CBS

Lagere consumptie in augustus

In augustus 2003 was het volume van de binnenlandse consumptie door huishoudens 2,7 procent kleiner dan in dezelfde maand van 2002. Daarmee kwam de consumptie voor de zesde achtereenvolgende maand lager uit dan een jaar eerder. In augustus werd, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, bijna 5 procent minder besteed aan goederen en 0,5 procent minder aan diensten. De ontwikkeling van de consumptieve bestedingen in augustus 2003 is negatief beïnvloed door een ongunstiger samenstelling van de koopdagen dan in augustus vorig jaar. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Vooral duurzame goederen minder gewild
Van alle consumptiecategorieën zijn de bestedingen aan duurzame goederen in augustus 2003 het meest teruggelopen. Het volume was 5,3 procent kleiner dan in augustus 2002. Net als in eerdere maanden van 2003 werd in augustus vooral aan woninginrichting fors minder besteed dan in dezelfde maand een jaar eerder. Ook bij de meeste andere duurzame goederen, waaronder kleding en huishoudelijke apparaten waren de bestedingen, voor prijsverandering gecorrigeerd, lager. Alleen aan vervoermiddelen werd duidelijk meer uitgegeven dan een jaar eerder. De consumptie van voedings- en genotmiddelen was 4,6 procent lager dan vorig jaar augustus. Dit was mede onder invloed van de ongunstiger samenstelling van de koopdagen.

Ook consumptie diensten blijft achter
Het volume van de bestedingen aan diensten in augustus was 0,5 procent lager dan een jaar eerder. Bij deze consumptiecategorie lag het volume in alle maanden van 2003 per saldo iets onder dat van dezelfde periode een jaar eerder. Er werd in deze periode vooral minder besteed bij de horeca. De uitgaven aan met name huisvesting en zorg namen in de eerste acht maanden van 2003 wel toe.

Technische toelichting
Dit persbericht beschrijft de ontwikkeling van de binnenlandse Consumptie door huishoudens (inclusief Instellingen Zonder Winstoogmerk, werkzaam ten behoeve van huishoudens, de IZWh). De Consumptie door huishoudens omvat naast alle bestedingen aan goederen en diensten waarvoor huishoudens zelf betalen ook een relatief klein bedrag aan consumptie van Instellingen Zonder Winstoogmerk, werkzaam ten behoeve van huishoudens (IZWh). Hieronder vallen bijvoorbeeld sportverenigingen, vakbonden en organisaties op religieuze grondslag. Zij financieren hun activiteiten hoofdzakelijk uit contributies van leden en donaties van sympathisanten. De binnenlandse consumptieve bestedingen zijn verdeeld in vier hoofdcategorieën: voedings- en genotmiddelen (in 2002 aandeel 14%), duurzame goederen (22%), overige goederen (14%) en diensten (50%). Het gaat bij de binnenlandse consumptie om de uitgaven op Nederlands grondgebied: dus ook de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland. De uitgaven van Nederlandse ingezetenen in het buitenland zijn niet in dit cijfer opgenomen. Het in de tabel opgenomen begrip 'nationale consumptie' bevat in tegenstelling tot de term 'binnenlandse consumptie' wel de bestedingen van Nederlandse ingezetenen in het buitenland, maar niet de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland. De groeicijfers zijn steeds gebaseerd op een vergelijking met de overeenkomstige periode een jaar eerder. De gegevens zijn nog voorlopig. De volumemutaties zijn voor prijsveranderingen gecorrigeerd. Voor het berekenen van de prijsontwikkeling is gebruik gemaakt van het basismateriaal van de consumentenprijsindex (CPI) van het CBS. Weersomstandigheden en de samenstelling van de koopdagen kunnen van invloed zijn op de uitkomsten van de maandcijfers. Zo wordt op een vrijdag of zaterdag meer uitgegeven dan op een maandag of dinsdag. Voor deze effecten is niet gecorrigeerd. Deze macro-economische consumptiecijfers sluiten aan bij de concepten en definities van de Nationale rekeningen en de uitkomsten van de reguliere Kwartaalrekeningen van het CBS.

PB03-212
26 november 2003
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht