Novem


Verslag workshop productbeleid en water op 26 november 2003

Inleiding Op 26 november 2003 vond de workshop productbeleid en water plaats, georganiseerd door de Unie van Waterschappen en Novem, vanuit het Programma 'Met preventie naar duurzaam ondernemen' begeleidingsgroep Product en ketenaspecten.

Centrale vraag was welke mogelijkheden productbeleid biedt aan waterbeheerders als bijdrage aan de verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit, met name wat betreft de uitloging van schadelijke stoffen uit producten in contact met water in de gebruiksfase van die producten. De inleidingen werden verzorgd door:
* Hugo Kuijjer (VROM/DGM): productbeleid;
* Kees Le Blansch (QA+) voorbeelden van productbeleid en water;
* Rudi van den Arend (DHV): (On)mogelijkheden voor ketensamenwerking in de watersector;
* Rein Eikelboom (VROM/DGM): EU Bouwproductenrichtlijn;
* Piet van Luijk (VROM/DGW): Milieuprestaties Gebouwen.

Aansluitend werd onder leiding van Arie van der Vlies van Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden een discussie gevoerd. Deelaspecten die aan de orde kwamen waren:
* Wat betekent de toekomstige CE markering (een Kwaliteitsverklaringen of Conformiteitsverklaring op EU niveau, volgens een aangegeven niveau in Technische Specificaties) van circa 500 producten voor de informatie over die producten aan waterbeheerders?;
* Wat betekent de toekomstige toelating van CE producten voor de mogelijkheden van waterschappen om aanvullend eisen te stellen/instrumenten in te zetten indien de lokale waterkwaliteit dat noodzakelijk maakt? Staat straks de Wvo buitenspel?
* Hoe kan invulling gegeven worden aan het onderdeel water(kwaliteit) in de in ontwikkeling zijn de milieuprestatienormen voor gebouwen?
* Hoe kunnen talloze en diverse inspanningen van waterbeheerders om uitloging uit producten terug te dringen gestroomlijnd worden met algemene regels?
* Hoe verhoudt emissie-aanpak producten zich tot grenswaarden (met daaraan gekoppelde kans op normopvulling) en immissie-aanpak?
* Van welke concrete voorbeelden kunnen waterbeheerders leren hoe een voor hen relevante product-ketenaanpak vormgegeven kan worden?;
* Hoe kunnen waterbeheerders bewerkstelligen dat voor hen relevante zaken (zoals uitloging van schadelijke stoffen) in beleid en regelgeving van derden (in dit geval Productbeleid en AMvB´s) ingebed wordt?
* Heeft de overheid de rol het voorbeeld te geven? En zo ja, hoe kan die vormgegeven worden?

De informatie van de 5 inleiders over verschillende deelaspecten van het Productbeleid in relatie tot water en de discussie die daarop volgde was voor veel deelnemers vaak dermate nieuw dat de workshop niet tot concrete en afgestemde antwoorden heeft geleid. Dat was ook niet het doel, wel het uitzetten van routes om tot beantwoording te komen.

De voorlopige output van de workshop bestaat uit de oprichting van twee ad hoc werkgroepen.

Werkgroep voorbeeldfunctie Initiators: Arie van der Vlies (ZHEW), Hugo Kuijjer (VROM) en Bart Hellings (IVW). Doel: impuls geven aan de voorbeeldfunctie van overheden (i.e. de waterbeheerders) op het vlak van duurzaam ondernemen en duurzaam inkopen. Toelichting: De voorbeeldfunctie van waterbeheerders om zelf in ieder geval geen uitlogende producten en materialen of breder bezien meer duurzame producten en materialen toe te passen is essentieel om geloofwaardig derden aan te kunnen spreken op hun verantwoordelijkheden aan te kunnen spreken. Eén van de mogelijkheden daarbij is duurzaam inkopen en aanbesteden. De gezamenlijke overheden bepalen 17% (ca. 30 miljard EUR) van de inkoopmarkt en kunnen daarmee substantiële invloed uitoefenen op productinnovaties. Taak: de werkgroep heeft als taak hernieuwde aandacht voor de voorbeeldfunctie van de waterbeheerders te initiëren (dus niet: de uitvoering zelf maar het op gang brengen daarvan, via al dan niet bestaande gremia en structuren).

Werkgroep concretisering (water in productbeleid) Initiators: Arno van Breemen (UvW), Dick Stoppelenburg (RWS-NH), Cees Jansen (Veluwe), Wessel Broeder (Vallei&Eem), Erik Matla (De Aa), Ruud Teunissen (RIZA/DGW), Pieter van Dongen (ZHEW), Adri Geerts (PNBr). Doel: beantwoording/invulling van vragen van VROM, op welke wijze water(kwaliteits)belangen het beste ingebed kunnen worden in lopende ontwikkelingen van het productbeleid (i.c. uitwerking EU bouwproductenrichtlijn en milieuprestaties gebouwen). Specifiek gaat het om de vragen: a. Welke methoden worden gehanteerd in de praktijk om uitloging vast te stellen uit producten in de gebruiksfase (zoekrichting: RIVM, RIZA, KIWA, NNI, NEN, CUR, ...); b. Wat is de ernst van de door waterbeheerders waargenomen uitloging: de praktijk van de uitloogcijfers (zoekrichting: meetgegevens RIZA, RIVM, waterbeheerders, Reinwater); c. Beschrijving van de in de praktijk door waterbeheerders toegepaste instrumenten om aanvullend op generiek beleid, regionaal de uitloging vanuit producten en materialen terug te dringen; d. Screening en prioritering van de 500 productspecificaties die komende jaren voor de EU Bouwproductenrichtlijn ontwikkeld worden, tot circa 20 waterkwaliteitsrelevante speerpuntproducten. Definiëring van acties t.a.v. deze speerpuntproducten; e. Marktbewerking; f. Meedenken in de ontwikkeling van milieuprestaties gebouwen, concretiseren van de wijze waarop het uitlogingsprobleem in de praktijk in 2004 vorm gegeven kan worden; g. Nadere uitwerking van concrete voorbeelden en/of de uitwerking van cases, met name de rol van waterbeheerders daarbij.

Toelichting Beantwoording van vragen a, b en c zijn nodig om VROM middelen in handen te geven om de waterkwaliteitsbelangen goed in te (laten) bedden in de uitwerkingen van de EU bouwproductenrichtlijn.

Vraag d en g kwamen niet zo expliciet naar voren of zijn onvoldoende ingevuld in de workshop (voorbeelden waren onvoldoende concreet uitgewerkt om waterbeheerders te kunnen bedienen), maar waren wel impliciet aan de orde. Om de inspanningen van waterbeheerders te focussen en behapbaar te houden en daardoor bestuurlijk draagvlak voor die inspanningen te genereren is de beantwoording wel wenselijk. Indien de speerpunten benoemd zijn zou een optie kunnen zijn dat ieder individuele waterbeheerder 1 speerpuntproduct "adopteert" en met de resultaten van g) een product-keten aanpak ontwikkelt.

Vraag e: geïnnoveerde producten veroveren niet vanzelfsprekend de markt, hoe kunnen waterbeheerders hier aan bijdragen? Punt f is niet expliciet besproken in de workshop maar de wel van belang om mogelijke voorbeeldprojecten een wateraccent te kunnen geven. Taak: de werkgroep heeft als taak de beantwoording van de vragen te initiëren (dus niet: de uitvoering zelf maar het op gang brengen daarvan, via al dan niet bestaande gremia en structuren). De resultaten van a t/m c worden ingebracht bij VROM/BWL (Rein Eikelboom). De resultaten van d en g worden ingebracht in Predo S2 en opgeschaald naar de waterbeheerders. De resultaten van e worden ingebracht bij VROM Productbeleid (Hugo Kuijjer) en Predo S2. De resultaten van f worden bereikt in samenwerking met VROM/DGW Cluster Bouwkwaliteit (Piet van Luijk).

Overige Gezien het belang voor de waterkwaliteit, de kansen en de risico´s van het productbeleid spannen de Unie/waterschappen, DGW/RIZA en RWS zich in om in 2004 voldoende capaciteit in te plannen voor de uitvoering/het doen uitvoeren van de acties. Een inschatting van de benodigde capaciteit en een plan van aanpak zal door de werkgroepen zelf gemaakt moeten worden. Daarbij is het niet ondenkbaar dat de werkgroep concretisering aan de (opvolger van) de CIW gekoppeld wordt.

Presentatie ir. H.H. Kuijer ( Algemeen 56k ) Milieuprestaties gebouwen UvW november 2003 ( Algemeen 144k ) Algemene presentatie 26 november 2003 ( Algemeen 74k ) sheets Ketensamenwerking water 26 november 2003 ( PDF bestand 120k ) EU richtlijn bouwproducten bodem en water 26 november 2003 ( Algemeen 51k )