CBS

Meer vrouwen en ouderen arbeidsgehandicapt

In de periode 2000-2002 is het aantal arbeidsgehandicapten in Nederland gestegen tot anderhalf miljoen. Ten opzichte van 2000 waren er in 2002 meer vrouwen en ouderen arbeidsgehandicapt. De arbeidsdeelname van arbeidsgehandicapten is gedaald, dit komt mede door de toename van oudere arbeidsgehandicapten. Voor de arbeidsgehandicapten die werken, worden steeds vaker aanpassingen gedaan op het werk. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Meer vrouwen dan mannen arbeidsgehandicapt
In 2002 waren ruim anderhalf miljoen mensen met een langdurige aandoening, ziekte of handicap belemmerd bij het uitvoeren of verkrijgen van werk. Dat is bijna 15 procent van de bevolking van 15-64 jaar. Deze groep wordt arbeidsgehandicapten genoemd. Het aantal arbeidsgehandicapten is de laatste jaren gestegen. De samenstelling van de groep arbeidsgehandicapten is aan het veranderen. In 2000 waren er nog meer mannen dan vrouwen arbeidsgehandicapt. In 2002 waren er voor het eerst meer vrouwen dan mannen arbeidsgehandicapt. Ook het aandeel ouderen neemt toe. Meer dan de helft van de arbeidsgehandicapten is 45 jaar of ouder.

Arbeidsdeelname arbeidsgehandicapten daalt
Bijna de helft van de arbeidsgehandicapten behoorde in 2002 tot de werkzame beroepsbevolking. De arbeidsdeelname van arbeidsgehandicapten is daarmee gedaald ten opzichte van de twee voorgaande jaren. In 2000 behoorde nog meer dan de helft van de arbeidsgehandicapten tot de werkzame beroepsbevolking. Oudere arbeidsgehandicapten staan vaker buiten het arbeidsproces dan jongere. De toename van het aandeel ouderen verklaart dus deels waarom de arbeidsdeelname van arbeidsgehandicapten daalt. Er zijn bijna 700 duizend arbeidsgehandicapten die aangeven niet te kunnen of te willen werken. Dit is een stijging ten opzichte van de voorgaande jaren.

Steeds vaker aanpassingen op het werk
Voor arbeidsgehandicapten die werken, worden steeds vaker aanpassingen gedaan op het werk. Het aandeel mensen dat in een periode van een jaar tijd een aanpassing gehad heeft in verband met langdurige aandoeningen, is in de afgelopen twee jaar gestegen van 26 naar 30 procent. Het aandeel mensen dat zegt een aanpassing nodig te hebben is in diezelfde periode afgenomen van 19 naar 16 procent.

Technische toelichting
De hier weergegeven cijfers zijn afkomstig uit de Enquête beroepsbevolking. Voor deze enquête wordt jaarlijks één op de honderd inwoners van Nederland geïnterviewd. Hoewel het gaat om een zeer grote enquête, is de Enquête Beroepsbevolking een steekproefonderzoek en hebben de uitkomsten een onnauwkeurigheidsmarge.

Gegevens over de arbeidssituatie van mensen met een langdurige aandoening, ziekte of handicap worden samengesteld mede op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De gegevens zijn verzameld door in de vragenlijst van de Enquête beroepsbevolking vragen op te nemen over langdurige aandoeningen en daaruit voortvloeiende belemmeringen.

In de hier gepubliceerde cijfers wordt op basis van de antwoorden van de persoon bepaald of men door ziekte of gebrek verminderde kansen heeft op de arbeidsmarkt. Deze mensen worden arbeidsgehandicapten genoemd. Verder wordt de categorie ' wil 12 uur of meer per week werken' gevormd door de werkloze beroepsbevolking samen met de categorie mensen die niet tot de beroepsbevolking behoren maar wel 12 uur of meer per week willen werken.

PB03-208
20 november 2003
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht