Persberichten
19-11-2003
Nevenactiviteiten landbouw in beeld
De gemeenteraad heeft het college van burgemeester en wethouders in
juli 2003 gevraagd om na te gaan, welke activiteiten mogelijk zijn om
agrariërs in het buitengebied van Breda neveninkomsten te bieden. Als
eerste stap is een inventarisatie van de huidige situatie gemaakt. Het
gaat om niet-agrarische activiteiten, die op dit moment in de
bestemmingsplannen voor het buitengebied niet toegelaten zijn. Ook de
provincie buigt zich over een functieverruiming in het buitengebied.
De inventarisatie bevat een overzicht van niet-agrarische functies in
het buitengebied. Bij 30 agrariërs in het buitengebied van Breda zijn
activiteiten bekend die zorgen voor neveninkomsten. Uit de
inventarisatie blijkt dat het belang van de verbrede landbouw voor de
agrarische sector nu nog gering is. Bij verbrede landbouw gaat het om
neveninkomsten voor agrariërs. De hoofdinkomsten worden dus verdiend
in de agrarische productie. Onder de 350 Bredase agrariërs zijn
hiervan 30 voorbeelden bekend. Voor de individuele agrariër kan het
financiële belang echter heel groot zijn. In sommige gevallen lijken
de niet-agrarische activiteiten voor het inkomen belangrijker dan de
agrarische productie.
Slechts enkele vormen van verbrede landbouw lijken echt rendabel. Uit
landelijk onderzoek blijkt dat alleen minicampings en het agrarisch
natuurbeheer voor een serieuze aanvulling op het agrarisch inkomen
zorgen. Andere activiteiten bieden veel minder perspectief, vanwege de
hoge investeringskosten en de kleine schaal.
Een aantal activiteiten hebben geen duidelijke relatie met het
agrarisch bedrijf, zoals caravanstallingen, paardenpensions, het
plaatsen van zendmasten en windturbines. Ook sommige recreatieve
voorzieningen hebben niets met het buitengebied te maken. Dit soort
activiteiten zijn eerder te beschouwen als stedelijke functies, dan
als vormen van verbrede landbouw.
Het college van burgemeester en wethouders gaat de komende tijd nieuw
beleid ontwikkelen voor functieverruiming in het buitengebied. Dit
gebeurt in overleg met de Provincie Noord Brabant. De problematiek is
immers niet beperkt tot de gemeente Breda. Als het nieuwe beleid is
vastgesteld, wordt dit in nieuwe bestemmingsplannen worden vastgelegd.
Het zal dus nog even duren voordat alle regels zijn aangepast.
Nieuwe initiatieven hoeven echter niet te wachten op het nieuwe
beleid. In afwachting van het nieuwe beleid is het college bereid om
vrijstelling van bepalingen in het bestemmingsplan toe te staan, zij
het onder voorwaarden. Die initiatieven moeten dan wel verband houden
met de huidige agrarische functie, en worden getoetst aan het effect
op natuur en landschap. De toestemming hangt ook af van de effecten
van extra verkeer. Horeca-activiteiten en sportvoorzieningen worden
niet toegelaten.
Breda, 19 november 2003
Gemeente Breda