Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Speech van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij de managementdag van Rijkswaterstaat

Dames en heren, beste Rijkswaterstaters,

Hartelijk welkom op de managementdag van Rijkswaterstaat. Deze dag staat in het teken van het ondernemingsplan van RWS. Ik zie in het programma dat u dat plan vandaag samen grondig gaat bestuderen. Met het ondernemingsplan als leidraad zullen in de komende jaren ingrijpende veranderingen doorgevoerd worden. Bert Keijts zal daar zodadelijk dieper op ingaan. Om het ondernemingsplan van Rijkswaterstaat enigszins in perspectief te plaatsen, zou ik u graag willen vertellen hoe er rijksbreed wordt nagedacht over het functioneren van de overheid. Want de noodzaak om ons te bezinnen op de rol van de overheid, beperkt zich niet tot Rijkswaterstaat.

Precies een week geleden heeft minister De Graaf zijn actieprogramma Andere Overheid gepresenteerd. Het kabinet heeft dat plan goedgekeurd. Voor de hele overheid geldt dat we iets moeten met de roep om meer waar voor het belastinggeld en de steeds complexere maatschappelijke problemen. Centraal in het voorstel van De Graaf staat dat de overheid zich moet beperken tot haar kerntaken. Rijkswaterstaat heeft een heel belangrijke kerntaak onder zijn hoede, namelijk zorgen voor goede, betrouwbare en betaalbare infrastructuur.

In het actieprogramma Andere Overheid worden vier sporen onderscheiden. Om te beginnen kan de dienstverlening aan de burger veel beter. In de tweede plaats zou de overheid minder moeten regelen en dat vooral ook op een andere manier moeten doen. Terugdringen van de bureaucratie dus. Ten derde moet de overheid zich beter organiseren. Tot slot worden met het plan de relaties met decentrale overheden op een andere leest geschoeid. De uitgangspunten van het programma Andere Overheid hebben veel weg van die van het ondernemingsplan van RWS, dat u vandaag onder de loep gaat nemen. Laten we de vier sporen eens toepassen op het werk van Rijkswaterstaat.

De eerste actielijn is de verbetering van de dienstverlening aan de burger. In het ondernemingsplan van RWS wordt dit streven verwoord door de term publieksgericht. Het publiek is in dit geval niet alleen de burger, maar ook andere partners en overheden. RWS is hier natuurlijk al mee bezig. Een heel goed initiatief vind ik bijvoorbeeld het centrale informatienummer van Rijkswaterstaat. De weggebruiker kan bij één telefoonnummer terecht met al zijn vragen over de weg. Vanuit de weggebruiker gezien echt een staaltje van goede dienstverlening.

De tweede actielijn is het verminderen van de regelzucht van de overheid. De taken die niet strikt noodzakelijk door de overheid gedaan hoeven worden, moeten we meer uit handen geven. De markt kan het vaak minstens zo goed. Rijkswaterstaat gaat het principe hanteren: de markt, tenzij. Uiteindelijk moet tachtig procent van de werkzaamheden aanbesteed gaan worden. RWS zal als professioneel opdrachtgever de markt prikkelen om met slimme en creatieve oplossingen te komen tegen een zo gunstig mogelijke maatschappelijke prijs. Ook dit voornemen komt niet uit de lucht vallen. De recent opgeleverde projecten A5 en Sijtwende zijn voorbeelden van nieuwe samenwerkingsvormen tussen markt en overheid. In beide gevallen heeft die samenwerking tot prachtige resultaten geleid.

De derde actielijn is een betere organisatie van de overheid. In de plannen van Rijkswaterstaat wordt dit streven aangeduid als het huis op orde brengen. RWS moet af van de eilandenstructuur en weer één familie worden. Het doel van het ondernemingsplan is om in vijf jaar toe te groeien naar een kleinere, flexibelere en slagvaardigere organisatie. In het moderne overheidsbedrijf dat Rijkswaterstaat wil zijn, worden er duidelijke prioriteiten gesteld, is de aansturing helder en de aanpak bedrijfsmatig. Prestaties zullen worden vergeleken met die van vergelijkbare organisaties. Hopelijk kunnen we in 2008 na vergelijkend onderzoek zeggen dat we de beste netwerkbeheerder zijn van Europa!

Een vernieuwde relatie met de decentrale overheden - provincie, regio en gemeente is de vierde en laatste actielijn. De burger heeft geen boodschap aan administratieve grenzen en gescheiden verantwoordelijkheden. Die wil gewoon een goed product van de overheid. Voor Rijkswaterstaat als modern netwerkmanager betekent dat een veel intensievere samenwerking met andere netwerkbeheerders. Samen moeten we ervoor zorgen dat de burger in dit geval de weggebruiker vlot en veilig van A naar B kan reizen. Regionaal mobiliteitsbeleid is één van de speerpunten uit mijn eerste beleidsagenda. Daar is samenwerking voor nodig tussen Rijk en regios, maar vooral ook binnen regios. Rijkswaterstaat regisseert die samenwerking.

Als je het ondernemingsplan naast het actieprogramma Andere Overheid legt, zie je dat Rijkswaterstaat op het goede spoor zit. Er is ook al veel gebeurd. Ik noemde per actielijn al wat concrete projecten die laten zien dat RWS zich aanpast aan de wensen vanuit de samenleving. Ook in de organisatie van Rijkswaterstaat als zodanig is de afgelopen jaren al heel wat veranderd. In 1998 is met het IBO-traject een eerste flinke stap gezet naar een meer bedrijfsmatige werkwijze. De scheiding van beleid, uitvoering en inspectie heeft sinds 2000 geleid tot een helderdere taakverdeling binnen V&W. Met de agentschapvorming en het ondernemingsplan maken we nu een volgende slag naar een publieksgericht, helder aangestuurd en bedrijfsmatig Rijkswaterstaat.

Dames en heren,

Er staan ingrijpende veranderingen op stapel en het is duidelijk dat die ook personele gevolgen zullen hebben. Daar moeten we zorgvuldig en met gevoel mee omgaan. Ik kan me voorstellen dat de boodschap van vandaag voor u confronterend is. Maar ik wil u graag voorhouden dat de veranderingen vooral ook tot iets moois kunnen leiden. Iets waar we trots op kunnen zijn: Rijkswaterstaat als voorbeeldig modern overheidsbedrijf; flexibel en slagvaardig. Een organisatie waarin het prettig is om te werken en die nog meer gericht is op de burger. Want de burger, dat is ten slotte waar we het allemaal voor doen.

Dank u wel.