Gemeente Den Haag

oktober 2003
Stadsboerderijen helpen zwerfvuil opruimen (31 oktober 2003)

Vanuit drie stadsboerderijen zetten kinderen en vrijwilligers samen met dieren de aanval in tegen zwerfvuil. Zij maken wekelijkse rondes door de wijk om zwerfvuil -blikjes, flessen, papier en dergelijke- op te halen. Vanuit de stadsboerderijen De Woelige Stal en Molenweide worden bokkenwagens ingezet. Op de Nijkamphoeve gaan vanaf woensdag 5 november twee ezels met manden op hun rug aan de slag. Om 14.00 uur wordt het startsein gegeven voor de actie op de Nijkamphoeve. Het project heeft in eerste instantie een duur van een half jaar en draagt de naam 'Opgeruimd Straat Netjes en is Leuk'.

Schoonmaakrondje
De kinderen gaan gewapend met handschoenen en afvalknijpers op pad. Vrijwilligers begeleiden de kinderen en de dieren. Zij hebben op hun beurt instructie gehad op één van de stadsboerderijen bij hen in de buurt. Tijdens het schoonmaakrondje houden de kinderen op een kaart bij waar welk soort afval gevonden wordt. Deze gegevens worden met pictogrammen door de kinderen uitgewerkt in een overzicht. Dit overzicht komt op een duidelijk zichtbare plek op de boerderij te hangen, zodat ook bezoekers de verrichtingen en ontwikkelingen kunnen volgen. Op deze manier wordt de toename of afname van het zwerfvuil vastgelegd en kunnen er eventueel verbanden gelegd worden tussen de plek van het zwerfvuil en de eventuele aanleiding hiervan.

Lange training
Om hun taak goed te kunnen uitvoeren, hebben de dieren training van een half tot één jaar achter de rug. Een bok gaat bijvoorbeeld niet zomaar een kar trekken. Laat staan met enthousiaste kinderen en druk verkeer om hen heen. Ook moeten de dieren wennen aan onverwachte bewegingen op staat. De vrijwilligers letten er ook op dat de vrachten niet te zwaar worden.

Kleine stapjes
Stadsbeheer verwacht niet dat hiermee de problemen in de stad opgelost kunnen worden. Het gaat om kleine stapjes die bij kunnen dragen aan een schone, hele en veilige leefomgeving. De gemeente hoopt dat de kinderen zelf met hun omgeving aan de gang gaan en volwassenen ook stimuleren om minder rommel te laten slingeren. Als dat werkt, is er wellicht een klein beetje minder rommel op straat en is het project geslaagd.