ERNST AND YOUNG

Minister Zalm: 'Actievere rol verzekeraars gewenst'

Seminar Eye on Insurance 2003 Minister Zalm: 'Actievere rol verzekeraars in aandeelhoudersvergaderingen'

16 DECEMBER 2003 - Tijdens de elfde Verzekeringsdag van Ernst & Young in het Amsterdamse Okura hotel riep Minister van Financien, drs. G. Zalm, verzekeraars op een veel actievere rol te spelen in de aandeelhoudersvergadering van ondernemingen waarin zij beleggen. 'Institutionele beleggers hebben een grote verantwoordelijkheid jegens de begunstigden en jegens de betreffende ondernemingen. Om de belangen van beide partijen te vertegenwoordigen, moeten ze tijdens aandeelhoudersvergaderingen nadrukkelijker hun zegje doen.'

Met deze oproep vraagt Zalm in feite om een mentaliteitsverandering van de marktpartijen. 'Met de code Tabaksblat zijn we op de goede weg wat betreft de optimalisatie van het interne verslaggevingsproces. Nu gaat het om de implementatie. Het kabinet heeft de code aangewezen als te volgen gedragscode; het bedrijfsleven moet nu laten zien hoe het deze code in de praktijk gaat toepassen.'

Institutionele aandeelhouders In het totale traject van interne verslaglegging ziet de Minister ook een cruciale rol weggelegd voor de verzekeraars. 'De institutionele aandeelhouders hebben zich tot nu toe nauwelijks laten horen in de aandeelhoudersvergaderingen. Dat moet absoluut anders. Alleen als zij samen met andere marktpartijen hun verantwoordelijkheid nemen, zal dat op termijn leiden tot een herstel van het vertrouwen in interne financiele verslaglegging en goede corporate governance.' Gelukkig voor Zalm was het merendeel van de aanwezigen (87,5 procent) het eens met de stelling dat verzekeraars actiever dienen te zijn tijdens aandeelhoudersvergaderingen.

Topje van de ijsberg Prof. Dr. E.J. Fischer, algemeen directeur van het Verbond van Verzekeraars, begon zijn lezing met een gedeelde ambitie. 'Net als de Minister ben ik een groot voorstander van een verlaging van de administratieve lastendruk. Wij ondersteunen hem graag bij het streven om deze lasten met 25 procent terug te brengen.' Fischer denkt alleen dat de winst in geld voor zowel het bedrijfsleven als de consument veel groter kan zijn. De administratieve lasten - de kosten die bedrijven moeten maken om te voldoen aan de wettelijke rapportageverplichting als gevolg van veranderende wet- en regelgeving
- zijn namelijk slechts het topje van de ijsberg.

Uit recent onderzoek van het verbond onder tien grote verzekeringsmaatschappijen blijkt dat de nalevingslasten voor bedrijven - de kosten om te voldoen aan de eisen die wet- en regelgeving stelt aan het productieproces, het product of de marktactiviteiten - vele malen groter zijn. 'Voor de verzekeringsbranche bedragen de administratieve lasten op dit moment zo'n 350 miljoen euro, terwijl de nalevingslasten uitkomen op circa een miljard euro. Daarom moeten deze nalevingslasten ook worden meegenomen in de definitie van administratieve lasten.'

Nalevingslasten 'killing' Die nalevingslasten zijn volgens het Verbond van Verzekeraars relatief eenvoudig meetbaar. Tijdens het recente onderzoek maakte het verbond dankbaar gebruik van het Meetinstrument Nalevingslasten Verzekeraars (MINVER), ontwikkeld door het CVS en ook breed toepasbaar buiten de verzekeringsbranche. In deze methodiek worden uitsluitend de kosten meegenomen van de initiele en permanente activiteiten als gevolg van een wijziging in wet- of regelgeving, zoals aanpassing van interne systemen en communicatie naar uiteenlopende doelgroepen. In het onderzoek zijn als voorbeeld de nalevingslasten berekend als gevolg van de renseignering van levensverzekeraars. Fischer: 'De overheid prognotiseerde deze lasten op zo'n vier miljoen euro. Uit ons onderzoek blijkt dat de nalevingslasten voor de totale branche - voor een periode van drie jaar - uitkomen op maar liefst 110 miljoen euro. Dat is tien keer zo hoog als de jaarlijkse administratieve lasten. In een periode dat het slechter gaat in onze branche, kunnen die nalevingslasten 'killing' zijn.'

Bovendien is het eind van de wijzigingen in wet- en regelgeving zeker nog niet in zicht. Voor de komende jaren staan substantiele veranderingen op stapel, die zullen leiden tot 600-800 miljoen euro aan extra nalevingslasten. Mede omdat deze bedragen direct zullen worden doorberekend aan de consument, moet het terugdringen van de nalevingslasten volgens Fischer hoog op de politieke agenda staan. De meeste aanwezigen delen zijn mening: bijna driekwart denkt dat de verzekeringsbranche zelf de nalevingslasten niet drastisch kan terugdringen. Een dringende oproep dus aan Minister Zalm. Of het ervan gaat komen, zal de toekomst uitwijzen.

Voor meer informatie Toby Ellson, woordvoerder Ernst & Young Telefoon (010) 406 53 64 / (06) 29 08 47 62.

16 dec 03 15:15