IP/03/1626
Brussel, 28 november 2003
Extra stimulansen voor participatie van de toetredende landen en
kandidaat-lidstaten in het EU-onderzoek
Vandaag ontmoet Europees Commissaris voor wetenschappelijk onderzoek
Philippe Busquin in Brussel de ministers en hooggeplaatste
vertegenwoordigers van de 13 toetredende landen en
kandidaat-lidstaten. Zij zullen het hebben over hun deelname aan het
zesde EU-kaderprogramma voor wetenschappelijk onderzoek 2002-2006
(KP6) en meer in het bijzonder over de respons op de eerste
uitnodigingen tot het indienen van voorstellen. Uit de beschikbare
cijfers blijkt dat er op het stuk van participatie van de toetredende
landen en kandidaat-lidstaten in het KP6 nog een en ander kan worden
verbeterd. Van de meer dan 100 000 aanvragen tot deelname aan het KP6
kwamen er slechts 13 000 uit de toetredende landen en
kandidaat-lidstaten nauwelijks 12,7 %, dus. Er werden uiteindelijk ook
slechts 1500 organisaties voor KP6-financiering geselecteerd,
hoofdzakelijk op gebieden als nanotechnologie, informatiemaatschappij,
energie en vervoerprojecten. Eerder dit jaar heeft de Commissie voor
een bedrag van 13 miljoen euro specifieke ondersteuningsacties opgezet
om de participatie van de 13 toetredende landen en kandidaat-lidstaten
(Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen,
Malta, Polen, Roemenië, Slowakije, Slovenië en Turkije) in het KP6 aan
te moedigen, te bevorderen en te vergemakkelijken.
Vanaf de start van het zesde kaderprogramma hebben de toetredende
landen en kandidaat-lidstaten op voet van gelijkheid met de
EU-lidstaten aan de EU-onderzoekinitiatieven geparticipeerd, aldus
Commissaris Busquin. Ons doel is de verdere integratie van die landen
in de Europese Onderzoekruimte. Omdat alle partijen baat kunnen hebben
bij het aanzienlijk wetenschappelijk potentieel waarover deze landen
op velerlei gebied beschikken, moeten wij ervoor zorgen dat hun
participatie in het kaderprogramma in overeenstemming is met hun reële
mogelijkheden. Er is op dat punt nog ruimte voor verbetering, en ik
vertrouw erop dat de wetenschappers in de EU-lidstaten, de toetredende
landen en de kandidaat-lidstaten een extra inspanning zullen leveren
om dit doel te bereiken.
Een groot wetenschappelijk potentieel omzetten in overeenkomstige
onderzoekprestaties
De eerste cijfers (zie bijlage) wijzen uit dat op een totaal van 106
000 deelnemers aan de tot dusver in het kader van het KP6 voorgestelde
projecten, slechts 13 450 deelnemers (12,7 %) afkomstig zijn uit
toetredende landen of kandidaat-lidstaten. Bij de voorstellen die voor
financiering werden geselecteerd, zijn slechts 1 500 organisaties uit
toetredende landen of kandidaat-lidstaten betrokken. Dit komt neer op
een succespercentage van 13 %, terwijl dit cijfer voor de lidstaten 19
% bedraagt.
Van de hoogste participatiegraad is sprake op prioritaire gebieden
zoals nanotechnologie (21,8 %), informatiemaatschappij (16,8 %) en
duurzame ontwikkeling, mondiale veranderingen en ecosystemen (9,4 %);
de laagste participatiegraad doet zich voor in het lucht- en
ruimtevaartonderzoek (1,3 %). Bij 40 % van de voorstellen zijn
toetredende landen en/of kandidaat-lidstaten betrokken.
Het KP6 is het belangrijkste instrument waarover de Unie beschikt voor
de financiering van wetenschappelijk onderzoek in Europa. Alle
toetredende landen en kandidaat-lidstaten(1)
zijn met het EU-kaderprogramma geassocieerd en voor deze landen gelden
dezelfde rechten en plichten als voor de lidstaten (zie ook bijlage
1). Zeven landen(2) participeren ook in het Euratom-kaderprogramma. De
toetredende landen en kandidaat-lidstaten dragen net als de
EU-lidstaten bij aan de financiële middelen die voor het KP6 worden
uitgetrokken, en het resulterende budget (20 miljard ) wordt door de
lidstaten met hen gedeeld.
Ondersteuningsacties ten behoeve van de toetredende landen en
kandidaat-lidstaten
Om de problemen te ondervangen die de deelname van deze landen aan het
vijfde kaderprogramma (KP5, 1998-2002) hebben bemoeilijkt, werd op 2
april 2003 een speciale uitnodiging tot het indienen van voorstellen
voor ondersteuningsacties bekendgemaakt, met 26 juni 2003 als uiterste
indieningstermijn. Deze acties zijn gericht op het stimuleren,
bevorderen en vergemakkelijken van de deelname van de betrokken landen
aan activiteiten op de prioritaire thematische gebieden, in het
bijzonder door de financiering van instrumenten zoals topnetwerken en
geïntegreerde projecten. Er werden 201 voorstellen uit alle
toetredende landen en kandidaat-lidstaten ontvangen. De evaluatie vond
plaats in de loop van de tweede week van september; de
selectieprocedure wordt eerstdaags afgerond. Activiteiten die zullen
worden ondersteund, zijn bijvoorbeeld de organisatie van conferenties
en informatiedagen, de totstandbrenging van netwerken van nationale
KP6-contactpunten, het opzetten van databanken, initiatieven ter
bevordering van de participatie van het MKB, enz.
Tijdens deze bijeenkomst zullen vertegenwoordigers van de toetredende
landen en kandidaat-lidstaten verslag uitbrengen over de successen en
problemen die onderzoekers in de loop van het eerste jaar van hun
deelname aan het KP6 hebben ondervonden. Ook is nagedacht over nieuwe
manieren om de globale participatiegraad te verhogen. Tegen deze
achtergrond heeft de Commissie reeds een aantal concrete initiatieven
ontplooid, en maakt zij momenteel werk van maatregelen om een betere
doorstroming van informatie over het KP6 naar de landen in kwestie te
garanderen. Op 12-13 februari 2004 wordt te Boekarest een conferentie
gehouden over de participatie van toetredende landen en
kandidaat-lidstaten in het KP6.
Voor meer informatie, zie:
http://www.cordis.lu/candidate_countries/
http://fp6.cordis.lu/fp6/calls_accssa.cfm
http://www.cordis.lu/fp6/calls/
Bijlage 1
Zesde Kaderprogramma 2002 - 2006
De uitbreiding: Een Europese Prioriteit
Het Europees wetenschappelijk onderzoek op koers naar de uitbreiding
Een belangrijk aspect van het KP6 is de integratie van de toetredende
landen en kandidaat-lidstaten als (toekomstige) lidstaten van de
Europese Unie. Door de associatie van deze landen met het vijfde
O&O-kaderprogramma werd de aldaar gevestigde organisaties reeds de
mogelijkheid geboden, aan Europese programma's deel te nemen onder
precies dezelfde voorwaarden als de EU-lidstaten. Dat betekent
bijvoorbeeld dat KP6-projecten in voorkomend geval kunnen worden
uitgevoerd door uitsluitend in toetredende landen en/of
kandidaat-lidstaten gevestigde organisaties.
Zo krijgen de toetredende landen en kandidaat-lidstaten nu hun deel
van het globale budget van 20 miljard , een bedrag aan financiële
middelen dat ten opzichte van het vijfde kaderprogramma met 17 % is
toegenomen. Wetenschappelijk onderzoek is nu goed voor 4,1 % van de
totale begroting van de Unie (2002); het kaderprogramma
vertegenwoordigt 6 % van de openbare middelen die in de Unie voor
(burgerlijk) wetenschappelijk onderzoek worden uitgetrokken.
Het wetenschappelijk onderzoek is inderdaad de eerste beleidstak waar
de toetredende landen en kandidaat-lidstaten op voet van strikte
gelijkheid met de lidstaten worden behandeld, waardoor de uitbreiding
nu goed en wel op de politieke agenda van de Unie staat.
Aangezien voor de toetredende landen en kandidaat-lidstaten dezelfde
rechten en plichten gelden als voor de EU-lidstaten, worden er voor
hen geen specifieke acties gepland. Wel heeft de Commissie op 2 april
2003 een uitnodiging tot het indienen van voorstellen bekendgemaakt
voor ondersteuningsacties die gericht zijn op het stimuleren,
bevorderen en vergemakkelijken van de participatie van deze landen op
de prioritaire thematische gebieden, in het bijzonder door middel van
topnetwerken en geïntegreerde projecten.
Het potentieel van de kandidaat-lidstaten optimaal benutten
Het KP6 wil prikkels bieden voor nauwere samenwerking tussen
wetenschappers, het gemeenschappelijk gebruik van hulpmiddelen en het
bundelen van onderzoekteams in verschillende landen. Dit is van
cruciaal belang, willen de Unie en de toetredende landen en
kandidaat-lidstaten zowel op wetenschappelijk als op economisch gebied
kunnen concurreren op de wereldmarkt.
Het KP6 spitst zich in het bijzonder toe op aspecten die verband
houden met de structuur en de organisatie van het wetenschappelijk
onderzoek in Europa. Door het bevorderen van een grotere integratie
van de Europese onderzoekinspanningen wordt een nieuw tijdperk van
gezamenlijke strategieën met rasse schreden naderbij gebracht.
Een eerste reeks uitnodigingen tot het indienen van voorstellen werd
op 17 december 2002 bekendgemaakt.
Kandidaat-lidstaten dragen bij aan het KP6-budget naar rato van hun
BBO&O/BBP-verhouding (bruto binnenlandse uitgaven voor onderzoek en
ontwikkeling / bruto binnenlands product). Vermeldenswaard is dat de
Commissie de kandidaat-lidstaten een vermindering van hun bijdrage met
30 % respectievelijk 20 % voor de eerste twee jaren van hun deelname
heeft toegestaan. Voor de laatste twee jaren van het KP6 is niet in
een korting voorzien.
Voor algemene informatie over het KP6:
http://europa.eu.int/comm/research/fp6/index_en.html
Voor algemene informatie over wetenschappelijk onderzoek:
http://europa.eu.int/comm/research
Voor algemene informatie over onderzoekprogramma's en projecten:
http://www.cordis.lu
Voor algemene verzoeken om informatie:
research@cec.eu.int
Bijlage 2
Participatie in voorgestelde KP6-projecten
' ' ' '
' Kandidaatlanden Alle landen
' Aantal voorstellen Aantal deelnemers Aantal voorstellen Aantal
deelnemers
6e KADERPROGRAMMA - ALLE ACTIVITEITSGEBIEDEN 4.620 13.449 11.600
106.121
Integratie en versterking van de Europese onderzoekruimte 3.805 11.726
6.334 91.459
Bundeling en integratie van het onderzoek van de Gemeenschap 3786
11674 6261 91034
1. Biowetenschappen, genomica en biotechnologie voor de gezondheid 285
771 541 8331
a. Geavanceerde genomica en toepassingen daarvan voor de gezondheid 0
0 0 0
b. Bestrijding van belangrijke ziekten 0 0 0 0
Gezamenlijke uitnodiging (prioritaire thema's 1a,1b) 285 771 541 8331
2. Technologieën voor de informatiemaatschappij 822 2262 1584 21480
3. Nanotechnologieën en nanowetenschappen, kennisgebaseerde
multifunctionele materialen en nieuwe productieprocédés en -apparatuur
753 2927 1017 21960
4. Lucht- en ruimtevaart 81 173 180 2605
5. Voedselkwaliteit en -veiligheid 164 753 245 4312
6. Duurzame ontwikkeling, wereldwijde veranderingen en ecosystemen 380
1262 578 9190
a. Duurzame energiesystemen 179 563 279 3980
b. Duurzaam oppervlaktevervoer 66 224 110 1707
c. Veranderingen in het aardsysteem en ecosystemen 135 475 189 3503
7. Burgers en bestuur in de kennismaatschappij 215 669 273 3370
Gezamenlijke uitnodiging (prioritaire thema's 2,3) 78 276 97 2520
Gezamenlijke uitnodiging (prioritaire thema's 4,6a,6b) 115 345 186
2637
Beleidsondersteuning en anticiperen op wetenschappelijke en
technologische behoeften 204 413 402 3286
a. Beleidsgeoriënteerd onderzoek 126 251 213 2149
b. Onderzoek om nieuwe en opkomende wetenschappelijke problemen en
mogelijkheden te inventariseren 78 162 189 1137
Horizontale onderzoeksactiviteiten waarbij het MKB betrokken is 492
1198 845 8946
Specifieke maatregelen ter ondersteuning van de internationale
samenwerking 197 625 313 2397
Steun voor de coördinatie van de activiteiten 19 52 73 425
Steun voor de samenhangende ontwikkeling van onderzoeks- en
innovatiebeleid 0 0 0 0
Structurering van de Europese Onderzoekruimte 784 1.590 5.221 13.959
Onderzoek en innovatie 130 440 212 1600
Menselijk potentieel en mobiliteit 554 819 4721 9623
Onderzoekinfrastructuur 59 233 170 1937
Wetenschap en samenleving 41 98 118 799
Euratom 31 133 41 699
1. Beheerste kernfusie 0 0 0 0
2. Beheer van radioactief afval 0 0 0 0
3. Stralingsbescherming 0 0 0 0
Gezamenlijke uitnodiging (prioritaire thema's 2,3) 29 130 36 670
Andere activiteiten op het gebied van de nucleaire technologieën en
veiligheid 2 3 5 29
(1)
Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen,
Malta, Polen, Roemenië, Slowakije, Slovenië en Turkije.
(2)
Bulgarije, Tsjechië, Hongarije, Letland, Roemenië, Slowakije en
Slovenië.
European Commission