Veiligheidsraad van de VN in het leven geroepen. Nederland heeft besloten het verzoek van de VN in te willigen.

Besluit over Nederlandse deelname-

In juni 2003 werd bij de halfjaarlijkse mandaatsverlenging van UNFICYP besloten de component "civiele politie" uit te breiden met maximaal 34 functionarissen, welk aantal inmiddels is gereduceerd tot 20 functionarissen. Het totale aantal politiefunctionarissen binnen UNCIVPOL zal dan 55 zijn. De Police Division van het Departement of Peacekeeping Operations van de VN verzocht Nederland hieraan een bijdrage te leveren. Besloten is in te stemmen met de uitzending van vier civiele politiefunctionarissen.

Op 1 mei 2004 zal Cyprus toetreden tot de Europese Unie. Een positieve en actieve Nederlandse reactie geeft uitdrukking aan de Nederlandse belangstelling voor Cyprus en steun aan de zoektocht naar een politieke oplossing voor de feitelijke deling van het eiland.

Achtergrond van het conflict-

In 1960 werd Cyprus onafhankelijk. Aartsbisschop Makarios werd tot eerste President gekozen en het VK, Griekenland en Turkije traden op als "Guarantor Powers". Het beoogde constitutionele evenwicht tussen de bevolkingsgroepen bleek in de praktijk niet werkbaar. In 1963 braken ernstige gevechten uit tussen de beide bevolkingsgroepen waarna in 1964 UNFICYP op Cyprus werd gestationeerd; UNFICYP is daar sedertdien gebleven. Na 1963 gingen beide bevolkingsgroepen hun eigen weg, ook politiek. De Turks-Cypriotische bevolking was voorstander van een confederatie; de Grieks-Cypriotische van een eenheidsstaat.

Nadat de militaire organisatie EOKA (de "Nationale Organisatie van Cypriotische Strijders") in 1955 een guerrillaoorlog had gevoerd om "enosis", eenheid met Griekenland, te forceren, bracht generaal Grivas in 1971 deze militaire organisatie opnieuw tot leven. Hij werd daarbij gesteund door het kolonelsbewind in Athene dat in 1967 aan de macht was gekomen. Om de eenheid te forceren werd in de zomer van 1974 met steun van het Griekse kolonelsbewind een staatsgreep gepleegd tegen President Makarios. Daarop viel Turkije het noorden van Cyprus binnen, hetgeen resulteerde in een de facto verdeling van het eiland. Vervolgens vond een omvangrijke emigratie van Turks-Cyprioten naar het noordelijk deel en Grieks-Cyprioten naar het zuidelijk deel plaats. In 1983 riep het Turkse deel eenzijdig de onafhankelijkheid uit: deze "Turkse Republiek Noord-Cyprus (TRNC)" wordt alleen door Turkije erkend.

Sinds 1974 zijn tal van internationale bemiddelingspogingen door de VN ondernomen. Het laatste onderhandelingsproces ligt stil sinds de mislukking van de VN-top met alle betrokken partijen ­ zowel Grieks-Cyprioten en Turks-Cyprioten als de drie garantiemachten (Turkije, Griekenland en het VK) ­ in Den Haag van 10 maart 2003.

Mandaat van UNFICYP-

UNFICYP werd in 1964 door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in het leven geroepen om de opleving van gevechten tussen de Grieks-Cypriotische en Turks-Cypriotische bevolking te voorkomen. Volgens het oorspronkelijke mandaat van deze operatie, vastgelegd in VR-resolutie 186 (1964), dient UNFICYP een opleving van de gevechten te voorkomen en bij te dragen aan de handhaving en het herstel van de openbare orde. Sinds 1974 is het mandaat aangepast en heeft UNFICYP eveneens als taak de toen tot stand gekomen de facto wapenstilstand te handhaven en de bufferzone tussen beide delen van het eiland in stand te houden. Voorts voert UNFICYP ook humanitaire activiteiten uit.

Sinds 1964 is het mandaat van UNFICYP elk half jaar verlengd door de Veiligheidsraad na rapportage door de Secretaris-Generaal van de VN (SGVN). Juni jl. nam de Veiligheidsraad de aanbeveling van de SGVN over om de component "civiele politie" uit te breiden. Dit was nodig omdat de Turks-Cyprioten sinds 23 april 2003 een aantal grensovergangen hebben opengesteld, waardoor het aantal grenspassages per dag is opgelopen tot 13.000. Bovendien is als gevolg van het toegenomen verkeer ook het aantal incidenten rond de bufferzone toegenomen dat de aandacht van UNFICYP behoeft. Op 24 november 2003 werd het mandaat verlengd tot 15 juni 2004. De Veiligheidsraad volgde daarmee het advies van de SGVN op, die stelde dat ondanks het feit dat de situatie langs de bufferzone rustig was, UNFICYP's aanwezigheid aldaar noodzakelijk bleef voor de instandhouding van de wapenstilstand tussen beide partijen.

Taken en opzet van UNCIVPOL-

UNCIVPOL, de civiele component van UNFICYP, werkt nauw samen met de politie aan weerszijden van de bufferzone bij zaken die beide kanten aangaan. Samen met het militaire deel van UNFICYP draagt de civiele politie bovendien zorg voor de ordehandhaving in de bufferzone en levert men een bijdrage aan de humanitaire activiteiten.

De bufferzone is 180 kilometer lang en omvat ongeveer drie procent van het eilandoppervlak. In en nabij de bufferzone bevinden zich 152 observatieposten van de VN. UNCIVPOL dient als eerste contactpunt tussen burgers en UNFICYP in de bufferzone. UNCIVPOL opereert vanuit zeven politiebureaus die in en rond de bufferzone gestationeerd zijn en werkt nauw samen met de lokale politie.

Operationele aspecten en deelnemende landen-

De SGVN adviseert aan de Veiligheidsraad over de situatie in Cyprus. Hij wordt hierin bijgestaan door een speciale adviseur, de Peruaan Alvaro de Soto. De Chief of Mission en de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal is de Pool Zbigniew Wlosowicz. Hij heeft zowel de verantwoordelijkheid voor de vredesmissie als voor de zogenaamde Good Offices Mission, die naar een politieke oplossing zoekt voor het conflict.

De missie wordt geleid door de Zuid-Koreaanse Force Commander Lt.-generaal Jin Ha Hwang. Het hoofdkwartier van de missie bevindt zich in Nicosia.

Alle leden van de missie blijven onder "full command" van de respectievelijke nationale autoriteiten. Dit betekent dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verantwoordelijk blijft voor de inzet van de Nederlandse politiefunctionarissen.

Aan de operatie nemen 1241 militairen en 55 politiefunctionarissen deel. Troepenleverende landen zijn onder meer Argentinië, Canada, Hongarije en het Verenigd Koninkrijk. Politie wordt geleverd door Australië (15) en Ierland (20).

Veiligheidssituatie-

Uit de MIVD-veiligheidsanalyse blijkt dat de rivaliserende partijen er geen belang bij hebben de VN-troepen actief bij het conflict te betrekken en dat het staakt-het-vuren alsmede de militaire status quo worden gerespecteerd. Wel moet rekening worden gehouden met mogelijke provocaties en beperkingen van de bewegingsvrijheid. Tenslotte is het van belang alert te blijven op de mijnendreiging in het gebied, vooral in en rond de bufferzone. Zowel de Turks-Cypriotische als de Grieks-Cypriotische zijde hebben onlangs aangegeven over te willen gaan tot ontmijning van de bufferzone. De inschatting is dat de risico's die de VN-vredestroepen in de bufferzone lopen laag zijn en zullen blijven.

Karakter en omvang van de Nederlandse bijdrage-

Naar aanleiding van het officiële verzoek van de Police Division van het Department of Peacekeeping Operations van de VN om kandidaten te leveren voor politiefuncties binnen UNFICYP, levert het ministerie van BZK vier kandidaten voor de functie van liaison police officer. Aan deze functie zijn geen executieve taken verbonden.

Duur van de uitzending-

Zoals gebruikelijk zullen de Nederlandse functionarissen voor een periode van 6 maanden ter beschikking worden gesteld, waarna de aanstelling met nog eens 6 maanden verlengd zou kunnen worden. Twee Nederlandse functionarissen zijn op 7 november 2003 vertrokken naar Cyprus en twee functionarissen op 1 december 2003.

Financiële aspecten-

De kosten voor deelname van 12 maanden aan UNCIVPOL worden geschat op ongeveer ¤ 65.000. Dit bedrag is exclusief de salariskosten die voorzien zijn op de begroting van het Ministerie van BZK. In de politienotitie van oktober 2000 (brief aan de Tweede Kamer 27476, nr. 1, d.d. 27 oktober 2000) zijn voorzieningen getroffen voor de financiering van Nederlandse deelname aan internationale civiele politieoperaties. Deelname aan UNCIVPOL leidt niet tot overschrijding van deze voorziening.

DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Dr. B.R. Bot

DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES J.W. Remkes

DE MINISTER VAN DEFENSIE H.G.J. Kamp


---