VSNU-persbericht
Datum: 29 oktober 2003
Biologieonderwijs aan Nederlandse universiteiten positief
beoordeeld
De opleidingen Biologie aan de Nederlandse universiteiten
zijn van ruim voldoende tot goede kwaliteit. Wel is in het
studieprogramma meer aandacht nodig voor de ethische aspecten
van de biologiebeoefening en zijn er vraagtekens te plaatsen
bij de landelijke coördinatie van de opleidingen. Dit valt te
lezen in het visitatierapport dat prof.dr. N. Nanninga,
voorzitter van de Visitatiecommissie Biologie, op 28 oktober
aanbiedt aan mr. E. d' Hondt, voorzitter van de VSNU.
De commissie heeft de opleidingen Biologie (UU, VU, LEI, KUN,
RUG, UvA, WU) en de UvA-opleiding Biomedische Wetenschappen
beoordeeld in het kader van het systeem van externe
kwaliteitszorg. Belangrijkste conclusie: de universitaire
biologieopleidingen in Nederland zijn van ruim voldoende tot
goede kwaliteit en verschillen onderling zeer weinig in
kwaliteit, al heeft elke opleiding een eigen profiel. De
commissie signaleert een toenemende diversiteit in het
opleidingsaanbod. Zij vraagt zich af of dit voor de
bacheloropleidingen wenselijk is in het kader van
(internationale) vergelijkbaarheid. "Meer landelijk overleg en
coördinatie over de opzet en inhoud van de
biologieopleidingen", luidt het advies van de commissie. KNAW
en de kamer Biologie van de VSNU hebben de eerste stappen
reeds gezet op weg naar landelijke afspraken over de invulling
van de bacheloropleiding Biologie.
Ethische kwesties
In haar beoordeling heeft de commissie specifiek aandacht
geschonken aan de ethische aspecten van de biologieopleiding.
Naast het beschikken over vak-inhoudelijke kennis en
vaardigheden moeten afgestudeerden in staat zijn om te gaan
met zaken die grote maatschappelijke gevolgen (kunnen) hebben
zoals embryo-onderzoek, klonen, stamcelonderzoek, proefdieren
en genetisch-gemanipuleerd voedsel. De opleidingen besteden
hieraan in het algemeen nog te weinig aandacht, concludeert de
commissie. Daarom pleit zij voor meer gericht onderwijs in de
ethische aspecten van het moderne biologische onderzoek
geplaatst in de maatschappelijke context.
Instroom en rendement
De studentenaantallen van de gezamenlijke biologieopleidingen
zijn in de periode 1997-2001 licht gedaald. Het rendement van
de opleidingen is over het geheel genomen redelijk goed. De
commissie is te spreken over het niveau en het functioneren
van zowel docenten als afgestudeerden. Laatstgenoemden blikken
in het algemeen met tevredenheid terug op hun opleiding.