Negentig procent ernstig criminele jongens in detentie heeft
psychiatrische stoornis
Negentig procent van de criminele jongens die tot jeugddetentie of een
plaatsing in jeugdinrichting (PIJ) is veroordeeld, heeft een
psychiatrische stoornis. Dit blijkt uit onderzoek van kinder- en
jeugdpsychiater Coby Vreugdenhil.
Vreugdenhil heeft haar onderzoek uitgevoerd in zes gesloten justitiële
jeugdinrichtingen.
Zij stelde vast welke psychiatrische stoornissen deze jongens van
twaalf tot en met achttien jaar hebben. Het is voor het eerst in
Nederland dat het aantal psychiatrische stoornissen in een
representatieve steekproef van ernstig criminele jongeren is
vastgesteld. Het onderzoek is van groot belang om goede
behandelmethoden voor deze criminele jongens vast te stellen.
Vreugdenhil heeft ook de aard van de psychiatrische stoornissen
vastgesteld. 73% Van de onderzochte groep jongens voldeed aan de
criteria van een anti-sociale gedragsstoornis, 14% aan die van een
oppositioneel opstandige gedragsstoornis, 8% had een
aandachtstekortstoornis, met of zonder hyperactiviteit (ADHD), 55%
misbruik van of verslaving aan alcohol en/of drugs, 34% had
psychotische verschijnselen, 9% voldeed had een angststoornis, 6% een
stemmingsstoornis, en 67% voldeed aan de criteria van ten minste twee
psychiatrische stoorniscategorieën.
72% Van de jongens was veroordeeld voor een gewelds- en/of
zedendelict en 30% was al eerder veroordeeld tot jeugddetentie of een
strafrechtelijke behandelmaatregel.
Er bleken geen verschillen te bestaan in het voorkomen van
psychiatrische stoornissen tussen allochtone en autochtone jongens.
Ook kon bij de jongens die drugs gebruikten of psychotische
verschijnselen hadden, geen relatie worden vastgesteld met gewelddadig
crimineel gedrag. Vreugdenhil heeft echter niet het drugs- of
alcoholgebruik en psychotische verschijnselen direct voor het plegen
van geweldsdelicten onderzocht.
Het onderzoek is gebaseerd op interviews met 204 jongens.
Vreugdenhil is kinder- en jeugdpsychiater in één van de gesloten
justitiële jeugdinrichtingen die betrokken waren bij het onderzoek.
Zij promoveert op 3 december aan het VU medisch centrum.
VU ziekenhuis