IP/03/1699
Brussel, 10 december 2003
Commissie wil zich beter in Brussels stadsweefsel inpassen
De Commissie presenteert vandaag een nieuw gebouwen- en
infrastructuurbeleid voor haar aanwezigheid en werkzaamheden in
Brussel. Met deze strategie wil de Commissie haar gebouwen beter in
het stedelijk landschap inpassen, voor betere architectuur zorgen en
haar gebouwen toegankelijker maken, haar personeel meer gebruik laten
maken van het openbaar vervoer en de sociale infrastructuur uitbouwen.
Om een samenhangende ontwikkeling van de Europese wijk te garanderen
wil de Commissie ook de samenwerking tussen de Europese instellingen
versterken; ook acht zij het noodzakelijk dat de Belgische
autoriteiten een centrale gesprekspartner aanduiden met wie de
Europese instellingen een nauwe samenwerking kunnen aangaan voor alle
vraagstukken in verband met de ontwikkeling van de Europese wijk.
Neil Kinnock, vice-voorzitter van de Commissie en bevoegd voor
administratieve hervormingen, verklaarde bij de goedkeuring van de
strategie: "Het samenvallen van de recente presentatie van de plannen
van de Belgische autoriteiten voor de Europese wijk en de goedkeuring
vandaag door de Commissie van deze gebouwenstrategie biedt een echte
kans om iets te veranderen. De Commissie wil creatief inbreng leveren
in de discussies over de uitvoering van het Belgische plan, en wij
zullen via onze eigen initiatieven daartoe bijdragen en trachten de
overige Europese instellingen te betrekken bij de vooruitgang die kan
worden geboekt".
Eind 2003 hebben de Europese instellingen bijna 1 600 000 m² of zo'n
45% van alle kantoorruimte in de Europese wijk in gebruik. Het
economische effect van de aanwezigheid van de euroambtenaren en hun
gezinnen in totaal meer dan 50 000 mensen is uiteraard aanzienlijk, en
de talrijke aanverwante activiteiten, waaronder de Europese scholen,
het diplomatiek corps, de pers, vertegenwoordigingen, banken,
dienstverleners en internationale groeperingen en belangengroepen die
met de Europese Unie te maken hebben, leveren allemaal een bijdrage
aan de plaatselijke economie en aan de begroting van de Belgische
autoriteiten. Deze aanwezigheid heeft ook zijn bijwerkingen, vooral in
de Europese wijk. Deze kampt met de gevolgen van slechte planning en
verkeersoverlast. Zoals in tal van administratieve centra kan de
ontvolking 's avonds en in het weekend wel eens een gevoel van
onveiligheid met zich brengen. De kwaliteit van de gebouwen zelf is
soms bedroevend. Tot nu toe heeft de Commissie niet systematisch met
de Belgische autoriteiten overlegd en zich louter als een van de
gebruikers van de wijk opgesteld - van langetermijnplanning is
nauwelijks sprake geweest.
Om hier op middellange termijn verbetering in te brengen, heeft de
Commissie zich in de nu goedgekeurde strategie vier streefdoelen
gesteld:
De gebouwen van de Commissie in het stedelijk weefsel inpassen
teneinde de rol van de instelling te weerspiegelen en haar "image" ten
dienste van Europa te versterken:
door een combinatie van kantoor-, winkel- en woonruimte in de Europese
wijk aan te moedigen, onder andere door de gelijkvloerse verdieping
van sommige gebouwen van de Commissie vrij te maken voor
handelsactiviteiten;
door de Commissie meer invloed te geven op de architectuur van haar
gebouwen, met name door het uitschrijven van internationale
architectuurwedstrijden;
door zich meer te betrekken bij de algemene ruimtelijke planning van
de Europese wijk. Dat vereist van de kant van de Belgische
autoriteiten een centrale gesprekspartner een openbaar orgaan bevoegd
voor stadsontwikkeling en betere samenwerking tussen de Europese
instellingen.
De toegankelijkheid en kwaliteit van de gebouwen van de Commissie
verbeteren:
zowel de toegankelijkheid van de gebouwen zelf alsook betere
bewegwijzering met een project in de trant van een "Europese
wandelroute", en door alle gebouwen gemakkelijk toegankelijk te maken
voor personeelsleden en bezoekers met een mobiliteitshandicap.
De mobiliteit verbeteren:
tussen haar eigen gebouwen blijft de Commissie het gebruik van
dienstfietsen (waarvan er nu 100 zijn) en van het openbaar vervoer
bevorderen, in samenwerking met de Brusselse maatschappij voor
openbaar vervoer (MIVB); dankzij deze samenwerking kan het personeel
reeds gratis gebruik maken van bepaalde lijnen die de gebouwen van de
Commissie met elkaar verbinden. Dat dit beleid vruchten afwerpt,
blijkt uit de resultaten van een enquête, waarbij 63% van de
ondervraagden aangaven gebruik te maken van buslijn 22 die de meeste
gebouwen van de Commissie aandoet.
In de toekomst zal het aantal parkeerplaatsen in en rond
kantoorgebouwen nog dalen als gevolg van beleid ter vermindering van
verkeersoverlast. De Commissie ondersteunt dit beleid en zal daarom
met de Brusselse overheden samenwerken om goede alternatieven te
bieden voor de 56% van het personeel die nu nog met de auto naar
kantoor komt. Mogelijke oplossingen bestaan erin van de MIVB verdere
verbeteringen in het openbaar vervoer in, van en naar de Europese wijk
te verkrijgen en MIVB-abonnementen te verstrekken aan personeelsleden
die geen parkeerplaats bezetten. De voorzieningen voor fietsers zullen
ook worden uitgebouwd en de Commissie zal ook kinderopvang en andere
sociale infrastructuur zo trachten in te planten dat heen- en
weergereis tot een minimum wordt beperkt.
Een betere arbeidsomgeving voor het personeel, in samenhang met
sociaal beleid:
De Commissie streeft naar een rationeel gebruik van haar
kantoorruimte, met een reserve van 5% lege kantoren om snelle
reorganisatie met het oog op nieuwe taken, zoals die als gevolg van de
uitbreiding, mogelijk te maken. Momenteel worden proeven genomen met
nieuwe modellen van kantoorgebruik, zoals het delen van kantoren of
telewerken deze kunnen in de toekomst wellicht worden aangevuld met
het gebruik van open kantoorruimten.
Essentieel voor het welzijn en de motivatie van het personeel is het
ter beschikking stellen van meer kinderopvang van hoge kwaliteit -
daaraan is er momenteel gebrek. Twee nieuwe kinderopvanggelegenheden
zijn momenteel gepland, samen met naschoolse opvang op dezelfde plaats
als de Europese scholen.
European Commission