Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018 2500 EA Den Haag uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk Viss. 2003/7367 datum 17-12-2003

onderwerp

Brief LNV inzake privatisering OVB

TRC 2003/10004 en 2003/10005

bijlagen

Geachte Voorzitter,

In 1997 heeft de toenmalige minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij het besluit genomen om de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij (OVB) de status van zelfstandig bestuursorgaan te ontnemen (TK 1997-1998, 25268-nr 7). Dit heeft geleid tot een proces van herbezinning op de positie en taken van de OVB, waarbij ook de organisaties van sport- en beroepsvisserij betrokken waren. Uiteindelijk heeft dit proces geleid tot een besluit van de toenmalige staatssecretaris van LNV om de OVB om te vormen tot een private organisatie (Viss. 2002/1626, d.d. 22-2-2002). Voor het door de staatssecretaris gepresenteerde model bleek bij de betrokken organisaties geen draagvlak, maar in het verlengde hiervan zijn onlangs door de OVB en de Nederlandse Vereniging Van Sportvissersfederaties (NVVS) concrete stappen gezet in een proces dat er toe moet leiden dat de OVB na het vervallen van haar ZBO-status en haar publieke taken een nieuwe rechtsvorm krijgt en zal fuseren met de NVVS tot het Nationaal Centrum voor Visstand en Sportvisserij (NCVS). De Stuurgroep Binnenvisserij, waarin bestuurders van de belangrijke organisaties op het gebied van de binnenvisserij zitting hebben, speelt een belangrijke rol in de voorbereiding van deze operatie. De omvorming van de OVB tot een private organisatie is een ontwikkeling die past in het regeringsbeleid dat gericht is op het geven van meer verantwoordelijkheid aan betrokken partijen in de samenleving en op het verminderen van de regeldruk. Aan de deregulering wordt vorm gegeven door het afschaffen van de verplichting tot het bezitten van een sportvisakte, die uitsluitend diende ter financiering van de taken van de OVB. In het nieuwe model zullen de taken van het NCVS worden gefinancierd met privaat geld, gebaseerd onder andere op het gebruik van het visrecht van de betrokken partijen.

datum 17-12-2003

kenmerk Viss. 2003/7367

bijlage

De visstand maakt deel uit van het ecologisch systeem dat de binnenwateren vormen en waarvoor ik (mede)verantwoordelijkheid draag, onder meer voortvloeiend uit Europese richtlijnen. Daarnaast is nationale wetgeving van toepassing als de Visserijwet 1963, Natuurbeschermingswet en Flora- en faunawet. De visrechthebbende (eigenaar of huurder van het visrecht) heeft behalve het visrecht ook de verantwoordelijkheid om de visstand in stand te houden. Ik zal daarbij sturen op basis van de Visserijwet 1963 en daaruit voortvloeiende regelgeving.

Het NCVS zal zich richten op enerzijds het leveren van producten en diensten die zijn gericht op het bevorderen en instandhouden van een duurzame, natuurlijke visstand en sportvisserij en anderzijds het behartigen van de belangen van de sportvisserij. In het nieuwe model is gestreefd naar een integratie van activiteiten voor zowel sport- als beroepsbinnenvisserij. Dit bleek niet haalbaar en de beroepsbinnenvissers hebben besloten om hun belangenbehartiging zelf te organiseren. Wel hebben de betrokken partijen de bereidheid uitgesproken om afspraken te maken over het organisatorisch versterken en ondersteunen van de beroepsbinnenvisserij na het wegvallen van de OVB.

De nieuwe, privaatrechtelijk opgezette NCVS zal geen publieke taken uitvoeren. Het Organisatieadviesbureau Berenschot heeft eerder een analyse uitgevoerd naar het publieke dan wel private karakter van taken van de OVB en deze getoetst aan het denkkader van de WRR en het daarop gebaseerde algemene kabinetsbeleid inzake 'publiek-privaat'. Hierbij is geconstateerd dat slechts een drietal taken van de huidige OVB als publiek is aan te merken. Dit betreft het zorgdragen voor de subsidieregeling sport en beroepsbinnenvisserij (SSB), de verantwoordelijkheid voor de uitgifte van visakten (uit de opbrengsten worden momenteel de taken van de OVB gefinancierd) en de vertegenwoordiging van LNV in nationaal en internationaal overleg. Voor zover deze taken ook in de toekomst blijven bestaan, zullen deze onder verantwoordelijkheid van LNV worden uitgevoerd.

De partijen in de Stuurgroep zijn van mening dat bij een private organisatie een private financiering past. Tevens werd vastgesteld dat de publieke gelden uit de sportvisakte daarvoor niet kunnen worden aangewend, maar dat de uitgifte van de sportvisakte zal kunnen worden beëindigd als op private wijze in de financiering kan worden voorzien. Ik ben daarom verheugd dat de OVB en de NVVS de wens hebben geuit om de nieuwe organisatie en het beheer van de visstand en de sportvisserij privaat te financieren. Partijen denken hierbij aan de uitgifte van een basisvergunning voor de sportvisserij, waarbij het behoud van de huidige laagdrempelige toegang tot de sportvisserij een belangrijke streefwaarde is. Hiervoor is het nodig dat de zogenaamde 'vrije hengel' 1 wordt opgeheven. De vrije hengelaars die nu moeten beschikken over een sportvisakte maar geen vergunning nodig hebben, zullen in zo'n stelsel geen akte nodig hebben maar wel een vergunning. Met deze vergunning hebben zij dezelfde mogelijkheden als met de sportvisakte.

Het oprichten van een met private middelen gefinancierde NCVS en het beëindigen van de uitgifte van de sportvisakte vormen daardoor logische en samenhangende stappen. Inmiddels heeft een door de Stuurgroep Binnenvisserij ingestelde Task Force, bestaande uit vertegenwoordigers van LNV, OVB, NVVS en CvB, geconstateerd dat het stelsel zodanig aangepast kan worden dat door visrechthebbenden een basisvergunning kan worden verleend aan sportvissers. Voor de sportvissers zal materieel gezien geen verschil bestaan.

Thans moet een sportvisakte worden aangeschaft, in de nieuwe opzet wordt deze vervangen door een basisvergunning, waarvan de prijs niet hoger zal liggen. De verwachting is gerechtvaardigd dat deze private basisvergunning voldoende middelen kan opbrengen om (samen met andere voorziene private inkomsten) de nieuwe organisatie en het bevorderen en instandhouden van een duurzame, natuurlijke visstand te financieren.

Ik zie de uitkomsten van de Task Force als een belangrijke steun in de rug om deze en andere vraagstukken met betrekking tot de wijze van privatisering en de inrichting van de nieuwe organisatie uit te werken. De komende maanden zullen hiervoor worden benut. Een helder eindresultaat is belangrijk, ook voor de organisaties die intern finale steun moeten vinden voor de realisering van het NCVS.

Ik heb er vertrouwen in dat de uitwerking van de programmalijnen met voortvarendheid kan plaatsvinden. Ik ga ervan uit dat ik in het voorjaar van 2004 met de betrokken partijen een akkoord kan sluiten over de belangrijkste modaliteiten met betrekking tot de privatisering van de OVB en de oprichting van het NCVS. In dit akkoord zal tevens worden aangegeven op welke termijn de nieuwe organisatie van start zal kunnen gaan. Mijn inzet is erop gericht om tegelijkertijd met de start van de nieuwe organisatie per 1 januari 2006, de wetswijziging te hebben afgerond waarmee de uitgifte van de sportvisakte en het vissen met de 'vrije hengel' wordt beëindigd. Daarna kan de nieuwe organisatie starten met de uitgifte van de basisvergunning.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

1 Onder de 'vrije hengel' wordt verstaan het vissen met één hengel, voorzien van door de minister aangewezen aas, in openbare vaarwateren en in door de minister op verzoek van de eigenaar daartoe aangewezen wateren. Hiervoor is geen vergunning van de rechthebbende op het visrecht nodig, maar wel een sportvisakte.


---