Gemeente Breda

Persberichten

17-12-2003

Gemeentelijk armoedebeleid wijzigt door komst nieuwe wet werk & bijstand

De gemeente Breda kent diverse ondersteunende regelingen om de armoede tegen te gaan van mensen met een laag inkomen. Hierin komt een aantal wijzigingen door de komst van de Wet werk & bijstand (WBB) per 1 januari 2004 die de huidige Algemene bijstandswet (Abw) vervangt. De belangrijkste is dat de gemeente per 1 januari niet langer categoriale bijstand mag verlenen aan personen jonger dan 65 jaar. Het gaat dan om de regeling duurzame gebruiksgoederen (de witgoedregeling) en de regeling schoolkosten, waarbij het bepalen van de noodzaak van de uitgaven en het overleggen van een aanschafnota niet nodig was. De regeling duurzame gebruiksgoederen voor personen van 65 jaar en ouder blijft ongewijzigd. Daarnaast krijgen mensen die vanaf 1 januari een bijstandsuitkering aanvragen en die eigenaar zijn van een woonschip of woonwagen, te maken met bijstand in de vorm van een pandovereenkomst. Tot slot blijft de gemeente ten onrechte verstrekte bijstand

Financiële tegemoetkoming De gemeente Breda heeft binnen de mogelijkheden van de WWB nieuw beleid ontwikkeld voor personen jonger dan 65 jaar die drie of langer een inkomen op bijstandsniveau hebben. Daarbij is het uitgangspunt dat bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen en schoolkosten alleen nog maar wordt toegekend als de kosten noodzakelijk zijn. Alleenstaanden ontvangen per kalenderjaar maximaal 175,- en echtparen en eenoudergezinnen maximaal 250,- voor de aanschaf van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen. Zij hoeven dit bedrag niet terug te betalen. Zijn de noodzakelijke kosten hoger dan genoemde bedragen, dan verstrekt Sociale Zaken voor het meerdere een geldlening die terugbetaald moet worden. Ouders met een minimuminkomen kunnen per kalenderjaar een financiële tegemoetkoming krijgen voor de aanschaf van noodzakelijke schoolkosten. Het gaat dan om een bedrag van maximaal 125,- voor hun kinderen van 12 tot 18 jaar die voortgezet onderwijs volgen, en maximaal 50,- euro per kind tot 12 jaar dat de basisschool bezoekt. In alle gevallen moet een persoon bij aanvraag óf als de kosten ten tijde van de aanvraag niet voorgeschoten kunnen worden, uiterlijk binnen 2 maanden na toekenning een aanschafnota kunnen overleggen.

Langdurigheidstoeslag Ook nieuw is een jaarlijkse langdurigheidstoeslag. Deze toeslag is er voor Bredanaars tussen de 23 en 65 jaar die een aaneengesloten periode van vijf jaar een bijstandsuitkering hebben gehad en die op korte termijn geen uitzicht hebben op betaald werk. Ook mogen zij gedurende die vijf jaar geen inkomsten uit arbeid hebben gehad en moeten ze voldoende hebben meegewerkt aan het vinden van werk. Gehuwden ontvangen 454,-, alleenstaande ouders ontvangen 408,- en alleenstaanden 318,- per kalenderjaar.

Bijstand in de vorm van krediethypotheek of pandovereenkomst Sommige Bredanaars ontvangen bijstand in de vorm van een geldlening. Het college van B&W heeft op grond van de Wet werk & bijstand bepaald dat als in hun eigen woning, woonschip of woonwagen een onbelast vermogen is begrepen van 42.000 of meer, op deze woning een krediethypotheek (eigen woning) of pandrecht (woonschip of woonwagen) wordt gevestigd. Dit ter zekerheidsstelling van de als lening verstrekte bijstand.

Vrijlating inkomsten en vermogen Als een Bredanaar vraagt om een bijstandsuitkering, wordt op grond de WWB een deel van de inkomsten en het vermogen vrijgelaten. Deze vrijgelaten inkomsten en het vrijgelaten vermogen blijven ook buiten beschouwing als bijzondere bijstand wordt gevraagd. Ook de langdurigheidstoeslag wordt bij de verstrekking van bijzondere bijstand vrijgelaten.

Breda, 17 december 2003