Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Örgü over het functioneren van gemeentelijk jeugdbeleid (2030402260).


---
Bent u bekend met het artikel `Jeugdbeleid gemeenten laat te wensen over'?1


---
Ja.


---
Deelt u de conclusie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat het lokale jeugdbeleid ondanks alle inspanningen tussen 1998 en 2002 heeft gefaald? Zo ja, was u hiervan al eerder op de hoogte?


---
Het SCP heeft in het onderzoek "Beleid in de groei" niet geconcludeerd dat er sprake is van falend beleid bij de lokale overheid.
Uit het SCP-rapport blijkt dat in betrekkelijk korte tijd inmiddels 80% van de gemeenten een eigen lokaal jeugdbeleid ontwikkeld heeft en dat dit beleid zich uitstrekt over steeds meer thema's. Gemeenten spelen een grote rol bij onder meer de jeugdgezondheidszorg, de ontwikkeling van voor- en vroegschoolse educatie en bij de bestrijding van voortijdig schoolverlaten.

De conclusies van het SCP bevestigen mijn beeld dat er in het jeugdbeleid al veel tot stand gebracht is maar dat er ook nog veel werk te doen is om het jeugdbeleid optimaal te maken. Het kabinet wil meer samenhang in het beleid brengen en specifieke, meetbare prestaties leveren. Onlangs heeft u de proeve van de Jeugdagenda ontvangen. Daarin wordt aangegeven hoe het kabinet dit wil aanpakken.
Daarnaast werk ik aan beantwoording van de motie-Çörüz/Kalsbeek. Genoemde motie vraagt om een voorstel voor lokaal jeugdbeleid, waarin duidelijk wordt gemaakt wat een adequaat en sluitend gemeentelijk voorzieningenniveau is en dit zonodig wettelijk te waarborgen. Uitwerking zal gebeuren langs twee sporen. Het eerste spoor betreft het lokaal jeugdbeleid van opvoedingsondersteuning dat voorafgaat aan de jeugdzorg. Met de gemeenten en provincies heb ik reeds afspraken gemaakt over de functies die op lokaal niveau minimaal aanwezig moeten zijn om problemen van ouders en jeugdigen vroegtijdig te signaleren en zo nodig hulp te bieden. De volgende stap is nu dat vastgesteld moet worden of en op welke wijze we verzekerd zijn van een goede uitvoering van de functies door de gemeenten en hoe de verdere ondersteuning gestalte kan krijgen. Het tweede spoor is dat ook voor andere domeinen van het jeugdbeleid, analoog aan de gemeentelijke taken voorafgaand aan de jeugdzorg, gewerkt wordt aan verduidelijking. Daarbij gaat het om het jeugdbeleid ter bestrijding van achterstanden en voorkoming van uitval en het domein van vrijetijdsbesteding in verband daarmee.


---
Bent u van mening dat de inspanningen van gemeenten om problemen in een vroeg stadium op te sporen worden gefrustreerd omdat snelle hulpverlening daarna achterwege blijft?


---
Het zou inderdaad niet goed zijn wanneer na signalering van problemen snelle hulpverlening uitblijft. Snelle hulpverlening is nodig om de cliënt slagvaardig en adequaat van dienst te kunnen zijn en om verergering van problematiek te voorkomen. Gemeenten hebben een verantwoordelijkheid om na signalering de cliënt toe te leiden naar de geëigende instantie.

1 www.telegraaf.nl, 30 oktober jl.

Dit kan het algemeen maatschappelijk werk zijn. Bij ernstige opgroei- en opvoedproblematiek komt het bureau jeugdzorg in beeld. Zoals u bekend zijn er in de jeugdzorg wachtlijsten. Het kabinet heeft extra middelen beschikbaar gesteld voor jeugdzorg en preventie. Een deel van deze middelen is bedoeld om de wachtlijsten in de jeugdzorg verder terug te dringen.


---
Bent u van mening dat een van de belangrijkste oorzaken van het achterwege blijven van hulpverlening het gebrek aan capaciteit bij de Bureaus Jeugdzorg is? Zo ja, kunt u aangeven wat u voornemens bent aan die problematiek te doen?


---
Voor het oplossen van de wachtlijsten heeft het kabinet twee lijnen uitgezet: extra middelen (enveloppe Preventie en Jeugd) en een efficiëntere werkwijze. VWS heeft voor kwaliteitsverbetering en het verbeteren van de efficiëntie in de periode 2004-2006 4 mln. per jaar uitgetrokken.
Het daadwerkelijk oplossen van het wachtlijstprobleem zullen provincies en instellingen gezamenlijk moeten doen. Met de provincies heb ik als doelstelling afgesproken dat de wachtlijsten per 1 januari 2007 zoveel mogelijk zijn teruggedrongen. Die tijd is nodig om de nieuwe wet in te voeren, organisaties en mensen toe te rusten en werkwijzen zo te veranderen dat de jeugdzorg efficiënter en effectiever kan werken. Met de provincies en de instellingen ga ik afspraken maken over hoe ik ze hierbij vanuit het Rijk kan ondersteunen.


---- --