Ministerie van Buitenlandse Zaken

Verslag van de bijeenkomst van de Europese Raad

Brussel, 12 december 2003

De bijeenkomst van de Europese Raad op 12 december 2003 duurde slechts kort. Het Voorzitterschap had de agenda beperkt teneinde veel tijd beschikbaar te maken voor de aansluitende bijeenkomst van de Intergouvernementele Conferentie (IGC). De conclusies van het Voorzitterschap (bijgevoegd) getuigen hiervan.


1. Voorzitter Europees Parlement-
De bijeenkomst begon met de gebruikelijke ontmoeting met de Voorzitter van het Europees Parlement, de heer Pat Cox. In zijn bijdrage (bijgevoegd) besteedde hij ruim aandacht aan het Groei-initiatief (European Action for Growth). Hij onderstreepte de integraliteit van de agenda en waarschuwde ervoor delen daaruit te lichten. Van de ontwerp-conclusies achtte hij die m.b.t. investeren in menselijk kapitaal en in levenslang leren van bijzonder belang. Sprekend over de uitbreiding wees hij erop dat het klimaat van de relatie met Turkije ontegenzeggelijk zou verbeteren als een oplossing voor de Cyprus-kwestie zou zijn gevonden voor 1 mei 2004, maar tegelijk onderstreepte hij dat de oplossing van die kwestie geen voorwaarde voor Turkse toetreding c.q. aangaan onderhandelingen met Turkije vormde; na de Helsinki-top konden geen nieuwe voorwaarden worden opgelegd.


2. Sociale Top-
In zijn inleiding wees Voorzitter Berlusconi op de Sociale Top die op daags tevoren had plaatsgevonden. Bij die gelegenheid was aandacht gevraagd van de kant van werkgevers voor de administratieve lastendruk waar de Unie het bedrijfsleven stelde en van de kant van werknemers voor het belang van stimulering van economische groei en werkgelegenheid. Minister-President Berlusconi meende dat het rapport- Kok een positieve rol aangaande het laatste kon spelen.


3. Groei-initiatief-

Minister-President Balkenende wees erop dat het Groei-initiatief de Financiele Perspectieven en het Stabiliteits- en Groei Pact (SGP) diende te respecteren. Over het SGP merkte hij voorts op dat aan de Europese burgers het signaal gegeven diende te worden dat in de Unie afspraken worden gerespecteerd en dat thans vanuit die opvatting goede samenwerking vereist was gericht op de beoogde economische groei. Hij ondersteunde het idee het rapport-Kok in zijn geheel als een van de centrale onderwerpen op de agenda van de Europese Raad in maart 2004 te zetten.

Commissie-voorzitter Prodi wees erop dat de overeengekomen lijst van projecten die binnen het Quick Start Program vallen nog uitgebreid kan worden. De Duitse Minister van Financien, Eichel, merkte op dat uitbreiding niet de toekomstige Financiele Perspectieven mocht belasten.


4. Uitbreiding-

De overige elementen van de ontwerp-conclusies werden zonder veel discussie aanvaard. Opgemerkt zij nog dat in de conclusie m.b.t. Turkije (waarin eerder al op Nederlandse suggestie duidelijker nadruk was gelegd op de noodzaak op een aantal terreinen de implementatie van de hervormingen krachtdadiger ter hand te nemen) op Nederlandse suggestie is toegevoegd, overeenkomstig de Commissie-rapportage, dat niet alleen bestaande macro-economische onevenwichtigheden maar ook structurele tekortkomingen additionele inspanningen vergen.


5. Meerjaren strategisch programma-

De Europese Raad nam zonder verdere discussie het Multiannual Strategic Programme aan voor de periode 2004-2006. Dit is het eerste meerjaren programma. Voortaan zal de Europese Raad telkens in december bezien welke bijstellingen gewenst zijn in het meerjaren programma. De definitieve versie van het meerjaren programma is bijgevoegd.


6. Zetels Agentschappen-

De Europese Raad bereikte overeenstemming over de vestigingsplaatsen voor een groot aantal agentschappen. Zo is besloten dat Eurojust definitief Den Haag als zetel krijgt. Met Duitsland is bilateraal afgesproken dat de opleidingsactiviteiten van EASA in Hoofddorp worden gevestigd. De verklaring waarin de besluiten over de zetels zijn weergegeven.


7. Extern beleid-

Europese Veiligheidsstrategie-

Met de aanvaarding door de Europese Raad van de Europese Veiligheidsstrategie bevestigde de Unie dat zij een actieve rol wil spelen bij het bevorderen van een veilig Europa in een betere wereld. In de strategie is gekozen voor een - ook steeds door Nederland voorgestane - brede, geïntegreerde benadering van het begrip 'veiligheid', waarbij militaire aspecten, OS, handel, milieu en de bevordering van goed bestuur, rechtsstaat en democratie in hun onderlinge samenhang worden betrokken. Met deze strategie beschikt de Unie thans over een alomvattend kader voor de aanpak van de dreigingen van deze tijd, waarbij interne en externe aspecten van veiligheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

Als belangrijkste dreigingen noemt het document terrorisme, proliferatie van massavernietigingswapens, regionale conflicten, 'falende staten' en georganiseerde criminaliteit. Strategische doelstellingen die hieruit voortvloeien zijn het tegengaan van deze dreigingen met specifieke maatregelen, het werken aan veiligheid in de regio's die grenzen aan de Unie (bevordering van "een ring van landen met behoorlijk bestuur") en het leveren van een bijdrage aan een internationale orde, gebaseerd op effectief multilateralisme. De Unie neemt zich voor om een meer actieve ("preventieve betrokkenheid") en meer slagvaardige rol te spelen bij de bevordering van de vrede en stabiliteit in de wereld. Daarbij zal worden gestreefd naar een meer coherent gebruik van het beschikbare brede instrumentarium en een nauwe samenwerking met overige spelers als de VS, Rusland, de VN en de NAVO.

In het kader van de uitwerking van dit document aanvaardde de Europese Raad een strategie inzake de proliferatie van massavernietigingswapens en verzocht hij - mede op Nederlands verzoek - om nadere voorstellen voor de intensivering van de dialoog en samenwerking met de Arabische wereld. Voorts verzocht de Europese Raad het komende Voorzitterschap en HV Solana om, in overleg met de Commissie, bij de verdere uitwerking prioriteit te verlenen aan de bevordering van een effectief multilateraal stelsel met een centrale rol voor de VN, de strijd tegen terrorisme, de ontwikkeling van een strategie voor de bredere Midden-Oosten regio en een overkoepelend beleid voor de toekomstige rol van de EU in Bosnie-Herzegovina.

EVDB

De Europese Raad bevestigde de bereidheid van de Unie om een EVDB-missie, met inbegrip van een militaire component, uit te voeren in Bosnie-Herzegovina, met gebruikmaking van NAVO-capaciteiten. In samenwerking met de NAVO zal daartoe een begin worden gemaakt met de voorbereidende werkzaamheden.

Tevens verwelkomde de Europese Raad het document "European defence: NATO/EU consultation, planning and operations" - zie bijlage - inzake de versterking van de EU-capaciteit voor het plannen en uitvoeren van operaties. Hierin wordt bevestigd dat bij een crisis in eerste instantie zal worden gekeken naar een mogelijke NAVO-rol en vervolgens naar de optie van een EU-operatie met gebruikmaking van NAVO-capaciteiten (volgens de "Berlijn Plus"-regeling). Voor laatstgenoemde situatie, en ter bevordering van de samenwerking en transparantie tussen NAVO en EU, zou een kleine EU-cel bij SHAPE moeten worden opgezet en zou NAVO moeten worden uitgenodigd liaison-arrangementen met EUMS op te zetten.

Voorts zou ter vergroting van de capaciteit van de EU Militaire Staf (EUMS) op het gebied van "early warning" en strategische planning bij de EUMS een civiel-militaire cel moeten worden opgezet. Een dergelijke cel zou o.a. strategische planning kunnen verrichten voor gecombineerde civiel-militaire operaties en voor tijdelijke versterking kunnen zorgen van een nationaal hoofdkwartier dat is aangewezen om een zgn. autonome EU militaire operatie uit te voeren. In uitzonderlijke omstandigheden zou deze cel bovendien de verantwoordelijkheid kunnen worden gegeven voor het genereren van capaciteit om een operatie zelf te plannen en uit te voeren. Dit betreft geen staand hoofdkwartier, maar een snelle reactie-capaciteit waarmee een tijdelijk operatie-centrum kan worden opgezet voor een specifieke operatie. Daarmee zou worden afgezien van de oprichting van een separaat EU-hoofdkwartier, zoals aanvankelijk door een aantal landen voorzien (Tervuren).

Nederland is zeer tevreden met deze uitkomst en stemde in met het verzoek van de Europese Raad aan HV Solana om voorstellen te doen voor de noodzakelijke maatregelen op basis van dit document, met het oog op een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding in 2004.

Irak-

De Europese Raad verwelkomde het nieuwe tijdschema voor een versnelde overdracht van bevoegdheden aan de Irakese autoriteiten en bevestigde zijn bereidheid tot ondersteuning van dit politieke proces en van de economische wederopbouw van het land. De Raad onderstreepte de noodzaak van verbetering van de veiligheidssituatie, waaraan de Irakese autoriteiten in toenemende mate zelf moeten bijdragen, en het belang van een sterke en vitale VN-rol in Irak.

Rusland-

De Europese Raad verzocht ten behoeve van de volgende topontmoeting tussen de EU en Rusland om een evaluatieverslag over alle aspecten van deze betrekkingen en om voorstellen voor maatregelen om dit strategische partnerschap te versterken en de daaraan ten grondslag liggende waarden te eerbiedigen. Het Nederlandse voorstel voor een directe verwijzing in de Conclusies naar het voorbije verkiezingsproces in Rusland kreeg geen steun.

China-

De Europese Raad heeft op Frans verzoek de RAZEB verzocht het wapenembargo tegen China in heroverweging te nemen. Dit zal moeten gebeuren tegen de achtergrond van de inmiddels in werking getreden "Code of Conduct" van de EU inzake wapenexporten.

Midden-Oosten-

De Europese Raad verwelkomde initiatieven vanuit het maatschappelijk middenveld als het zgn. Geneva Document, ter aanvulling op de Roadmap die onlangs unaniem door de VN-Veiligheidsraad is bekrachtigd. Beide partijen werden opgeroepen om onmiddellijk en gelijktijdig uitvoering te geven aan de verplichtingen uit de Roadmap.


---