Ministerie van Justitie
Persbericht
WODC-onderzoek: groei mediation is mogelijk
30 oktober 2003
Meer dan de helft van het aantal zaken dat met behulp van mediation is
afgedaan, is geslaagd. Partijen zijn over het algemeen tevreden.
Afspraken worden door tweederde van de partijen geheel nagekomen. Het
merendeel van de partijen geeft aan in de toekomst weer voor mediation
te kiezen in een soortgelijke conflictsituatie. Dit blijkt uit de
resultaten van het evaluatieonderzoek Ruimte voor Mediation van het
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) naar
projecten op het gebied van mediation. Het onderzoek dat vandaag op
het WODC-jaarcongres in Noordwijkerhout werd gepresenteerd, is door
minister Donner naar de Tweede Kamer gestuurd. De bewindsman komt nog
dit najaar met een nota waarin de beleidsreactie op de resultaten van
het onderzoek van het WODC staat.
Mediation is een vorm van geschilbeslechting waarbij de
verantwoordelijkheid voor de oplossing van een conflict bij partijen
zelf ligt. Uitgangspunt is dat partijen vrijwillig, onder begeleiding
van een onafhankelijke derde, gezamenlijk een oplossing voor hun
conflict proberen te vinden.
Het WODC evalueerde in de periode 2001-2003 twee grote landelijke
mediationprojecten, waarvan één bij de rechterlijke macht en één bij
de gefinancierde rechtsbijstand. Deze projecten waren nodig om inzicht
te verschaffen in de vraag of structurele doorverwijzingsvoorzieningen
naar mediation binnen de justitiële infrastructuur bestaansrecht
hebben en zo ja, op welke wijze deze het beste kunnen worden ingebed.
Het onderzoek en de projecten hebben aan het doel beantwoord in die
zin dat ze aanwijzingen hebben opgeleverd over de manier waarop
succesvolle doorverwijzing naar mediation het best kan worden
vormgegeven.
Om voldoende doorverwijzingen te kunnen realiseren, moet aan een
aantal voorwaarden zijn voldaan. Het gaat daarbij om intern en extern
draagvlak voor mediation, doelgerichte voorlichting, goede
administratieve en facilitaire ondersteuning, bewaking van de
kwaliteit van de mediations, en de aanwezigheid van een vast
aanspreekpunt voor doorverwijzing.
Bij de rechterlijke macht is in 61 procent van de mediations
overeenstemming bereikt, het project bij de gefinancierde
rechtsbijstand kwam -mede gezien de strengere selectie- uit op 78
procent. De zaken bij dit laatste project zijn snel afgerond: een
mediation duurde gemiddeld 2,6 uur en had een doorlooptijd van zeven
dagen. Bij de rechterlijke macht namen de mediations meer tijd in
beslag: gemiddeld zitten partijen 6,3 uur met elkaar aan tafel. De
doorlooptijd bedraagt drie maanden. Dit laatste heeft te maken met de
complexere zaken bij de rechterlijke macht. Het totale aantal
mediations bij het project van de gesubsidieerde rechtsbijstand
bedraagt 171, bij de rechterlijke macht was dat 973. Met doorlooptijd
wordt bedoeld de tijd vanaf de eerste mediationbijeenkomst tot en met
de laatste.
Uit het onderzoek komt naar voren dat onderhandelingsbereidheid van
partijen cruciaal is. Dit geldt zowel voor de aanvaarding van een
mediationvoorstel als voor een succesvolle afronding. De kans op een
goede afloop neemt af naarmate het conflict meer geëscaleerd is.
Binnen het rechtsbestel is ruimte voor mediation, aldus het WODC. Er
is voldoende bereidheid en gelegenheid om partijen door te verwijzen
naar mediation.
De praktijk wijst uit dat partijen en raadslieden niet alleen
voorafgaand, maar ook tijdens een gerechtelijke procedure kiezen voor
mediation.
Het evaluatierapport staat op de website van het WODC