31 okt 2003 - Vragen Wilders over verkennings- en intelligence incidenten
in Irak
Vragen van de leden Wilders (VVD), Eurlings (CDA) en Koenders (PvdA) aan
de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken inzake verkennings- en
intelligence incidenten in Irak
1.
Is het u bekend dat het Nederlandse bataljon te Irak, nadat de VS op
Nederlands verzoek verkenningsvluchten boven de Iraaks-Saoedische grens
had uitgevoerd, geconfronteerd werd met de weigering van de VS de
volledige concrete verkenningsinformatie met de Nederlanders te delen?
Wat is uw oordeel daarover?
2.
Is het u voorts bekend dat het Nederlandse bataljon heeft geweigerd in
te gaan op een verzoek van de VS, een verkenningsmissie aan de
Iraaks-Saoedische grens uit te voeren, omdat de VS weigerde aan te geven
wat de precieze aanleiding van dit verzoek was en evenmin aangaven welke
concrete geconstateerde illegale activiteiten men aan deze grens had
waargenomen? Wat is uw oordeel daarover?
3.
Hoe vaak hebben dergelijke incidenten met de VS danwel de VK
plaatsgevonden?
4.
Op welke wijze denkt u in dergelijke onacceptabele incidenten tussen het
Nederlandse bataljon enerzijds en de VS en het VK anderzijds in de
toekomst te kunnen voorkomen en hoe denkt u de uitwisseling van
intelligence en gedetailleerde verkenningsinformatie tussen Nederland en
de VS/VK te kunnen verbeteren?
5.
Indien een dergelijke verbetering niet op de korte termijn zal
plaatsvinden is het dan niet wenselijk de eigen Nederlandse verkennings-
en intelligencecapaciteit uit te breiden zodat minder afhankelijkheid
bestaat van de VS en het VK? Welke middelen bent u bereid daartoe in te
zetten?
31 oktober 2003
VVD