Ministerie van Algemene Zaken

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postadres der Staten-Generaal Postbus 20001
2500 EA Den Haag

Datum Kenmerk Onderwerp
2 december 2003 03M462073 Inkomensontwikkelingen


De heer Bos heeft bij de regeling van werkzaamheden gevraagd om een toelichting op mijn uitspraken bij de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer over de koopkrachtontwikkeling in 2004. Dit mede in het licht van de informatie uit de brief, die bij de Algemene Politieke Beschouwingen in uw Kamer was toegezegd, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 november jl. (ASEA/LIV/2003/88030).

In de Macro Economische Verkenning 2004 van het Centraal Planbureau ­ die jongstleden Prinsjesdag is uitgebracht ­ is het koopkrachtbeeld weergegeven. In tabel 4.7 is het koopkrachtbeeld van standaard huishoudens op basis van de generieke inkomenseffecten gegeven. Dit geeft het generieke beeld tussen -1% en 0% in koopkrachtontwikkeling. Deze cijfers heb ik genoemd tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer.

Tijdens deze Beschouwingen heb ik tegelijkertijd helder aangegeven dat er geen sprake is van koopkrachtbehoud en van koopkrachtgarantie. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in de Eerste Kamer heb ik dit herhaald en daarbij nader toegelicht dat er altijd gevallen zijn die naar boven en naar onder afwijken op grond van specifieke inkomenseffecten, en dat er geen sprake kan zijn van koopkrachtgarantie in individuele gevallen1. Ik heb toen verwezen naar de cijfers van het Centraal Planbureau inclusief de specifieke inkomenseffecten; zij staan in figuur 4.5 van de Macro Economische Verkenning 2004 .

Bij de opstelling van het inkomensbeleid heeft het kabinet nader gekeken naar kwetsbare groepen. Voor minima die meerdere jaren op een bijstandsuitkering zijn aangewezen wordt een langdurigheidtoeslag ingevoerd. Voor de groep van chronisch zieken en gehandicapten is aan de inkomenskant is een tegemoetkomingregeling voorgesteld die tot nu toe niet bestond. Deze regeling komt in belangrijke mate ten


1 Zie onder andere Handelingen EK 3-133, 21 oktober 2003 en TK 3-88, 18 september 2003.



gunste van ouderen. Daarmee wordt ­ zoals eerder gezegd ­ geen garantie gegeven. Wel is een extra inspanning gedaan voor deze groepen.

Het beeld dat uit bovengenoemde brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar voren komt is derhalve niet zozeer nieuw, als wel - op uw verzoek ­ op onderdelen verder gespecificeerd.

Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

DE MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken,

Mr.dr. J.P. Balkenende

Pagina

2/2