Rotterdam, 5 november 2003
Vervolging 3 verdachten ESF-fraude gestaakt
Het Openbaar Ministerie in Rotterdam heeft de vervolging van drie
verdachten van fraude met subsidie uit het Europees Sociaal Fonds
(ESF) moeten staken. Het OM overschreed een tijdgrens en de rechtbank
heeft de vraag om een extra termijn afgewezen. Het OM heeft nagelaten
van die uitspraak in appel te gaan. Dat betekent dat de verdachten
niet verder vervolgd kunnen worden.
Het onderzoek naar de fraude startte eind jaren negentig. Eind 1999
deed het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid formeel
aangifte. Onder leiding van het OM in Rotterdam startte een
strafrechtelijk onderzoek. In april 2000 werd een gerechtelijk
vooronderzoek (GVO) geopend op verdenking van valsheid in geschrifte
en oplichting. Dat, overigens zeer complexe onderzoek, werd in april
2003 afgesloten. Het OM besloot de verdachten, twee natuurlijke
personen en een rechtspersoon, te vervolgen wegens de fraude waarbij
onterecht ongeveer 2,5 miljoen euro zou zijn verkregen. Het geld was
bedoeld voor een arbeidstoegeleidingsproject op de Antillen in de
jaren 1994-1997.
Na afsluiting van het GVO hadden de verdachten binnen twee maanden in
kennis moeten worden gesteld van die verdere vervolging, maar dat is
niet gebeurd. De rechtbank wees een nieuwe termijn daarvoor af.
Hierbij overwoog de rechtbank dat het weliswaar gaat om een verdenking
van fraude van 2,5 miljoen euro, maar dat van ,,enig bijzonder element
zoals geweld, ambtelijke corruptie o.i.d. geen sprake was.
De rechtbank was voorts van oordeel dat niet (meer) gezegd kon worden
dat er sprake was van een verdenking van zodanig ernstige strafbare
feiten, dat het algemeen belang vereiste dat het OM een nieuwe termijn
moest krijgen. ,,De enkele omstandigheid dat fraude als de onderhavige
het vertrouwen van de Europese Unie in Nederland kan ondermijnen is,
in het licht van hetgeen hiervoor werd overwogen, daartoe onvoldoende,
aldus de rechtbank.
Van deze beslissing heeft het OM nagelaten in beroep te gaan.
Overigens is het OM van oordeel dat de kans van slagen van een
dergelijk beroep niet erg groot zou zijn geweest, gelet op de
motivering van de rechtbank en de extra tijd die met het behandelen
van het hoger beroep zou zijn verstreken.
Het OM in Rotterdam betreurt de gang van zaken. Het heeft inmiddels de
betrokken opsporingsdiensten en het college van Procureurs-Generaal
van de (ongelukkige) afloop van het onderzoek in kennis gesteld.
Andere door het OM in Rotterdam geleide onderzoeken naar ESF-fraude
zullen voortgezet worden.
Openbaar Ministerie