AutoRai

2-12-2003

De nieuwe Porsche Cayenne: basismodel op topniveau

Met de nieuwe Cayenne rondt Porsche het programma van haar sportieve multi-purpose-model uit met een derde modelvariant.

Dit nieuwe basismodel wordt aangedreven door een zescilindermotor en biedt dezelfde uitstekende eigenschappen op het gebied van rijdynamiek, veiligheid en terreinvaardigheid die de achtcilindermodellen Cayenne S en Cayenne Turbo wereldwijde erkenning en hoge verkoopcijfers hebben bezorgd.

Net als de modellen Cayenne S en Cayenne Turbo ligt ook de Cayenne met V6-motor wat betreft zijn motor- en rijprestaties op een hoog niveau. De 24-kleppen-motor levert 250 pk (184 kW) bij 6.000 tpm. Het maximum koppel bedraagt 310 Nm tussen 2.500 en 5.500 tpm. Al bij iets boven de 2.000 tpm is reeds 300 Nm beschikbaar; een waarde die tot boven de 5.500 tpm beschikbaar blijft. Het prestatiepotentieel spreekt dan ook voor zich: acceleratie 0 tot 100 km/h in 9,1 seconden; topsnelheid 214 km/h.

De zescilinder-uitvoering verschilt aan de buitenkant op twee punten van zijn grote broer Cayenne S: enerzijds door de typeaanduiding op de achterklep en anderzijds door de kleur van de remklauwen, die bij de V6 zwart zijn. Deze decente kleurverschillen bij de verschillende vermogensvarianten is een traditie bij Porsche.

Zescilindermotor in de Cayenne
Voor het eerst past Porsche bij de Cayenne een zescilindermotor in V-vorm toe. Deze is beter geschikt voor het frontmotorconcept van de Cayenne dan de legendarische boxermotor uit de 911-serie. Zijn prestaties zijn echter typisch Porsche. Met een specifiek vermogen van 57,7 kW per liter (78 pk/l) overtreft de 3,2-liter V6 zelfs de 4,5-liter V8 uit de Cayenne S.

Deze vermogensontwikkeling heeft een goede technische reden. Bij de nieuwe zescilinder gaat het om een 24-kleppen motor met een blokhoek van 15 graden en twee bovenliggende nokkenassen. Zowel de in- als de uitlaatnokkenas zijn traploos verstelbaar via vleugelcelverstellers. De kleppen worden bediend via roltuimelaars. Dankzij hun geringe wrijving resulteren ze in een stillere motorloop en een lager brandstofverbruik. Dit motorconcept is bovendien verrassend economisch. Bij een rustige rijstijl is een brandstofverbruik van minder dan twaalf liter benzine per 100 kilometer mogelijk. Volgens de EU-norm verbruikt de Cayenne bij een uitgebreide stadsrit 10,6 liter per 100 kilometer. Het gemiddelde verbruik volgens de EU-norm, waarin ook de stadsrit is verdisconteerd, bedraagt 13,2 liter per 100 kilometer. De emissie van schadelijke uitlaatgassen is mede dankzij de stereo-lambdaregeling uiterst gering. Zo voldoet de Cayenne probleemloos aan de EU4-norm en in de VS aan de strenge LEV-norm.

Een economische rijstijl is eveneens te danken aan de cilindergeometrie van de V6-motor. Deze is met een slag van 95,5 millimeter en een boring van 84 millimeter geconstrueerd als een lange-slag-motor, hetgeen resulteert in een groot koppel bij lage toeren. Ter reductie van torsietrillingen in de krukas en daarmee een reductie van de algehele belasting van de motor is een dubbel vliegwiel toegepast.

De basismotor, die van een externe leverancier wordt betrokken, is door de Porsche-ingenieurs verder ontwikkeld en gemodificeerd, zodat hij berekend is op de extreme belastingen die bij terreinrijden kunnen optreden. Tevens streefden de Porsche-ingenieurs naar een optimaal koppelverloop bij alle snelheden. Dit werd gerealiseerd om voor de V6-motor een nieuw, omschakelbaar inlaatspruitstuk te ontwikkelen. Ook de koeling kreeg bijzondere aandacht. Zo is de Cayenne tot een buitentemperatuur van 50° C geschikt voor het trekken van een aanhanger tot 3.500 kg. Door een bijzonder effectieve, vloeistofgekoelde oliekoeler blijft de olie ook bij deze zware belastingen onder de veilige grens van 150° C. Zelfs door vollast-ritten in Death Valley (Verenigde Staten) laat de V6-motor zich niet aan de kook brengen. Daarnaast wordt de koelvloeistof door een high performance pomp gecirculeerd. Deze heeft een capaciteit om zon 14.000 liter per uur door het totale koelsysteem te laten stromen en zo de koelvloeistoftemperatuur ook bij deze enorme belastingen onder de 120° C te houden.

De aandrijving van snaren en riemen is zo ontworpen, dat ook bij rijden door water grote krachten kunnen worden overgedragen, waarmee ook bij langere ritten door dieper water een ongestoorde motorloop wordt gegarandeerd. Als resultaat heeft de V6 bijvoorbeeld een doorwaaddiepte van 500 mm en mag de auto 45° kantelen in elke richting.

Direct bij het openen van de motorkap is duidelijk dat ook het hele inlaattraject de handtekening van Porsche draagt. De V6-motor ademt door een omschakelbaar inlaatspruitstuk, dat volgens het gecompliceerde kernsmeltproces is geproduceerd. Dit speciale proces maakt het mogelijk om optimale verlopen van de luchtkanalen te fabriceren. In het onderste toerengebied wordt daarbij het langere inlaatkanaal gekozen, om zo een groter koppel te realiseren. Boven circa 4.250 toeren wordt overgeschakeld op het korte kanaal, dat een groter vermogen mogelijk maakt.

En last but not least klinkt de Cayenne ook als een échte Porsche. Storende motorgeluiden worden enerzijds met drie decibel gereduceerd door een met schuim gedempte kap (met de naam Porsche) over het inlaatspruitstuk. Het eigenlijke inlaatgeluid blijft echter door een perforatie in het schuim duidelijk hoorbaar. De sound uit de beide uitlaatpijpen heeft hetzelfde diepe en sonore karakter, waardoor ook de beide achtcilinders zon akoestisch genot zijn.

Nieuwe zesversnellingsbak met innovatieve Porsche Drive-Off Assistant De kracht van de zescilindermotor in de nieuwe Cayenne wordt standaard via een nieuw ontwikkelde handgeschakelde zesversnellingsbak overgebracht op de wielen. De transmissie onderscheidt zich onder meer door een transmissiehuis uit aluminium persgietwerk. Ook hier hebben de ontwikkelingsingenieurs van Porsche speciale aandacht aan de terreineigenschappen besteed, zoals waden en gebruik onder extreme langshellingen en dwarshoeken. De transmissie moet immers even betrouwbaar het motorvermogen overdragen op een helling van 45 graden (een stijging van 100 procent) als bij een rit met topsnelheid op de snelweg.

De bestuurder beschikt daarbij over een vertrouwd schakelpatroon. Net als bij de sportwagens van Porsche heeft ook de Cayenne het karakteristieke patroon met vier schakelcoulissen. De achteruit ligt in een eigen coulisse, links-voor, en wordt door een zogenoemde slagsper een door veerkracht gerealiseerde, verhoogde inlegkracht beschermd tegen ongewenst inleggen.

Deze versnellingsbak van de Cayenne is standaard gecombineerd met een innovatief assistentiesysteem dat de bestuurder ontlast bij het wegrijden op hellingen. Deze Porsche Drive Off Assistant, kortweg PDOA genoemd, beschermt de auto via een automatische remingreep tegen terugrollen. Laat de bestuurder de koppeling opkomen, dan neemt het PDOA-systeem gelijktijdig de remdruk terug, zodat de Cayenne veilig kan wegrijden. PDOA schakelt in, zodra de auto met lopende motor stilstaat, een vooruitversnelling is gekozen, en de bestuurder zowel het koppelings- als het rempedaal heeft ingetrapt. Neemt hij nu zijn voet van het rempedaal of laat hij de handrem los, dan houdt PDOA de remdruk in stand tot de koppeling wordt losgelaten. Wordt het wegrijproces onderbroken, dan wordt de remdruk direct weer opgebouwd, Aangezien PDOA geen vervanger is van de handrem, wordt het systeem uitgeschakeld als de motor wordt uitgezet.

Tiptronic S met zes versnellingen
Als alternatief voor de handgeschakelde zesversnellingsbak, die vanaf begin 2004 leverbaar is, kan de Cayenne ook worden uitgerust met de zestraps Tiptronic S-transmissie. Deze speciaal op de Cayenne-modellen afgestemde zestraps-Tiptronic biedt in vergelijking met de Tiptronic in de sportwagens niet alleen een extra versnelling, die een nog individuelere aanpassing van de schakelpunten mogelijk maakt, maar ook handmatig schakelen door het aantippen van de keuzehendel of het gebruik van de wipschakelaars aan het stuur. Deze extra bedieningsmogelijkheid is vooral bestemd voor veilig schakelen in het terrein. Om eventuele fouten bij off-road-rijden met ingelegde terreinoverbrenging te voorkomen, worden de wipschakelaars in het stuur dan automatisch gedeactiveerd en is handmatig schakelen alleen nog maar mogelijk door het aantippen van de keuzehendel. Daarbij kiest de Tiptronic dan speciale referentielijnen die zijn gekozen voor een optimale doseerbaarheid van de auto in het terrein.

Daarnaast is de Tiptronic S in de Cayenne uitgevoerd met een zogenoemde Hill-Holder-functie. Daarmee wordt automatisch het terugrollen van de auto voorkomen zelfs op een helling van 100 procent (45°).

Kortstondige, handmatige beïnvloeding bij automaat-rijden De kortstondige, handmatige beïnvloeding bij rijden in de automatische modus is een belangrijk kenmerk van de Tiptronic S automatische transmissie. Wie de keuzehendel vanuit de automatische-coulisse naar links in de handgeschakelde-coulisse beweegt, kan schakelen via de bekende wipschakelaars in de spaken van het stuurwiel. De wipschakelaars kunnen echter ook in de automatische modus worden gebruikt. Bijvoorbeeld voor spontaan terugschakelen bij inhalen of om de remmende werking van de motor vóór een bocht te benutten. Deze handmatige modus blijft minstens acht seconden actief, zolang geen andere ingreep volgt. Deze acht seconden worden verlengd bij bergafwaartsrijden, in verband met de remmende werking van de motor, of bij dwarsversnelling in bochten, als even daarvoor is teruggeschakeld om sportief te kunnen rijden. Tijdens het rijden in deze modus brandt in de rechter klok de indicatie M en wordt de gekozen versnelling getoond. Tegelijkertijd blijft de kickdown-functie behouden, zodat spontaan kan worden teruggeschakeld. Daardoor schakelt de automaat voorzover snelheid en motortoerental dat toestaan maximaal drie versnellingen terug.

In de automatische modus biedt de Tiptronic S diverse in het transmissiemanagement geprogrammeerde referentieveldprogrammas. Deze worden telkens automatisch en traploos aangepast aan rijstijl en omgevingsomstandigheden. De bandbreedte van de schakelpunten varieert van een bijzonder economische variant bij rustig rijden (vroeg opschakelen, lage motortoerentallen) tot een zeer dynamisch schakelprogramma (snel terugschakelen bij gasgeven, gebruik van het toerenkarakter van de motor). De manier waarop de bestuurder het gaspedaal intrapt is daarbij beslissend. Snelle pedaalbewegingen, bijvoorbeeld op een bochtig traject, alsmede vaak nadrukkelijk accelereren, resulteren in een verschuiving van de schakelpunten naar de zeer dynamische variant. Een rustige rijstijl zorgt voor een verschuiving naar het andere uiterste.