Informatie voor de pers. Vrije Universiteit Amsterdam.
01/12/2003
---
onderzoek NIPO en Centrum voor Wetenschapscommunicatie:
Kennis universiteiten stroomt slecht door naar bedrijven
Tweederde van de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf denkt dat
wetenschappelijke en technologische kennis van universiteiten
onvoldoende doorstroomt naar hun sector. Van de (grotere)
ondernemingen met tien tot vijftig werknemers deelt zelfs 80 procent
die mening. Dat blijkt uit een onlangs gehouden NIPO-onderzoek onder
355 directeuren van kleine en middelgrote bedrijven, uitgevoerd in
opdracht van het Centrum voor Wetenschapscommunicatie van de Vrije
Universiteit Amsterdam. Dit onlangs opgerichte DaVinci instituut wil
de (interactieve) wetenschapscommunicatie onderbouwen en bevorderen
via onder andere onderzoek en workshops.
Bijna de helft van de ondervraagde bedrijfshoofden en directeuren uit
het MKB vermoedt dat er voor hen bij universiteiten voldoende
bruikbare wetenschappelijke en technologische kennis beschikbaar is;
20 procent zegt dat hun bedrijf die kennis bij tijd en wijle ontbeert.
Maar de communicatie tussen kennisinstellingen als universiteiten en
het MKB hapert: de waarschijnlijk wel aanwezige kennis bereikt het
bedrijfsleven niet of onvoldoende. Ruim driekwart van de
MKB-ondernemers benut weliswaar Internet om wetenschappelijke en/of
technologische kennis te zoeken, maar ze zijn hierin kennelijk niet
erg succesvol.
Het DaVinci Instituut, het Centrum voor Wetenschapscommunicatie bij de
VU, probeert deze kloof te dichten. Coördinator dr. Jaap Willems
verklaart daarmee waarom zijn onderzoekers de nadruk gaan leggen op de
interactieve communicatie, via Internet. De communicatie via klassieke
media zoals vakbladen lijkt niet goed te functioneren; het MKB slaat
deze media dan ook laag aan. Via persoonlijke contacten en Internet
ook door het MKB hoog gewaardeerd verbetert het nieuwe VU Centrum die
relatie tussen MKB en kenniscentra.
Internet
Volgens het NIPO-onderzoek is Internet bij het MKB het meest gebruikte
medium als het gaat om het zoeken naar informatie over wetenschap en
technologie. 77 procent van de bedrijven benut dat medium wel eens
(tegen 43 procent het vakblad en 16 procent de krant). Gevraagd naar
het favoriete medium noemt 55 procent Internet (tegen 21 procent het
vakblad, slechts één procent de krant). Jaap Willems: "Internet biedt
onmiskenbaar grote mogelijkheden als men de communicatie over
wetenschap en bedrijfsleven wil verbeteren. Voor veel mensen is
Internet echter niet meer dan een groot en snel archief, een
superdatabank. Wij willen met name de interactie mogelijkheden van dit
medium verkennen." Het Centrum voor Wetenschapscommunicatie gaat onder
meer onderzoeken hoe men Internet-communities kan opzetten, met
kenniscentra en het MKB als partners. Het nieuwe Centrum zoekt ook
samenwerking met instellingen zoals de Nederlandse Organisatie voor
Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en het Innovatieplatform.
Het NIPO-onderzoek geeft ook aan waarom het voor het MKB nu niet
zinvol is louter op een instelling zoals NWO te leunen: meer dan de
helft van de MKB-ondernemers heeft nog nooit van NWO gehoord. Slechts
een op de vijf zegt vertrouwen te hebben in die instelling als het
gaat om het verspreiden van wetenschappelijke of technologische
kennis. Vergelijkbare cijfers zijn er voor het nieuwere
Innovatieplatform.
Het niet doorstromen van wetenschappelijke en technologische kennis
naar het MKB lijkt op de eerste plaats een kwestie van tijdgebrek.
Ongeveer driekwart van de ondernemers zegt dat het hen te veel tijd
kost om zich te verdiepen in de bruikbaarheid van kennis. Men is
echter wel bereid meer tijd daarin te investeren als dat perspectief
biedt: bijna de helft zegt dat te gaan doen als de bruikbaarheid van
kennis duidelijker wordt. Driekwart van de MKB-ondernemers zegt
namelijk geen idee te hebben wat universiteiten en vergelijkbare
instellingen voor hen zouden kunnen betekenen. En ruim de helft meent
bovendien dat universiteiten geen idee hebben wat er zich in het
bedrijfsleven afspeelt. Willems: "Het is duidelijk dat er nogal wat
schort aan de communicatie tussen wetenschap en het midden- en
kleinbedrijf. Grote bedrijven hebben doorgaans hun eigen, persoonlijke
kanalen met kenniscentra. Middelgrote en kleine bedrijven missen dat
netwerk. Ze worden daardoor afhankelijk van intermediairen of goed
toegankelijke kanalen zoals Internet."
Geconfronteerd met de plannen van het nieuwe Centrum voor
Wetenschapscommunicatie kwalificeert 86 procent van de geraadpleegde
MKB-bedrijven ze als "aansprekend". Een nog hoger percentage noemt de
speciale aandacht voor Internet "nuttig". Een op de tien bedrijven
zegt zeker gebruik te zullen maken van de expertise van het nieuwe
Centrum. De ervaring van TNS-NIPO leert dat deze uitspraak een goede
voorspeller is voor het aantal bedrijven of bedrijfstakken dat een
beroep zal doen op het nieuwe Centrum.
Vrije Universiteit Amsterdam