Liberalisme en Europa
Democraten 66
Dirk Verhofstadt
25-11-2003 - Met de val van de Berlijnse Muur in 1989 zag het ernaar
uit dat de strijd tussen de ideologieën finaal gewonnen was door de
pleitbezorgers van het individualisme, de vrijheid en de democratie.
Nu, 14 jaar later, staat het liberalisme weer onder druk. Vanuit
diverse hoeken wordt het liberalisme met de vinger gewezen.
Conservatieven, populisten en christenen zeggen dat het individualisme
is doorgeschoten en pleiten voor meer normen en waarden. Socialisten,
groenlinksen en antiglobalisten hebben het dan weer over een teveel
aan vrijheid en een gebrek aan solidariteit, en willen het liberalisme
een rechts etiket geven.
Ik denk dat ze zich allemaal vergissen en dat het nodig is het
liberalisme opnieuw uit te leggen en te positioneren. Ik geloof niet
meer in die opsplitsing tussen links en rechts. Wat betekenen die
woorden nog als we het hebben over tewerkstelling, sociale zekerheid
en veiligheid. Is dat links of is dat rechts? De ideologische
breuklijn loopt meer niet meer tussen links en rechts, maar tussen
progressief en conservatief, tussen diegenen die de samenleving willen
aanpassen en vernieuwen en zij die vasthouden aan het status-quo.
Op deze breuklijn is het liberalisme een uitgesproken progressieve
beweging. Het zet zich af tegen elke vorm van bekrompen
behoudsgezindheid die in andere politieke en filosofische stromingen
zo sterk aanwezig is. In de eerste plaats bij extreme nationalisten.
Dat kennen jullie hier niet maar in Vlaanderen halen ze 18% van de
stemmen en in Antwerpen zelfs één derde. En ze staan ook sterk in
Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk. Zij spelen in op de angst van de
burgers tegenover alles wat nieuw en vreemd is. Ze pleiten voor
zuiverheid en de plicht van de mens tegenover het volk.
Behoudsgezindheid bestaat ook bij conservatieve en christelijke
partijen die vinden dat de mens zich opnieuw moet plooien naar normen
en waarden. In feite bedoelen ze de tradities en gewoontes die ze zelf
als superieur achten. Waarbij de pastoor in de parochie, de
onderwijzer in de klas en de man in het gezin net als 40 jaar terug
opnieuw de autoriteit krijgt. Ze dromen opnieuw van verzuiling.
Behoudsgezindheid ook bij klassieke socialisten en groenlinksen die de
gemeenschap belangrijker achten dan het individu en vasthouden aan
verworven rechten. En die als cultuurrelativisten vinden dat we ons
niet mogen uitspreken over de waarde van andere culturen, zelfs als
die culturen vrouwen als minderwaardig beschouwen en ze ook
daadwerkelijk onderdrukken. Behoudsgezindheid tenslotte bij veel
antiglobalisten die zich keren tegen de vrije markt en het
kapitalisme, maar in hun remedies blijven steken in denkbeelden die
vroeger zoveel kwaad hebben aangericht, niet alleen sociaal,
economisch en ecologisch, maar ook en vooral menselijk.
Tegenover al die behoudsgezindheid staat het liberalisme als een
progressieve beweging die gelooft in de mens, in de vooruitgang en in
de moderniteit. Voor ons staat het individu centraal en is
individualisme een positieve kracht. Het individualisme heeft niets te
maken met egoïsme of hedonisme zoals anderen ons willen doen geloven,
maar wel met keuzevrijheid, zelfontplooiing en de mogelijkheid van de
mens om zelf zijn levenslot te bepalen. Juist in landen als Nederland
en België waar liberalen mee aan de macht zijn werden wetten mogelijk
zoals op abortus, euthanasie en het homohuwelijk. Het zijn liberalen
die de mens aanmoedigen om initiatief en verantwoordelijkheid te
nemen. En het zijn liberalen die geloven in de democratie en de
burgers meer inspraak willen geven via referenda en rechtstreekse
verkiezingen van burgermeesters.
Liberalisme heeft niets te maken met conservatisme. Maar het heeft ook
niets te maken met de zogenaamde neoliberalen, libertariërs en
marktfundamentalisten. De vrijheid is voor ons niet absoluut. We
pleiten voor privatiseringen maar niet om publieke monopolies in
handen te geven van private monopolies. We pleiten voor minder regels
maar niet om mens en milieu te exploiteren en de sociale bescherming
aan te tasten. We pleiten voor een beperkte staat maar willen niet dat
de overheid zich terugtrekt uit het publieke domein. Wat we willen is
een efficiënte overheid die zorgt voor goed onderwijs, betaalbare
gezondheidszorgen, een menswaardig pensioen en veiligheid op straat.
Consequente liberalen mogen de markt niet laten binnendringen in deze
domeinen. Een overheid moet ook zorgen dat de markt echt vrij blijft
en dus optreden tegen monopolies, kartels en prijsafspraken.
Het is niet nodig om te spreken over sociaal-liberalisme. Het
liberalisme is in sé sociaal. Voor ons zijn vrijheid en sociale
rechtvaardigheid onlosmakelijk verbonden. Dat hebben klassiekers als
Adam Smith, John Stuart Mill maar ook hedendaagse liberale denkers als
John Rawls en Amartya Sen aangetoond. Het woord sociaal klinkt als een
verontschuldiging en duwt ons als ware liberalen in het defensief. Het
wordt tijd dat we het liberalisme opnieuw claimen en volop in het
offensief gaan.
Sommigen misbruiken de benaming liberalisme om hun eigen egoïsme,
etnicisme, nationalisme en conservatisme een geur van waardigheid en
beschaafdheid mee te geven. Denk aan Zjirinovski, leider van de
Russische Liberale Partij, maar in feite een extreme nationalist. Denk
aan Jorg Haider, leider van de Oostenrijkse Vrijheidspartij, maar in
feite een pure racist. Denk aan Margaret Tatcher, die zichzelf een
klassieke liberale noemde, maar in feite een door en door
conservatieve politiek voerde.
We mogen als liberalen niet aanvaarden dat de benaming van de meest
menselijke, meest sociale en meest progressieve beweging die de mens
ooit gekend heeft te grabbel wordt gegooid. Het is mijn overtuiging
dat het ware liberalisme een grote toekomst heeft voor zover we het
niet laten misbruiken door diegenen die er niets mee te maken hebben.
Het verschil tussen ware liberalen en conservatieven viel op tijdens
het verkiezingscongres van de Europese Liberalen en Democraten op 14
november 2003 in Amsterdam. D66 en VLD, de Vlaamse Liberalen en
Democraten, streden daar samen voor een echt liberaal programma en
haalden op diverse vlakken hun slag thuis. Naar aanleiding van die
verkiezingen van juni volgend jaar wil ik kort nog enkele Europese
themas bespreken.
Al wie hier vandaag aanwezig is en jonger is dan 58 jaar mag zich
gelukkig prijzen. Gelukkig omdat hij of zij is kunnen opgroeien en
leven in een vrij en welvarend Europa. Onze ouders en grootouders
waren er in geslaagd om na 2000 jaar van waanzin en geweld vrede te
stichten. Wijze mannen en vrouwen sloegen de handen in elkaar.
Nederland en België behoorden bij de initiatiefnemers van het unieke
project dat we de Europese Unie noemen. Sindsdien kennen we geen
oorlog meer tussen de vroegere vijanden. Sindsdien is onze welvaart er
gestaag op vooruit gegaan. Het Europa dat we nu kennen is - ondanks de
vele onvolkomenheden - het meest liberale project ooit.
In de komende weken en maanden staan we opnieuw voor belangrijke
beslissingen over de verdere invulling van dit Europees project. In de
loop van de maand december wordt de Europese grondwet vastgelegd en
vanaf 1 mei 2004 volgt de grootste uitbreiding van de Unie in haar nog
jonge geschiedenis. We moeten als liberalen deze verdere stappen in de
Europese eenwording tot een goed einde te brengen. Dat zijn we niet
alleen verplicht tegenover die wijze mannen en vrouwen van vroeger
maar ook en vooral ten aanzien van onze kinderen en kleinkinderen. We
moeten er nu voor zorgen dat ook zij net als wij in vrede en welvaart
kunnen leven. Tegelijk moeten we ervoor zorgen dat de miljoenen
inwoners van de nieuwe lidstaten die tot 1989 in onvrijheid leefden
zich eindelijk thuis voelen.
De Europese Grondwet moet mogelijk maken om straks met 25 lidstaten
efficiënt en democratisch te kunnen samenwerken. Met een eigen
Grondwet zal de Europese Unie een echte politieke en onomkeerbare
entiteit worden. Het betekent de definitieve verankering van
fundamentele liberale waarden als vrijheid en solidariteit voor zowat
alle Europese burgers. Deze tekst wordt in alle Europese hoofdsteden
grondig bestudeerd. Sommigen willen ze amenderen en aanpassen terwille
van hun eigen nationale belangen. We mogen dit niet laten gebeuren. De
enige aanpassingen die we als liberalen kunnen aanvaarden is de
afschaffing van het unanimiteitsbeginsel zodat Europa nog meer aan
belang wint.
Liberalen geloven in inspraak voor de burgers. Daarom moeten we de
nieuwe Europese Grondwet en latere wijzigingen ervan ter goedkeuring
voorleggen aan de burgers. Socialisten en conservatieven in België en
andere landen vinden dit niet nodig. De mensen zullen het niet
begrijpen, zeggen ze. Of ze hebben schrik dat de burger niet zal
volgen. Een dergelijke houding is niet alleen bijzonder
paternalistisch maar getuigt ook van angst voor de burger. Liberalen
hebben daar geen schrik van. Het is een goede zaak dat in Nederland,
onder impuls van D66, hierover een referendum komt. Dit zal nieuwe
zuurstof in het Europese project brengen. Het zal partijen en politici
dwingen om de grote voordelen van Europa uit te leggen en het mes te
zetten in zaken die minder goed verlopen. En later zou men Europees
referenda moeten houden. Pas dan zullen we ook echte Europeanen zijn.
Een tweede aspect betreft de verdere uitbreiding van de Unie. Roemenië
en Bulgarije moeten op termijn aansluiting kunnen vinden net zoals de
diverse landen in de Balkan. Maar nog belangrijker lijkt me de
mogelijke toetreding van Turkije. Natuurlijk moet dat land aan alle
voorwaarden voldoen net zoals dat het geval was voor andere
kandidaat-lidstaten. Maar eenmaal daaraan voldaan moet Turkije kunnen
aansluiten bij de Europese Unie. Een principiële weigering omdat het
een moslimland is zou een onvergetelijke blunder zijn. Waarom zou er
immers geen moslimdemocratie kunnen bestaan? We kennen toch ook een
christen-democratie? Religies mogen geen enkele impact hebben op het
Europese project. Juist daarom moeten liberalen zich ook verzetten
tegen een verwijzing in de Europese Grondwet naar het christendom als
basis van onze beschaving. Heel wat christelijk geïnspireerde
handelingen in het verleden waren immers niet zo beschaafd. Religie
kan geen basis zijn voor het Europa van de toekomst. Alleen een
universele seculiere moraal zoals voorgesteld door de filosoof Paul
Cliteur kan dat. Met als essentiële kenmerken de scheiding van kerk en
staat, de vrijheid van meningsuiting en de gelijkwaardigheid van alle
mensen en van man en vrouw in het bijzonder.
Een derde aspect dat ik hier wil aansnijden is die van de migratie. Ik
weet dat rechtse en populistische partijen de mensen angst aanjagen
voor al wat vreemd is, maar daar mogen we niet aan toegeven. We mogen
geen Fort Europa worden. Liberalen moeten niet alleen voorstander zijn
van een vrij verkeer van goederen, diensten en kapitaal, maar ook van
personen. Het wordt hoog tijd om de migratiestop die werd ingevoerd in
de jaren 70 op te heffen. Om principiële maar ook om demografische
redenen. Europa vergrijst immers aan een razendsnel tempo. De
denataliteit en veroudering zorgt voor een onhoudbare verhouding
tussen actieven en inactieven.
Volgens berekeningen van het United Nations Population Fund moet
Europa jaarlijks minstens 1,6 miljoen immigranten aantrekken om de
bevolking van de EU op peil te houden. Maar als we de verhouding
tussen actieven en gepensioneerden stabiel willen houden hebben we
jaarlijks 13,5 miljoen migranten nodig. Mensen die hier komen leven en
werken brengen niet alleen nieuwe ideeën mee maar leveren ook hun
economische bijdrage in de vorm van belastingen en consumptie. Een
mogelijke oplossing ligt in het toepassen van een gecontroleerde
migratiepolitiek op Europees vlak waarbij elk land jaarlijks een
aantal immigranten toelaat. Het voordeel van een dergelijke legale
immigratie is dat dit gebeurt in openheid en dat zowel de nieuwkomers
als de gastlanden zich beter kunnen voorbereiden op de nieuwe
situatie.
Ten vierde hebben Europese liberalen de plicht om mee te zorgen voor
een meer rechtvaardige wereld. Ik heb het over ontwikkelingshulp. Net
zoals we solidair moeten zijn met onze buur zijn we dat ook verplicht
ten aanzien van de armsten op aarde. Maar ontwikkelingshulp is niet
belangrijkste. Het blijft maar helpen terwijl er structurele
oplossingen nodig zijn. In tegenstelling tot drukkingsgroepen die vaak
gelieerd zijn aan socialistische en conservatieve partijen kanten
liberalen zich resoluut tegen elke vorm van protectionisme. En de
grootste protectionisten zijn de rijke landen, de VS, de EU en Japan.
Ze heffen jaarlijks miljarden dollars, euros en yens aan
importheffingen, ze geven massaal productiesteun en ontwrichten door
exportsubsidies de lokale markten. Subsidies aan voedsel, textiel en
staal verhinderen de ontwikkeling van arme landen.
Antiglobalisten beweren dat de vrije markt en het liberalisme de
schuld zijn van veel problemen, maar dat klopt niet omdat er gewoon
geen wereldwijde vrije markt, en geen wereldwijde liberale politiek
bestaat. Juist rijke landen waaronder de EU verhinderen dit. Veel
problemen zijn niet het gevolg van te veel liberalisme maar van een
gebrek aan liberalisme. En dat betekent geen marktfundamentalisme,
maar wel een vrije markt die werkt binnen een ethisch kader met
minimale sociale en ecologische normen begeleid door democratische
internationale instellingen.
Tenslotte moet Europa een rol spelen op wereldvlak. Het
machtsmonopolie van de Verenigde Staten is gewoon razend gevaarlijk.
De VS hebben geen interesse in de rest van de wereld. Ze trokken zich
terug uit het Kyoto-akkoord, ze werken het Internationaal Strafhof
tegen en ze laten de Verenigde Naties links liggen. Europa moet een
tegengewicht vormen en dringend starten met een eigen buitenlands- en
defensiebeleid. België, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg willen er
ondanks de banbliksems van de Amerikanen mee beginnen. De VS vreest
dat dit de Nato ondermijnt maar ze vergissen zich. Het zou een tweede
pijler betekenen van de Nato. Maar het zou er vooral toe leiden dat de
VS rekening moeten houden met anderen.
Europa is een liberaal project bij uitstek. Het is niet gebaseerd op
een gemeenschappelijke taal, religie of zelfs geschiedenis. Het is er
gekomen uit de vrije en vaste wil van mensen die begrepen dat we de
vrede alleen konden handhaven door ons lot aan elkaar te verbinden en
door stukjes nationale soevereiniteit te offeren voor een hoger
belang. Democratie, mensenrechten en een vrije markteconomie zijn er
de gemeenschappelijke waarden van. In die zin is het zelfs een
universeel project. Het gemis aan een duidelijke identiteit die die
principes overstijgt is geen gebrek maar juist een kracht. Dat is een
belangrijk verschil met Europese nationalisten en conservatieven die
het historische Avondland willen bewaren. Ze jagen mensen angst aan en
pleiten voor een behoud of zelfs terugkeer naar vroeger.
Juist op dit vlak betonen liberalen zich als de ware progressieven.
Voor ons eindigt het Europese project maar als alle mensen in de
wereld, al dan niet binnen een Europese of wereldwijde Unie, vrijheid
kennen en rechtvaardig behandeld worden. Ik besef dat de uitdagingen
enorm zijn. Maar met de kracht van onze overtuiging kan het en moet
het lukken.
Dirk Verhofstadt
Maastricht, 22 november 2003
Contact: verhofstadt.dirk@pandora.be
D66