Actueel
Toelating chloorthalonil-houdende bestrijdingsmiddelen vernietigd
Bron: College van Beroep voor het Bedrijfsleven 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 17-11-2003
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 12 augustus 2003 uitspraak gedaan met betrekking tot de door de Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie en de Stichting Natuur en Milieu aan de orde gestelde aanvaardbaarheid van de besluitvorming van het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (Ctb) die heeft geleid tot de toelating van een aantal chloorthalonilhoudende bestrijdingsmiddelen, waarbij het Ctb, in afwijking van het geldende specifieke systeem voor het indienen van een aanvraag zoals dat is neergelegd in de Regeling toelating bestrijdingsmiddelen 1995 (Rtb), in de bezwaarprocedure geleverde gegevens alsnog heeft betrokken bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van deze middelen. Het CBb heeft geoordeeld dat op grond van het bepaalde bij de Rtb, een mede op grond van de Bestrijdingsmiddelenwet gegeven algemeen verbindend voorschrift, moet worden aangenomen dat de regelgever de beoordeling van een aanvraag heeft willen binden aan de gegevens die in de aanvraagprocedure, binnen de daarvoor geldende termijn, zijn verstrekt. Ofschoon het CBb niet ontoelaatbaar acht dat in verband met bijzondere omstandigheden aanleiding wordt gevonden in het kader van de bezwaarprocedure nader aangevoerde gegevens te aanvaarden, dient naar het oordeel van het CBb zulks, gelet op de waarborgen waarmee de aanvraagprocedure in het Rtb is omgeven, zeker wanneer derde-belanghebbenden bij de procedure zijn betrokken, te geschieden op een wijze die materieel recht doet aan de vereisten van het Rtb. In geval van het alsnog inwilligen van een verzoek om (verlenging van) toelating brengt dit met zich dat duidelijk wordt aangegeven welke nadere gegevens in aanmerking zijn genomen en welke de uitkomst is van de beoordeling van deze gegevens aan de hand van de wettelijke toelatingscriteria. Dit impliceert tevens dat duidelijk wordt gemotiveerd waarom, anders dan bij het primaire besluit, bij de beslissing op bezwaar wordt geoordeeld dat geen beletselen voor (verlenging van) toelating aanwezig worden geacht. Een op deze aspecten toegesneden motivering mag met name in een geval als het onderhavige, waarin aanvankelijk sprake was van een duidelijk onder woorden gebrachte opvatting dat (verlenging van) toelating niet tot de mogelijkheden behoorde, niet ontbreken.
Op grond van de beschikbare gegevens is het CBb tot het oordeel gekomen dat het bij de besluitvorming die heeft geleid tot de thans bestreden besluiten, heeft ontbroken aan de vereiste procedurele zorgvuldigheid en dat de bestreden besluiten niet voldoen aan de in § 3.7 van de uitspraak geformuleerde motiveringsvereisten. Naar op grond van de gedingstukken moet worden aangenomen, hebben de ontwikkelingen die aanleiding hebben gegeven tot de toelating van de onderhavige bestrijdingsmiddelen, zich tijdens en met name na de hoorzitting voorgedaan en hadden appellanten geen zicht op hetgeen zich in dat kader afspeelde. In verband hiermede was een voortzetting van de hoorzitting, waarvoor appellanten hadden moeten worden uitgenodigd, in elk geval geboden te achten.
Voorts zijn in de overwegingen bij de bestreden besluiten weliswaar op het punt van de beoordeling van milieuaspecten tal van technische details vermeld, doch deze overwegingen verschaffen niet het vereiste inzicht ter zake van de vragen (-) welke door de betrokken toelatinghouders alsnog geleverde gegevens een beslissende rol hebben gespeeld bij de toelating, (-) hoe de daarbij gegeven waardering inzake de toelaatbaarheid van de bestrijdingsmiddelen zich verhoudt tot de beoordeling die bij de extensief gemotiveerde primaire afwijzingsbesluiten is gehanteerd, en (-) welke in dit verband de betekenis is van de wijziging van het wettelijk gebruiksvoorschrift en van de gebruiksaanwijzing. Gezien de beschikbare gegevens acht het CBb niet aannemelijk dat reeds op grond van uitsluitend een herwaardering van de bij de primaire besluiten beschikbare gegevens kon worden geconcludeerd dat een toelating op basis van evenbedoelde wijziging kon worden verleend.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AL1839
Zie het origineel http://www.rechtspraak.nl/act...t_id=13711&i=&ti=