stemmenweging in de EU
Kamerbrief inzake stemmenweging in de EU
Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Datum
30 oktober 2003
Auteur
Mr J.W.H.M. Beaujean
Kenmerk
DIE- 582/03
Telefoon
070-3484875
Blad
1/1
Fax
070-3486381
Bijlage(n)
---
E-mail
Die@minbuza.nl
Betreft
Brief inzake stemmenweging in de EU
Zoals verzocht tijdens het debat van 2 oktober over de Staat van de
Unie en de Nederlandse inzet in de IGC, bieden wij u hierbij graag een
notitie aan over de Nederlandse positie bij de stemmenweging onder het
Verdrag van Nice en de uitkomsten van de Europese Conventie.
In deze notitie is ook betrokken het verzoek van het lid Van Der Laan,
van 7 oktober jl., met betrekking tot de definitie van het
bevolkingscriterium in de stemmenweging.
De Minister van De
Staatssecretaris voor
Buitenlandse Zaken , Europese
Zaken,
Mr. J.G. de Hoop Scheffer Mr. Drs. A.
Nicolaï
Nederlandse positie bij stemmenweging: Nice en uitkomsten Conventie
Inleiding
In het debat over de Staat van de Unie heeft de Kamer gevraagd naar de
gevolgen van de stemmenweging in de Europese Grondwet voor de
Nederlandse positie. In het bijzonder is gevraagd naar de relatie met
de extra stem die Nederland in Nice heeft behaald en de vermindering
van het aantal EP-zetels. In deze toelichting wordt eerst ingegaan op
het Verdrag van Nice en vervolgens op de stemmenweging zoals opgenomen
in de Europese Grondwet.
Verdrag van Nice
Institutionele wijzigingen: stemmenweging en EP-zetels
Het Verdrag van Nice heeft de Unie voorbereid op de aanstaande
uitbreiding. De toetreding van twaalf kandidaat-lidstaten tot de
Europese Unie kan niet plaatsvinden zonder de institutionele structuur
aan te passen. Dit geldt voor de samenstelling van de Commissie, de
stemmenweging in de Raad en de zetels in het Europese Parlement. Het
Europese Parlement zou uit zijn voegen barsten als de huidige
lidstaten geen zetels zouden inleveren. Voor een parlement van
maximaal 732 zetels hebben nagenoeg alle huidige lidstaten zetels
ingeleverd. De grote lidstaten meer dan de kleine. Zo heeft Frankrijk
15 zetels ingeleverd, Spanje 14, Nederland 6 en België 3. De
vermindering van het aantal EP-zetels voor de huidige lidstaten staat
dus los van de herziening van de stemmenweging. Nederland heeft niet
minder Europarlementariërs gekregen omdat we hebben ingezet op een
verhoging van ons stemgewicht.
Nieuwe stemmenweging en driedubbele sleutel
Het Verdrag van Nice heeft ook de stemmenweging gewijzigd. De gewogen
sleutel is veranderd in een driedubbele sleutel. Aan de gewogen
sleutel, waarbij aan elke lidstaat een aantal stemmen is toebedeeld,
is het vereiste van de meerderheid van de lidstaten en een
bevolkingtoets toegevoegd. Een besluit dat in de EU-27 met
gekwalificeerde meerderheid moet worden genomen komt tot stand indien:
1) het ten minste 232 van de 321 stemmen heeft verkregen;
2) de meerderheid van de lidstaten voorstemt;
3) de gekwalificeerde meerderheid ten minste 62 % van de totale
bevolking van de Unie vertegenwoordigt, indien een lid van de Raad
vereist dat dit wordt nagegaan.
De gewogen sleutel is tevens opnieuw bepaald om een herverdeling van
stemmen te maken over de huidige en nieuwe lidstaten. Hierbij wordt
het systeem van "degressieve proportionaliteit" gehanteerd. Dit houdt
in dat de kleine landen (te beginnen bij Nederland) een groter
percentage van het totaal aantal stemmen krijgen dan hun percentage in
de totale EU-bevolking. Bij Nederland is dit verschil echter zeer
gering, maar bij de kleinste lidstaten is het verschil enorm.
Luxemburg heeft in een EU-27 bijvoorbeeld 1,2 % van het aantal stemmen
en maar 0,1 % van de totale bevolking. Bij de grote lidstaten is het
precies omgekeerd met als extreem voorbeeld Duitsland dat 17% van de
bevolking heeft en maar 8.4% van het aantal stemmen. Nederland zit op
de grens. Met 13 stemmen van de 321 hebben we 3,8% van het aantal
stemmen, met 3,3% van de totale bevolking. Onder ons loopt het
verschil tussen beide percentages snel op in het voordeel van de
kleine lidstaten.
Samen met België (12) en Luxemburg (4) heeft de Benelux net zoveel
gewicht gekregen als de vier grote lidstaten die elk 29 stemmen
hebben. Drie grote lidstaten hebben samen 87 stemmen, net niet genoeg
om een besluit te kunnen blokkeren (88 stemmen nodig). Overigens
kunnen drie grote landen op grond van de bevolkingstoets (62%) wel
blokkeren, mits Duitsland daar onderdeel van uitmaakt.
Deze driedubbele sleutel wordt gebruikt vanaf eind 2004. Op dat moment
zal de exacte definitie van het bevolkingscriterium duidelijk moeten
zijn. Dit criterium is ook onderdeel van de `nieuwe' dubbele sleutel
die de Conventie voorstelt. Voor de bepaling van dat
bevolkingscriterium worden thans de cijfers gebruikt die het Europees
statistiek Bureau (EuroStat) hanteert. Bij het opstellen van de
bevolkingsgegevens hanteert EuroStat als uitgangspunt het aantal
inwoners in een bepaald land op 1 januari van het betreffende jaar. De
bevolking is gebaseerd op de meest recente tellingen aangevuld met
demografische ontwikkelingen sinds de laatste telling, of op het
bevolkingsregister.
Appreciatie van stemmenweging onder Nice
Bij de onderhandelingen over het Verdrag van Nice had Nederland twee
doelen voor ogen: meer stemgewicht krijgen dan de vijf lidstaten met
circa 10 miljoen inwoners (België, Griekenland, Hongarije, Tsjechië en
Portugal) en het relatieve stemgewicht behouden. Beide aspecten zijn
met de driedubbele sleutel van Nice bereikt. Met de stemverdeling
kunnen wij dicht bij ons relatieve bevolkingsgewicht blijven (zelfs
iets daarboven) en hebben wij ons onderscheiden van de landen met 10
miljoen inwoners: die hebben namelijk 12 stemmen, terwijl Nederland er
13 kreeg.
Europese Grondwet
Stemmenweging: van driedubbele meerderheidssleutel naar dubbel
meerderheid
In de Conventie is de driedubbele sleutel van Nice vervangen door het
systeem van de "dubbele meerderheid". Een gekwalificeerde meerderheid
komt tot stand met:
1) de meerderheid van de lidstaten (50%+1);
2) ten minste 3/5 van de bevolking van de Unie.
In percentages uitgedrukt als het 50/60 model.
Deze nieuwe stemmenweging komt er op neer dat de gewogen sleutel is
komen te vervallen. De twee andere sleutels; meerderheid lidstaten en
meerderheid bevolking (weliswaar 60% in de Grondwet en 62% in Nice)
zijn gehandhaafd.
Extra stem?
In dit systeem is geen sprake meer van "degressieve
proportionaliteit", het stemgewicht volgens het tweede criterium is
volstrekt gelijk aan het bevolkingspercentage.
Met het wegvallen van de gewogen sleutel is de bevolkingstoets
belangrijker geworden.
Ten opzichte van Nice winnen de grote landen aan stemgewicht en
verliezen de kleine landen aan gewicht. Voor Nederland geldt dit ook,
zij het in mindere mate. Wij zitten, zoals eerder aangegeven, op het
scharnierpunt. Ons aandeel in stemmen (3.8%) komt het dichtst in de
buurt van ons bevolkingsaandeel (3.3%). Het is te kort door de bocht
om te stellen dat de extra stem die Nederland ten opzichte van de
landen met 10 miljoen inwoners in Nice heeft gekregen daarmee verloren
is gegaan. Het verschil in bevolking telt juist in grotere mate mee.
Het Nederlandse gewicht van 16 miljoen inwoners (3.3 %) is groter dan
dat van de landen met 10 miljoen inwoners (2.1%).
Nederlandse positie: coalities
De besluitvorming in de Unie draait echter niet zozeer om het
stemgewicht van één lidstaat, maar om de coalities die meerdere
lidstaten kunnen vormen. Het gaat daarbij meestal niet om de simpele
tegenstelling tussen grote en kleine lidstaten. Coalities verschillen
per onderwerp, bijvoorbeeld als het gaat om financiële aangelegenheden
(nettobetaler/ontvanger), sociaal beleid (Angelsaksisch-
/Rijnlandmodel), of het Stabiliteits-en Groei Pact
(rekkelijken/preciezen).
---
Deze coalities zijn nodig voor het behalen van een meerderheid of een
blokkerende minderheid. In het algemeen geldt dat de dubbele weging
tot gevolg heeft dat een gekwalificeerde meerderheid iets
gemakkelijker tot stand komt. Daar staat tegenover dat het iets
moeilijker zal zijn om te blokkeren. Voor Nederland is overigens van
belang dat zowel met Nice als met de Grondwet de coalitie van
nettobetalers (Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Zweden,
Denemarken en Nederland) een voorstel kunnen blokkeren.
Transparantie en duurzaamheid
De regering heeft bij haar beoordeling van de dubbele
meerderheidssleutel niet alleen gekeken naar het Nederlandse
stemgewicht. Het doorgronden van de driedubbele sleutel van Nice is
niet gemakkelijk. Een gekwalificeerde meerderheid is moeilijk af te
lezen.
De dubbele meerderheidssleutel van de Grondwet is transparanter en
door iedereen te begrijpen. Het is bovendien een duurzame sleutel. De
Nice-sleutel moet bij iedere toetreding na de 27ste lidstaat
heronderhandeld worden. Met de dubbele meerderheidssleutel van de
Grondwet is dat niet nodig.
Conclusie
De regering meent dat Nederland de extra stem van Nice niet is
kwijtgeraakt ten koste van het aantal Europarlementariërs. Hoewel
Nederland er in stemgewicht weliswaar iets op achteruit is gegaan, zal
het voor de mogelijke Nederlandse coalities geen groot verschil maken.
Bovendien is de besluitvaardigheid van de Unie ruimschoots overeind
gebleven. De stemmenweging is tevens een stuk transparanter en
inzichtelijker geworden. Kortom een duurzame, democratische sleutel
waarmee het Nederlandse belang voldoende kan worden behartigd.
Ministerie van Buitenlandse Zaken