Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
IZ. 2003/2220
datum
09-12-2003

onderwerp
Kamervragen n.a.v. AO/Europa overleg 13 november jl TRC 2003/9612

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u schriftelijk de antwoorden toekomen die ik u heb toegezegd tijdens het Algemeen Overleg over de Raad Landbouw en Visserij op 13 november jongstleden. Het betreft de antwoorden op de vragen van de heer Van den Brink (LPF) naar aanleiding van de uitzondering voor slachtlammeren van elektronische identificatie en van de heer Waalkens (PvdA) over exportrestituties voor het transport van fokvee.

datum
09-12-2003

kenmerk
IZ. 2003/2220

bijlage

1. (Elektronische) identificatie slachtlammeren In de Raad wordt momenteel het voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een (elektronische) identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten behandeld. Dit voorstel voorziet in de mogelijkheid voor de lidstaten om een uitzondering te maken voor slachtlammeren jonger dan 12 maanden. Deze mogen geïdentificeerd worden met één oormerk met daarop de landencode en het bedrijfs-nummer en deze dieren hoeven niet geïdentificeerd te worden met een elektronisch identificatiemiddel. Overigens mogen deze lammeren niet het intracommunautaire handelsverkeer in, maar moeten binnen de eigen lidstaat geslacht worden. Ik ben van plan deze uitzonderingsmogelijkheid voor slachtlammeren alleen in te vullen voor lammeren die rechtstreeks van het geboortebedrijf naar het slachthuis gaan. Eventueel valt nog te bezien of een afvoer via een verzamelplaats ook onderdeel van de uitzondering kan maken. Indien slachtlammeren die van deze uitzondering gebruik kunnen maken niet tussen bedrijven kunnen worden verplaatst, is het lek zoals de heer Van den Brink dat noemt, niet zo ernstig. De risico's van besmetting met dierziekten van bedrijven door deze slachtlammeren zijn daarmee gering.
2. Exportrestituties voor het transport van fokvee De export van levende runderen maakt onderdeel uit van de marktordening voor rundvlees. Met de export van levende runderen wordt immers rundvlees uitgevoerd. Daarom bestaat er ook een exportrestitutie voor levende runderen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de export van fokrunderen en slachtrunderen. Voor slachtrunderen bestaan er voor de meeste bestemmingen categorieën geen restituties meer. Voor fokvaarzen bedraagt de restitutie 53 Euro per 100 kilogram. Bij een gewicht van 550 à 600 kilogram, komt dit neer op ongeveer 300 Euro per dier. Een gemiddeld transport bevat ongeveer 35 dieren. Dit betekent dat de totale waarde van de exportrestitutie van een dergelijk transport inderdaad 10.000 Euro bedraagt. Deze dieren hebben een waarde van gemiddeld circa 1.500 Euro en een transport van 35 dieren heeft dus een gemiddelde waarde van ruim 50.000 Euro. Zoals gezegd is er bij een transport van slachtrunderen in het algemeen (uitgezonderd bestemmingen Libanon en Egypte) geen exportrestitutie meer van toepassing. Tenslotte is het van belang dat de betaling van de restitutie is gekoppeld aan het naleven van de transportrichtlijn.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman


---