Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Persbericht ministerraad
31 oktober 2003

Rechten en plichten 18-jarigen mbo en hoger onderwijs gelijk

Het kabinet heeft ingestemd met het voorstel van staatssecretaris Nijs van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om de rechten en plichten van 18-jarigen en ouder in het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) en het hoger onderwijs gelijk te trekken. De rechten van MBO'ers van 18 jaar en ouder worden daarmee versterkt. Ook worden MBO'ers gestimuleerd een diploma te halen door de invoering van een prestatiebeurs.
Het kabinet vindt dat onderwijsdeelnemers meer op hun verantwoordelijkheid moeten worden aangesproken. Daar horen prikkels bij om te presteren. Het Nederlandse hoger onderwijs beschikt al over een dergelijk systeem met bijbehorende randvoorwaarden. Het MBO moet deze stap nog maken en daarom worden de rechten en plichten van MBO'ers meer in overeenstemming gebracht met die van studenten in het hoger onderwijs. Daarmee ontstaat meer invloed van leerlingen op het onderwijs, een beter beredeneerde studiekeuze en minder ongediplomeerde uitval. Het kabinet trekt jaarlijks 5 miljoen euro extra uit om de rechten van de MBO'ers te versterken. Na overleg met de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) wordt voorgesteld: · Verbetering loopbaanoriëntatie en ­begeleiding door onder meer verbeterde intake en meer maatwerk in de begeleiding op BVE-instellingen; · Betere voorlichting aan deelnemers over inhoud en opbouw van MBO-opleidingen, onder meer door het ontwikkelen van een keuzegids voor leerlingen in het VMBO en HAVO; · Het kabinet dient eind van dit jaar een wetsvoorstel voor versterking van de medezeggenschap in. Dit wetsvoorstel zorgt er voor dat iedere BVE-instelling een instellingsraad voor deelnemers krijgt; · Om een goede vertegenwoordiging van MBO'ers te krijgen wordt de bestuursfunctie bij het JOB aantrekkelijker gemaakt. Net als bestuursleden van studentenbonden in het hoger onderwijs krijgen de JOB-bestuursleden een financiële vergoeding in de vorm van een bestuursbeurs; · Het kabinet overweegt een campagne te starten om het imago van het beroepsonderwijs te verbeteren;
· Studenten in het hoger onderwijs hebben de mogelijkheid om in grenslanden een studie te volgen met behoud van studiefinanciering. Er komt een pilot om MBO'ers met behoud van studiefinanciering in Vlaanderen, Duitsland en Engeland MBO-opleidingen te laten volgen in de sectoren Gezondheid en Welzijn, Metaal en Elektro, en Economie en Administratie. Om het accent op het behalen van een diploma te versterken wordt in het MBO een prestatiebeurs ingevoerd. Net als in het hoger onderwijs zullen daar de basisbeurs, de aanvullende beurs en de OV- studentenkaart onder vallen. Het beursdeel van de studiefinanciering is voor MBO'ers momenteel een gift met alleen een aanwezigheidsplicht. Door invoering van de prestatiebeurs worden de basisbeurs, de aanvullende beurs en de OV-studentenkaart verstrekt als een lening en omgezet in een gift als het diploma wordt behaald. De prestatiebeurs gaat alleen gelden in de niveaus 3 en 4, omdat men daar het beste in staat is de eigen onderwijsloopbaan te `managen'. Voor degenen die hun diploma niet halen gelden dezelfde draagkrachtregelingen als in het hoger onderwijs. Wie niet alles kan betalen, hoeft niet alles te betalen. De prestatiebeurs voor het MBO wordt vanaf augustus 2005 ingevoerd. Jongeren die voor dat tijdstip al studiefinanciering ontvangen, blijven vallen onder de huidige regels. RVD, 31.10.2003