Nationale Ombudsman
Persberichten 2003
Den Haag, 30 oktober 2003
IND komt rechterlijke uitspraken vaak niet na
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) slaagt er vaak niet in om
binnen de tijd die de rechter heeft opgedragen, te beslissen. Het
principe dat een rechterlijk bevel onverwijld moet worden uitgevoerd, is
daarmee ver op de achtergrond geraakt. Het is zorgwekkend dat het de IND
al jaren moeite kost om de juiste werkwijze in te voeren. Door deze gang
van zaken zijn de rechtsbescherming van vreemdelingen en het gezag van de
rechter en de wetgever geschaad. Dit concludeert de Nationale ombudsman,
mr. R. Fernhout, op basis van een onderzoek naar de manier waarop de IND
vervolg geeft aan rechterlijke uitspraken.
Eind januari 2001* heeft de Nationale ombudsman naar aanleiding van een
klacht de toenmalige staatssecretaris van Justitie de aanbeveling gedaan
ervoor te zorgen dat de IND zich houdt aan rechterlijke uitspraken om
binnen de termijn dan wel zo snel mogelijk te beslissen. Ondanks de
toezegging van de toenmalige staatssecretaris dat zij de aanbeveling zou
opvolgen, bleef de ombudsman regelmatig klachten daarover ontvangen.
Daarom is hij uit eigen beweging een onderzoek gestart naar de wijze
waarop de IND sinds januari 2001 met deze zaken is omgegaan.
Aantallen zijn reden tot bezorgdheid
Uit het onderzoek blijkt dat de IND eind januari 2001 in 2717 dossiers
een nieuw besluit moest nemen na gegrond verklaring van het beroep door
de rechtbank. Op basis van informatie van de minister voor
Vreemdelingenzaken en Integratie blijkt dat twee jaar later (13 januari
2003) nog 63 van de 2717 zaken openstonden. In deze zaken was de termijn
gemiddeld met ruim drie jaar overschreden. Ook nu is er volgens de
Nationale ombudsman nog reden tot bezorgdheid. Uit gegevens van de
minister blijkt namelijk dat de achterstand weliswaar verminderd, maar
nog steeds fors is. Begin april van dit jaar stonden nog 952 zaken open.
In 114 daarvan is meer dan een jaar verstreken sinds de uitspraak van de
rechtbank, in 189 meer dan negen maanden, in 313 meer dan zes maanden en
in 596 meer dan drie maanden.
Werkinstructies niet uitgevoerd
In vervolg op de aanbeveling van de Nationale ombudsman in 2001 heeft de
toenmalige staatssecretaris van Justitie in mei dat jaar de medewerkers
van IND instructies gegeven. De ombudsman constateert dat deze
werkinstructies in de praktijk niet zijn uitgevoerd. Volgens de minister
is dit onder meer te wijten aan een gebrek aan personele capaciteit,
administratieve fouten of foutieve dan wel ontbrekende informatie van de
kant van de vreemdeling, of omdat de IND in bepaalde zaken nadere
onderzoeksresultaten wilde afwachten. Deze verklaringen vormen in geen
geval een rechtvaardiging voor de gang van zaken, aldus de ombudsman. De
Nationale ombudsman vindt het zorgelijk dat de IND het tijdig opvolgen
van rechterlijke uitspraken op zijn beloop heeft gelaten en kennelijk
onvoldoende doordrongen is geweest van het belang ervan. Hij concludeert
dat de IND zich onvoldoende heeft ingespannen om zijn eerdere aanbeveling
op te volgen. Inmiddels is er een nieuwe Werkinstructie. De Nationale
ombudsman heeft de minister en de IND gevraagd om binnen drie maanden te
laten weten of deze instructie het beoogde effect heeft gehad.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marjan Sieben, telefoon 070
- 3 563 643.
© 2003 De Nationale ombudsman