Unicef

Persbericht

Onderwijsachterstand meisjes frustreert economische groei

11 december 2003, Den Haag - De standaardbenadering om onderwijs bereikbaar te maken voor alle kinderen, werkt niet voor meisjes. Wereldwijd gaan 65 miljoen meisjes niet naar school en haken miljoenen meisjes voortijdig af. Niet alleen zijzelf, maar ook hun families, kinderen en uiteindelijk hele gemeenschappen ondervinden de negatieve gevolgen. Onderwijs voor meisjes blijkt juist de motor van sociale vooruitgang, en daarmee van economische groei. Dat concludeert Unicef in het vandaag gepubliceerde jaarrapport The State of the Worlds Children 2004. Zonder onderwijs voor alle jongens én meisjes hebben we geen schijn van kans om armoede, kindersterfte, aids en andere problemen te reduceren, aldus Unicef-directeur Carol Bellamy vandaag bij de presentatie van het rapport.

De cijfers in het jaarrapport van Unicef tonen aan dat de standaardbenadering om onderwijs bereikbaar te maken voor alle kinderen, niet werkt. In die benadering staat de gedachte centraal dat als meer kinderen naar school gaan, jongens en meisjes daarvan evenveel profiteren. Niettemin zijn er ieder jaar 9 miljoen meer meisjes dan jongens die niet worden ingeschreven voor school. Verder blijkt dat meisjes veel sneller dan jongens voortijdig van school worden gehaald vanwege armoede of specifieke barrières. Zo sturen ouders hun dochters niet naar school als de school te ver van huis af ligt, als het op en rond school niet veilig is en als er geen aparte toiletten zijn voor meisjes.

Als meisjes niet naar school gaan, is de kans groter dat ze in armoede zullen leven, honger lijden, verhandeld worden of het slachtoffer worden van geweld, misbruik of uitbuiting. Ze lopen een groter risico om te overlijden tijdens een zwangerschap en door ziektes, waaronder HIV/aids, zo stelt het Unicef-jaarrapport. Het positieve effect als meisjes wél onderwijs krijgen, is minstens zo groot: zij kunnen zich beter beschermen tegen ziektes en uitbuiting. Als zij moeder worden, zijn ze beter in staat voor hun kinderen te zorgen, sturen ze ook hun kinderen naar school en leveren ze een grotere bijdrage aan de economische ontwikkeling. Uiteindelijk profiteren hele gemeenschappen en landen daarmee van de positieve effecten van onderwijs aan meisjes.

Zon 700 miljoen kinderen zouden wereldwijd naar de basisschool moeten gaan. Echter, ongeveer 121 miljoen van hen, waaronder 65 miljoen meisjes, zien nooit een klaslokaal van binnen; bovendien maken veel meer meisjes dan jongens de school niet af. Eén van de Millennium Ontwikkelingsdoelen voor 2015 is onderwijs voor ieder kind. Als een grote stap op de weg daar naartoe, hebben regeringsleiders afgesproken dat in 2005 evenveel meisjes als jongens naar school moeten gaan. The State of the Worlds Children 2004 maakt duidelijk dat veel landen niet op koers liggen om dat doel te halen. De oorlog tegen terrorisme heeft veel aandacht en fondsen opgeslokt die anders voor ontwikkelingsdoelen hadden kunnen worden ingezet. Als de inspanningen niet worden opgevoerd, zal het in de Afrikaanse landen onder de Sahara tot ver in de 22e eeuw duren voordat alle kinderen naar school gaan. Het niet halen van dit onderwijsdoel, maakt bovendien de kans minimaal dat landen de overige Millennium Ontwikkelingsdoelen voor 2015 zullen bereiken.

Investeren in onderwijs voor meisjes is binnen
ontwikkelingsdoelstellingen nooit een prioriteit geweest. Er werd altijd van uitgegaan dat economische voorspoed vanzelf armoede en ongelijkheid zou reduceren. Het tegendeel blijkt waar. Sociale ontwikkeling is juist een voorwaarde voor economische vooruitgang, zo blijkt onder meer uit onderzoek van de Wereldbank. Als meer meisjes naar school gaan, stijgt het Bruto Binnenlands Product per hoofd van de bevolking.

In het rapport worden voorbeelden beschreven van landen die er wél in slagen om meer meisjes naar school te krijgen. In Afghanistan gaan na de val van het Talibanbewind nu weer 4 miljoen kinderen naar school, waaronder 1 miljoen meisjes. Via de Back to School-campagne van de overheid, lokale organisaties en Unicef, is in korte tijd het geruïneerde onderwijsstelsel nieuw leven ingeblazen. De afschaffing van schoolgelden in Kenia van begin dit jaar, bleek voor ruim 1.3 miljoen kinderen waarvan bijna de helft meisjes - de drempel weg te nemen om naar school te gaan. Unicef helpt kinderen van achterstandsgroepen bij de aanschaf van boeken en schoolspullen. Ook de afschaffing van schoolgelden in Malawi, Tanzania en Oeganda leidde tot een spectaculaire verhoging van het aantal schoolgaande kinderen.

In een 7 stappen-plan roept Unicef overheden van ontwikkelingslanden op om alle schoolgelden voor basisonderwijs af te schaffen en meisjesonderwijs te integreren in plannen voor armoedebestrijding. Onderwijsdeelname van meisjes kan verder worden bevorderd via antidiscriminatiewetgeving die achterstelling van meisjes en vrouwen opheft. Donorlanden zouden 10% van het ontwikkelingsgeld standaard voor basisonderwijs moeten bestemmen. Zij zullen alles op alles moeten zetten om de door hen zelf afgesproken Millennium Ontwikkelingsdoelen te halen.