Landelijk Parket, 2 december 2003
Politie legt beslag op kinderporno in zestien woningen
In een door het Korps landelijke politiediensten (KLPD) gecoördineerd
onderzoek naar de verspreiding van kinderpornografie via internet zijn
vandaag twee verdachten aangehouden en 16 woningen doorzocht. Daarbij
is beslag gelegd op 28 personal computers, 70 hard disks en honderden
cds, dvds en videos.
De twee aangehouden verdachten zijn een 41-jarige man uit Nunspeet en
een 30-jarige man uit Sneek. Bij de verdachte uit Sneek zijn 1587
films en 47.000 fotos met vermoedelijk kinderpornografie in
beslaggenomen. Bij doorzoekingen in de politieregios Limburg-Noord en
Limburg-Zuid zijn bovendien twee hennepkwekerijen aangetroffen.
Alle verdachten maakten gebruik van het zogeheten peer-to-peer (P2P)
programma van Kazaa. Met behulp van dit programma kunnen individuele
computergebruikers wereldwijd op een gemakkelijke manier bestanden
delen en uitwisselen. Op het moment dat bestanden worden gevonden en
gedownload is tussen gebruiker en aanbieder een directe verbinding.
Meldingen
Het onderzoek is in mei 2003 onder verantwoordelijkheid het Landelijk
Parket gestart na meldingen van het particuliere Meldpunt Kinderporno
op Internet. In het onderzoek zijn ook meldingen uit het buitenland en
meldingen uit verschillende politieregios meegenomen.
Tijdens internetsurveillances viel het de rechercheurs op dat een
aantal Kazaa-gebruikers grote hoeveelheden kinderpornografie,
waaronder ook beelden van zeer jonge kinderen, aanboden. Het ging niet
alleen om gebruikers in Nederland, maar ook vanuit de Verenigde Staten
werd kinderpornografie verspreid. De rechercheurs van het KLPD
identificeerden 26 verdachten in Nederland en de Verenigde Staten.
In overleg met de arrondissementsparketten en de regionale
politiekorpsen is besloten gezamenlijk in te grijpen. De resultaten
van het KLPD-onderzoek zijn overgedragen aan de regionale
politiekorpsen, die vandaag onder leiding van officieren van justitie
bij de arrondissementparketten zijn overgegaan tot doorzoekingen van
de woningen van de verdachten. Ook wordt onderzocht of verdachten zelf
schuldig zijn aan seksueel misbruik van kinderen en de productie van
kinderpornografisch beeldmateriaal.
In Nederland wordt aan het onderzoek deelgenomen door de regionale
politiekorpsen van Groningen, Friesland, Drenthe, Noord- en Oost
Gelderland, Gelderland-Midden, Hollands Midden, Haaglanden,
Brabant-Noord, Midden- en West Brabant, Limburg-Noord, Limburg-Zuid,
Flevoland en Amsterdam-Amstelland.
De informatie over de tien verdachten in de Verenigde Staten is voor
verder onderzoek overgedragen aan de US Customs Service.
Kinderporno op internet
Op Internet circuleert een constante stroom van kinderpornografische
afbeeldingen. Onderscheid kan worden gemaakt in 'oude' afbeeldingen,
gemaakt en gepubliceerd in de periode 1970-1980; 'recente'
afbeeldingen, vanaf 1980 tot de wetswijziging in 1996 en 'nieuwe'
afbeeldingen, gemaakt en verspreid vanaf 1996 tot heden.
Ongeveer 60 tot 70% van de bekende afbeeldingen vallen in de categorie
'oud'. Een groot deel van de feiten die in de categorie 'oud' vallen,
is verjaard. Overigens worden de laatste tijd steeds vaker recente
afbeeldingen aangetroffen op internet.
Het wereldwijde gebruik van internet maakt een internationale aanpak
en coördinatie van onderzoeken naar de verspreiding van
kinderpornografie via internet noodzakelijk. Het KLPD coördineert
internationale onderzoeken naar kinderpornografie en beheert de
nationale database kinderpornografie. Interpol beheert de
internationale database kinderpornografie, waarin alle beelden zijn
opgenomen waarvan de slachtoffers en daders zijn geïdentificeerd.
Europol coördineert Europese onderzoeken naar kinderpornografie op
internet in netwerken.
Openbaar Ministerie