IP/03/1691
Brussel, 10 december 2003
Hervorming van het GLB: de Commissie vereenvoudigt de regeling
betreffende staatssteun in de landbouwsector
Vandaag is een verordening van de Commissie goedgekeurd die een
win-winsituatie moet opleveren: er wordt voor een eenvoudiger beheer
van en een doelmatig toezicht op de staatssteun aan de landbouw
gezorgd zonder dat de mogelijkheden voor de Commissie om de
ontwikkelingen op dit gebied te volgen minder worden. Dankzij de
nieuwe verordening zullen de lidstaten in de landbouwsector
staatssteun voor uiteenlopende doeleinden kunnen toekennen zonder
daarvoor de voorafgaande goedkeuring van de Commissie nodig te hebben.
Deze groepsvrijstelling zal een snellere tenuitvoerlegging van nieuwe
vormen van staatssteun in de landbouwsector mogelijk maken. Daardoor
zullen nationale programma's die tot doel hebben strengere normen op
het gebied van milieu, dierenwelzijn en hygiëne in de landbouw ingang
te doen vinden, gemakkelijker kunnen worden doorgevoerd. Inhoudelijk
gesproken wordt in de verordening geen toegeeflijker houding tegenover
staatssteun aangenomen, en met name worden geen vormen van staatssteun
toegestaan die als onverenigbaar met de interne markt worden
beschouwd. Het is dan ook volkomen verkeerd om te denken dat de
verordening in de richting van een "renationalisatie" van de
steunverlening aan de landbouwers gaat. In de hele EU zullen dezelfde
regels inzake staatssteun aan de landbouw blijven gelden.
Franz Fischler, de commissaris voor Landbouw, plattelandsontwikkeling
en visserij, heeft het volgende verklaard: "Nadat afgelopen zomer het
pakket tot hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid is
goedgekeurd, schaffen wij nu de voorafgaande controle door de
Commissie af voor een breed scala van maatregelen waarbij staatssteun
wordt toegekend aan de landbouw. Dit zal het voor de lidstaten
mogelijk maken om steunregelingen veel sneller ten uitvoer te leggen
en zo ook sneller te reageren op de uitdagingen waarvoor de
landbouwers staan. De Commissie heeft vandaag niet alleen de betrokken
verordening formeel goedgekeurd, maar ook een ontwerp-verordening
voorgesteld die een "de minimis"-regeling voor staatssteun in de
landbouwsector bevat (zie IP/03/1692). Deze twee verordeningen laten
zien dat de Commissie bereid is tot ingrijpende stappen om de
regelgeving voor de landbouw te vereenvoudigen.".
Op grond van de verordening zullen de lidstaten bijvoorbeeld tot 60 %
voor hun rekening kunnen nemen van de kosten van investeringen in
landbouwbedrijven. Voor investeringen ter verbetering van het
dierenwelzijn of van het milieu zal zelfs tot 75 % aan steun kunnen
worden toegekend zonder voorafgaande aanmelding bij de Commissie.
Er zal tot EUR 100 000 over drie jaar kunnen worden toegekend in het
kader van maatregelen om de productie en afzet van kwaliteitsproducten
te bevorderen. Eenzelfde bedrag zal kunnen worden toegekend in het
kader van maatregelen op het gebied van technische ondersteuning zoals
het verstrekken van bedrijfsadviezen of het bevorderen van deelneming
aan handelsbeurzen.
De afschaffing van de procedure van voorafgaande toestemming moet
worden gecompenseerd door verslaglegging achteraf van hoge kwaliteit
door de lidstaten, zodat de Commissie kan nagaan of aan de voorwaarden
van de verordening is voldaan. Ten behoeve van volledige transparantie
zal alle van aanmelding vrijgestelde staatssteun via het internet
worden bekendgemaakt voordat enige steun wordt betaald.
Belanghebbenden zullen hierdoor een volledig beeld van de
steunmaatregelen hebben. De Commissie kan een onderzoek beginnen als
er klachten zijn dat de nieuwe procedure wordt misbruikt.
Een nieuwe groepsvrijstelling
De verordening voorziet in een groepsvrijstelling voor bepaalde vormen
van staatssteun, tot bepaalde maxima, aan landbouwers of aan bedrijven
die landbouwproducten verwerken en afzetten. Dit betekent dat de
lidstaten dergelijke staatssteun niet langer vooraf ter goedkeuring
aan de Commissie hoeven voor te leggen. De verordening heeft
betrekking op kleine en middelgrote ondernemingen in de
landbouwsector. Gezien de gehanteerde definitie van dergelijke
ondernemingen (minder dan 250 werknemers en een jaaromzet van niet
meer dan 40 miljoen of een jaarlijks balanstotaal van niet meer dan 27
miljoen), geldt de verordening voor nagenoeg alle bedrijven die
landbouwproducten produceren, verwerken en/of afzetten.
Een doorzichtiger regeling
De Commissie voert ook een nieuwe transparantienorm in: over alle van
aanmelding vrijgestelde maatregelen voor de toekenning van staatssteun
van elke lidstaat zal via het internet beknopte informatie worden
bekendgemaakt vijf dagen voordat met de betaling van de steun wordt
begonnen. Hierdoor zullen alle landbouwers en ook alle andere
belanghebbenden een volledig beeld hebben van alle maatregelen voor de
toekenning van staatssteun die onder de groepsvrijstelling vallen.
Deze handelwijze zal op doeltreffende wijze voor doorzichtigheid en
vergelijkingsmogelijkheden (benchmarking) zorgen zonder de rompslomp
van een formele aanmelding en de daaropvolgende goedkeuring door de
Commissie.
De nieuwe verordening past in het streven van de Commissie om de
regels betreffende staatssteun te moderniseren en te vereenvoudigen en
om onnodig administratief werk af te schaffen. Dit streven is
gebaseerd op Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad, die de Commissie
de mogelijkheid biedt om voor bepaalde soorten van steunmaatregelen
groepsvrijstellingen vast te stellen. Op deze rechtsgrond heeft de
Commissie in 2001 Verordening (EG) nr. 70/2001 voor kleine en
middelgrote ondernemingen vastgesteld, die echter niet geldt voor de
landbouw. In beperkte mate zijn reeds vrijstellingen vastgesteld die
zich ook tot de landbouw uitstrekken, aangezien de Verordeningen (EG)
nr. 68/2001 inzake opleidingssteun en (EG) nr. 2204/2002 inzake
werkgelegenheidssteun beide mede betrekking hebben op de landbouw.
In combinatie met de bestaande artikelen 51 en 52 van Verordening (EG)
nr. 1257/1999 inzake plattelandsontwikkeling, die de lidstaten reeds
ruime mogelijkheden bieden om de aanmelding van staatssteun achterwege
te laten, zal de nu goedgekeurde verordening betreffende een
groepsvrijstelling voor de landbouw een enorme stap voorwaarts
betekenen als het erom gaat voor een doelmatig toezicht op en een
eenvoudiger beheer van de staatssteun aan de landbouw te zorgen zonder
dat de Commissie minder mogelijkheden heeft om de ontwikkelingen op
dit gebied te volgen.
De Commissie heeft haar besluit van vandaag genomen na breed overleg.
De ontwerp-tekst is eerst met de lidstaten besproken en vervolgens
bekendgemaakt in het Publicatieblad om ook anderen de gelegenheid te
geven erop te reageren. Daarna is er nog een tweede ronde van
besprekingen met de lidstaten geweest (zie IP/03/246).
Inhoud van de verordening
De verordening geldt voor de volgende steunmaatregelen, die dus van
aanmelding bij de Commissie zijn vrijgesteld mits wordt voldaan aan de
in de verordening gestelde specifieke voorwaarden:
* Investeringssteun tot 40 % mag worden toegekend aan landbouwers;
in agrarische probleemgebieden is dat 50 % en in het geval van
jonge landbouwers komen daar in beide gevallen nog 10
procentpunten bij. De steun mag niet uitsluitend voor specifieke
landbouwproducten worden verleend. Zo valt bijvoorbeeld een
specifieke steunregeling die alleen voor de varkenssector geldt,
niet onder de verordening. De landbouwers zijn vrij in de keuze
van de sector waarin zij investeren, zolang er maar voldoende
marktkansen zijn. Steun om de productiecapaciteit te vergroten is
vrijgesteld mits de uitbreiding niet meer dan 20% bedraagt,
gemeten op basis van de grootvee-eenheden of de beteelde
oppervlakte. Steun tot 60 % - en tot 75 % in de agrarische
probleemgebieden - kan worden toegekend voor investeringen op het
gebied van de bescherming of verbetering van het milieu, de
verbetering van de hygiëne op dierenhouderijbedrijven of de
verbetering van het welzijn van landbouwhuisdieren, voorzover die
investeringen verder gaan dan wat volgens de geldende
communautaire minimumeisen nodig is. Dergelijke steun mag wel op
bepaalde producten worden toegespitst.
* Steun tot 100 % kan worden toegekend voor de instandhouding van
traditionele landschappen en gebouwen; in de betrokken kosten kan
een redelijke vergoeding zijn begrepen voor de door de landbouwer
zelf of diens werknemers verrichte werkzaamheden, met een maximum
van EUR 10 000 per jaar.
* Er kan steun worden toegekend voor de verplaatsing van
landbouwbedrijfsgebouwen in het algemeen belang.
* Investeringssteun tot 40 % kan worden toegekend aan ondernemingen
die zich bezighouden met de verwerking en afzet van
landbouwproducten; in de doelstelling 1-regio's is dat 50 %. De
steun mag niet uitsluitend voor specifieke landbouwproducten
worden verleend. Zo valt bijvoorbeeld een specifieke steunregeling
die alleen voor de zuivelsector geldt, niet onder de verordening.
Ondernemingen zijn vrij in de keuze van de sector waarin zij
investeren, zolang er voldoende marktkansen zijn.
* Steun tot EUR 30 000 kan worden toegekend voor de vestiging van
jonge landbouwers.
* Steun voor vervroegde uittreding kan worden toegekend op
voorwaarde dat de commerciële landbouwactiviteiten permanent en
definitief worden beëindigd.
* Aan producentengroeperingen en unies daarvan kan aanloopsteun
worden toegekend die in totaal niet meer EUR 100 000 mag bedragen
en een degressieve bijdrage dient te zijn in de kosten over een
periode van ten hoogste vijf jaar (100 % van de aanloopkosten in
het eerste jaar, in de daaropvolgende jaren te verlagen met ten
minste 20 procentpunten per jaar).
* Er kan steun als bijdrage aan de betaling van verzekeringspremies
worden toegekend; indien uitsluitend verliezen zijn gedekt door
ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen
worden gelijkgesteld, kan de steun tot 80 % bedragen; zijn ook
door andere ongunstige weersomstandigheden of door dier- of
plantenziekten veroorzaakte verliezen gedekt, dan dient de steun
tot 50 % van de premies beperkt te blijven.
* Bij een ruilverkaveling is steun tot 100 % van de betrokken
juridische en ambtelijke kosten vrijgesteld van aanmelding.
* Steun tot EUR 100 000 per begunstigde over een periode van drie
jaar kan worden toegekend om de productie en afzet van
landbouwproducten van hoge kwaliteit te bevorderen; het kan onder
meer gaan om de kosten van marktonderzoek en dergelijke, de
invoering van kwaliteitsborgingssystemen, opleidingen voor de
toepassing van dergelijke systemen, de initiële certificering van
kwaliteitsborgings- en soortgelijke systemen en de door derden
verrichte controles.
* Steun tot EUR 100 000 per begunstigde over een periode van drie
jaar kan worden toegekend om de kosten van technische
ondersteuning in de landbouwsector te dekken; het betreft onder
meer onderwijs en opleiding voor landbouwers en
bedrijfsmedewerkers, bepaalde dienstverlening door een
bedrijfsverzorgingsdienst, advisering en de organisatie van en
deelneming aan wedstrijden, tentoonstellingen en vakbeurzen.
* Steun aan de sector dierlijke productie kan worden toegekend tot
100 % van de administratieve kosten die rechtstreeks zijn gemoeid
met de invoering en instandhouding van stamboeken, tot 70 % van de
door of in opdracht van derden uitgevoerde tests om de genetische
kwaliteit of het genetische rendement van dieren te bepalen, tot
40 % voor investeringen in centra voor de voortplanting van dieren
en voor de invoering op landbouwbedrijven van innovatieve
foktechnieken of methoden en tot 100% van de kosten van TSE-tests
op voor menselijke consumptie geslachte runderen met een maximum
van EUR 40 per test.
De bepalingen betreffende de uitgaven waarvoor in het kader van de
groepsvrijstelling staatssteun mag worden verleend, zijn hetzij
identiek met, hetzij restrictiever dan de huidige richtsnoeren voor
staatssteun in de landbouwsector.
De nieuwe verordening wordt nu in het Publicatieblad bekendgemaakt en
zal 20 dagen later in werking treden. Zij blijft van toepassing tot
eind 2006.
European Commission