Actueel
Vervoersvoorziening op grond van de wet REA moet aansluiten bij normen Wet voorziening gehandicapten
Bron: Rechtbank Leeuwarden
Datum actualiteit: 11-12-2003
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) heeft aan betrokkene een vervoersvoorziening toegekend op grond van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (wet REA) voor het kunnen volgen van onderwijs en voor verbetering van de leefomstandigheden. In juli 2002 heeft het UWV de kilometervergoeding voor het leefvervoer omlaag gebracht van EUR 2165 naar EUR 1525 per jaar. Dit bedrag is conform de landelijk vastgestelde beleidsregels van het UWV.
Betrokkene is het niet eens met dit besluit omdat zij met het toegekende bedrag met een rolstoeltaxi slechts 977 kilometer per jaar kan afleggen. Zij heeft onder meer aangevoerd dat zij EUR 1,48 per kilometer moet betalen, in plaats van de EUR 0,78 waar het UWV van is uitgegaan.
Het klopt, aldus het UWV, dat in de gevallen waarin de rolstoeltaxi betrokkene naar de plaats van bestemming brengt en vervolgens leeg terug moet rijden, inderdaad een verdubbeling van het tarief met zich meebrengt. Het UWV is echter van mening dat dit geen aanleiding is om op het besluit terug te komen.
In de uitspraak van de Rechtbank Leeuwarden, sector bestuursrecht, van 9 december 2003 wijst de rechter er op, dat een vervoersvoorziening zoals hier aan de orde (namelijk voor leefvervoer) in beginsel onder de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) valt. De wetgever heeft echter willen voorkomen dat een gehandicapte die, zoals in dit geval, ook een voorziening nodig heeft voor het vervoer van en naar een school, bij twee verschillende loketten zou moeten aankloppen. Daarom is het UWV bevoegd om de voorziening voor het leefvervoer toe te kennen aan betrokkene.
Volgens de bestuursrechter is het vervolgens niet juist dat een burger bij het ene loket (de gemeente) een ruimere voorziening zou krijgen dan bij het andere loket (het UWV). De rechter toetst het besluit van het UWV dan ook aan de vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep over de toepassing van de Wvg. In die rechtspraak wordt over het leefvervoer gezegd dat een dergelijke voorziening de betrokkene in staat moet stellen ten minste 1500 tot 2000 kilometer per jaar af te leggen. Aangezien de in dit geval toegekende kilometervergoeding niet aan dit criterium voldoet, is het beroep van betrokkene gegrond verklaard. Het UWV zal nu opnieuw op het bezwaarschrift van betrokkene moeten beslissen.
De rechter heeft zich ten overvloede nog kritisch uitgelaten over de stelling van het UWV dat betrokkene de aan haar als onderwijsvoorziening toegekende electrische rolstoel niet mag gebruiken voor het rolstoeldansen, omdat deze daardoor te veel zou slijten. Deze opvatting lijkt volgens de rechter op gespannen voet te staan met de één-loket gedachte.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AN9787
Zie het origineel