Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Verenigde Naties en Internationale Financiële Instellingen

Afdeling Internationale Financiële Instellingen

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 3 december 2003

Behandeld


- Heino van Houwelingen


Kenmerk


- DVF/IF-221/03

Telefoon


- (+31) (0)70 3484495


Blad


- 1/5

Fax


- (+31) (0)70 3484803


Bijlage(n)


- 1


- heino-van.houwelingen@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen vanhet lidKoendersovermogelijke steun van de Wereldbank aan het BTC project

Graag - bied ik u hierbij- , mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en Financiën, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Koenders over - mogelijke steun van de Wereldbank aan het BTC project. Deze vragen werden ingezonden op - 10 november 2003 met kenmerk - 2030402660.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelings-samenwerking, mede namens de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken en de heer Zalm, minister van Financiën, op vragen van het lid Koenders (PvdA) over mogelijke steun van de Wereldbank aan het BTC project.

Vraag 1
Bent u op de hoogte van het positieve advies van de International Finance Corporation (IFC) met betrekking tot de financiering van de omstreden Bakoe-Tbilisi-Ceyhan (BTC) oliepijplijn?-

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Welke stem zullen de Nederlandse bewindvoerders uitbrengen met betrekking tot de pijplijn en waarom?

Vraag 3
Wat is uw standpunt ten aanzien van de verhouding van dit positieve advies met de hogere standaarden van duurzame ontwikkeling en maatschappelijk verantwoord ondernemen die de Wereldbank ook zichzelf in toenemende mate stelt? Bent u bereid de Nederlandse bewindvoerders bij de betrokken instellingen actief stelling te laten nemen tegen projecten die hier niet of nauwelijks aan voldoen?

Antwoord
De Nederlandse bewindvoerder heeft namens de kiesgroep waarvan Nederland deel uitmaakt ingestemd met het voorstel van de International Finance Corporation (IFC) om te investeren in de BTC-pijplijn met een eigen lening van IFC ter hoogte van 125 miljoen US Dollar en deelname voor een bedrag van 125 miljoen US Dollar aan een syndicaatlening. Dit voorstel is aangenomen tijdens de vergadering van de Raad van Bewindvoerders op 6 november jl.

De betrokkenheid van IFC bij het BTC-project heeft geleid tot een verbetering van het project ten aanzien van de mate waarin rekening wordt gehouden met diverse milieu- en sociale aspecten. Tevens heeft ze bijgedragen aan een grotere transparantie doordat diverse studies en overeenkomsten, zoals milieueffectrapportages, regional review en de Host Government Agreements (HGAs), openbaar zijn gemaakt, onder andere via internet (- - www.ifc.org/btc).

Het voorstel voldeed aan de relevante standaarden van IFC zelf alsmede de regio als geheel, en biedt in potentie belangrijke economische en sociale voordelen voor de betrokken landen.

Het belang van het voldoende gevolg geven aan de safeguard policies in de verdere uitwerking en implementatie van het project, alsmede van doorgaande monitoring is tevens benadrukt door de Nederlandse bewindvoerder.

De mate waarin projectvoorstellen voldoen aan de relevante standaarden van de Wereldbank Groep vormt de toetssteen voor de stellingname van de Nederlandse bewindvoerder bij de beoordeling van het economische en sociale belang van hulp- en investeringsvoorstellen.

Vraag 4
Hoe verhoudt zich naar uw oordeel de mogelijke steun van de Wereldbank aan het BTC-project tot de zeer kritische eigen evaluatie over de oliewinningsprojecten waar veelal sprake zou zijn van wanbeleid, corruptie en ernstige averechtse sociale effecten?

Antwoord
Uit deze evaluatie bleek het belang van een goed toezicht op de uitvoering van eenmaal goedgekeurde projecten (monitoring). Een uitgebreid stelsel voor monitoring is thans onderdeel van het voorstel voor het BTC-project. Dit monitoringstelsel bestaat uit negen verschillende lagen, variërend van operationeel bedrijfstoezicht, tot nationale monitoring door de drie betrokken landen die daarbij ook nationale NGO's betrekken, tot toezicht door een panel van onafhankelijke experts die rapporteren aan de grootste investeerder in het project, British Petroleum.

Op voorstel van de Nederlandse bewindvoerder heeft het management van IFC zich verplicht om daarnaast jaarlijkse consultaties in de regio te organiseren met de diverse nationale en internationale belanghebbende partijen over de voortgang met en het toezicht op de implementatie van het project.

IFC poogt met de manier waarop dit project wordt aangepakt gevolg te geven aan de genoemde evaluatie van oliewinningprojecten. De Nederlandse bewindvoerder heeft IFC management gevraagd om in zijn Strategic Directions aan te geven hoe IFC gevolg zal geven aan de lessen die zijn getrokken uit de genoemde evaluatie. De ervaring opgedaan met het BTC-project kan daarin worden meegenomen.

Vraag 5
Welke mogelijke negatieve gevolgen ziet u voor de positie van Turkije ten op zichte van de EU, gezien de Host Government Agreement (HGA, die voorrang heeft boven nationale wetten behalve de grondwet) die Turkije met het BTC consortium heeft afgesloten? Is deze HGA niet in strijd met het Turkse Toetredingspartnerschap met de EU en de Kopenhagencriteria waaraan Turkije zal moeten voldoen?

Antwoord
Ik zie geen mogelijke negatieve gevolgen voor de positie van Turkije ten opzichte van de EU. In het kader van het Turkse Toetredingspartnerschap is het acquis communautaire slechts in beperkte mate van toepassing op Turkije en voor zover dit het geval is bestaat er geen strijdigheid met de HGA. Op 16 mei 2003 hebben de drie betrokken landen en BTC Co. (het bedrijf waarin de diverse investeerders in het project zijn verenigd) tevens een gezamenlijke verklaring uitgegeven waarin zij o.a. bevestigen dat wanneer in de diverse documenten betreffende het BTC-project wordt gerefereerd aan EU-standaarden dit de EU-standaarden betreft zoals ze op ieder moment geldig zijn.

Vraag 6
Bent u, met verwijzing naar uw antwoord op eerdere vragen- u aangaf bereid te zijn een milieueffectrapportage (met oog voor ecologische en sociale aspecten) uit te laten voeren indien de betreffende landen daarom verzoeken, ook bereid een milieueffectrapportage actief aan te bieden aan uw collega's in de betreffende landen?

Antwoord
Op verzoek van Georgië heeft de Nederlandse Commissie voor de milieueffectrapportage (Comissie-MER) een advies uitgebracht over de milieueffectrapportage die is uitgevoerd door BTC Co. (Environmental and Social Impact Assessment) over het Georgische deel van het traject van de BTC pijplijn. Dit advies van de commissie milieueffectrapportage is gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu.

De regeringen van Turkije en Azerbeidzjan hebben geen verzoek om een toetsing door de Comissie-MER gedaan. De betrokken landen (en de IFC en de EBRD) hebben overigens hun besluitvorming over dit project inmiddels afgerond, waardoor een advies ten behoeve van deze besluitvorming niet meer aan de orde is.


- De Volkskrant, 4 november jl., 'Wereldbank verschaft cruciale steun aan omstreden pijplijn'


- Aanhangsel-Handelingen nr. 1007, vergaderjaar 2002-2003.


---