Nationale Bank van België
Federale Overheidsdienst
FINANCIEN
KABINET VAN DE MINISTER
2003-12-10
PERSCOMMUNIQUÉ
Uitspraak van het Arbitragehof
Het Arbitragehof heeft het beroep tot vernietiging van de artikelen 49 §§ 6 en 7 en 141 §§ 2 en 9 van de
wet van 2 ugustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, dat werd
ingesteld door een groep aandeelhouders van de Nationale Bank van België, verworpen.
Deze aandeelhouders riepen een belangenconflict in dat volgens hen zou voortvloeien uit de nieuwe
bevoegdheden die deze wet aan de Nationale Bank had toegekend in het kader van de hervorming van het
toezicht op de financiële sector, en maakten bovendien bezwaar tegen andere bepalingen van de wet die
betrekking hebben op de externe reserves en op het emissierecht van de Bank.
Het Arbitragehof heeft voor recht gezegd dat:
1. De bovenvermelde wet van 2 augustus 2002 het bestaande stelsel bevestigt: de externe reserves zijn
de officiële externe reserves van België die de Nationale Bank aanhoudt en beheert, en die zij
aanwendt voor de uitoefening van haar taken van algemeen belang. Deze taken zijn vastgelegd
door het Verdrag van Maastricht en door de wet, en hebben voornamelijk betrekking op het monetaire
beleid. De (..) bepaling,..., wijzigt niets aan het eigendomsrecht van de bedoelde reserves en regelt
enkel hun statuut binnen het Europees stelsel(considerans B.4.3 van het arrest.)
2. De wet bevestigt dat de Nationale Bank haar emissierecht niet heeft verloren met de verdwijning van
de Belgische frank. Krachtens het Verdrag van Maastricht wordt het emissierecht door de centrale
banken van het Eurosysteem uitgeoefend en is het uitgebreid tot het eurogebied in zijn
geheel.(considerans B.8.7.1)
3. Ten slotte, dat de aanwezigheid van leden van het Directiecomité van de Nationale Bank binnen de
Directiecomités van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen en van de Controledienst voor de
Verzekeringen de onafhankelijkheid van deze instellingen niet in gevaar brengt en de Bank geenszins in
een situatie van "controleur en gecontroleerde"plaatst. Integendeel, de samenstelling en de werking van
het directiecomité van de CBF (is) met voldoende waarborgen omringd om een onpartijdige
besluitvorming te betrachten (considerans B.15.6).
De gegrondheid van de stellingname die de Minister van Financiën en de Gouverneur van de Nationale
Bank in deze steeds hebben verdedigd in de informatie en de waarschuwingen die ze aan de
aandeelhouders en het publiek hebben gericht, wordt hierdoor volledig bevestigd.
_____
Communicatie de Berlaimontlaan 14 tel. + 32 2 221 46 28 BTW BE 203 201 340
Nationale Bank van België n.v. BE-1000 BRUSSEL www.nbb.be HRB 22 300