Socialistische Partij
Autoriteiten mede schuldig aan voortdurende afvallozingen op Curaçao
29-10-2003 * Minister De Graaf van Koninkrijksrelaties moet zich
volgens SP-Kamerlid Harry van Bommel op korte termijn gaan inzetten om
een einde maken aan afvallozingen in het oppervlaktewater van Curaçao.
Olieraffinaderijen dumpen, met medeweten van autoriteiten hier en op
het eiland, al meer dan 25 jaar hun afval in het oppervlaktewater.
Recente publicaties van Curaçaose organisatie Stichting Humanitair
Zorg over de ernstige vervuiling en de gezondheidsrisico's van het
zogeheten Asfaltmeer, worden door de SP zeer hoog opgenomen.
De lozingen hebben geleid tot zeer grote gezondheidsproblemen voor
maar liefst 12,5 procent van de totale bevolking van Curaçao. Deze
mensen lijden aan ernstige ziektes als bronchitis, longkanker en
astma. Ziekten die veroorzaakt worden door normoverschrijdende
uitstoot van chemische, organische en toxische stoffen van de
olieraffinaderij PvDSA.
De PvDSA heeft in de jaren '80 voor het symbolische bedrag van 4
gulden de raffinaderij van Shell overgenomen. Toen al was bekend wat
voor smeerboel Shell ervan had gemaakt. Maar Shell hoefde niets op te
ruimen en de PvDSA werd niets in de weg gelegd. Bovendien bedong de
raffinaderij vrijstelling van belastingen, rechten of heffingen op
aardolie en aardolieproducten.
Harry van Bommel: Het ergste is nog dat alles bekend is, omdat
hierover rapport op rapport is verschenen. Maar alles is tot nu
achtergehouden, stilgehouden of klein gehouden. Daarom is het tijd dat
de Rijksregering, in de persoon van minister De Graaf, zich met de
zaak gaat bemoeien. Ik wil dat hij het medische rapport van Van der
Torn van de Volksgezondheidsdienst in Rotterdam uit 1999 over de
gezondheidsschade publiceert. Dit rapport wordt al vier jaar
achtergehouden door de autoriteiten van Curaçao.