Ministerie van Justitie


http://www.justitie.nl

Inleiding Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, mevrouw M. Verdonk tijdens het VNG-congres 'De lokale integratieagenda' op 30 oktober 2003 in het World Trade Centre in Rotterdam

Voorzitter, geachte aanwezigen,

Als er één onderwerp in Nederland het maatschappelijke debat domineert, dan is het wel de integratie van minderheden. Denkt u maar aan de voorstellen voor spreiding van allochtonen in Rotterdam, de problemen met Marokkaanse jongeren in Amsterdam of het debat over zwarte en witte scholen. Dat bewijst tegelijkertijd dat de integratie van minderheden niet zonder slag of stoot verloopt. Sterker nog, het is duidelijk dat minderheden op te grote afstand staan van onze samenleving.
Dat moet anders. En die verandering moet er komen op twee niveaus: landelijk en lokaal. De rijksoverheid EN de gemeenten moeten zich inspannen om van die integratie een succes te maken. Maar op twee niveaus wil niet zeggen: ieder voor zich. De problemen rond de integratie zijn zo urgent dat we die alleen samen kunnen oplossen.

U mag mij aanspreken als het gaat om het beleid van de rijksoverheid zoals op het Integratiebeleid Nieuwe Stijl.
Dit kabinet gaat ervan uit dat autochtone én allochtone burgers, de medeoverheden en maatschappelijke instellingen zelf hun verantwoordelijkheid dienen te nemen voor de integratie van minderheden.
Gedeeld burgerschap, dat is het doel: het delen van gemeenschappelijke waarden en normen, het delen van de Nederlandse taal. Het gaat om de kernwaarden van onze samenleving en om normen die voor iedereen gelden ongeacht herkomst of culturele achtergrond.
Het landelijke beleid is erop gericht eigen initiatieven van minderheden én autochtonen te stimuleren. Dat betekent minder vrijblijvendheid. Het kabinet is van plan duidelijke eisen aan allochtone burgers te stellen en sancties toe te passen als zij hun verantwoordelijkheid niet nemen. Deze uitgangspunten vindt u onder meer terug in het nieuwe stelsel voor inburgering dat ik momenteel aan het ontwikkelen ben.

Het blijft dus niet bij goede voornemens op papier. Er gebeurt daadwerkelijk iets. Ik ben bezig met de uitwerking van het nieuwe toelatingsbeleid: het beperken van de immigratie en het stellen van hogere eisen aan de toelating van migranten. Er ligt inmiddels een eenmalige regeling asiel. De eisen voor inburgering gaan omhoog. We werken aan een effectief uitzettingsbeleid. We zijn bezig met de terugkeer. Kortom, we zitten niet met de handen over elkaar.

In mijn optiek zijn de gemeenten nu aan bod. Integratie is niet te realiseren buiten de gemeenten om. Integendeel, zij vormen de spil waarom het integratiebeleid draait. Ik verwacht dan ook stappen van de gemeenten. Voor een deel zijn die al gezet. Veel gemenenten zijn al bezig met lokale integratie-projecten en met veelbelovende duale trajecten.
De realiteit is dat gemeenten te maken hebben met grote problemen in de concentratie- of achterstandswijken. Duidelijk is dat een ombuiging van de ontwikkelingen daar noodzakelijk is. De eenzijdigheid van de wijken moet doorbroken worden. Dat kan alleen als de participatie van alle burgers omhoog gaat. Dat vraagt om investeringen via herstructurering en stadsvernieuwing. Alleen op die manier valt de segregatie tegen te gaan en het leefklimaat te verbeteren. Dat vraagt om investeringen in het onderwijs om de resultaten en daarmee de doorstroomkansen van allochtone kinderen te verhogen en de schooluitval te verminderen.
Effectieve repressie en preventie moeten de criminaliteit tegengaan. De arbeidsdeelname van vrouwen en jongeren zal omhoog moeten door afspraken te maken met het bedrijfsleven.
In de kabinetsnota over concentratiewijken ga ik dieper in op deze problematiek en dan kom ik ook met antwoorden.

In mijn optiek zijn de gemeenten de aangewezen partner in de uitvoering van het integratiebeleid van dit kabinet. Rijk en gemeenten hebben immers een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de integratie van minderheden te bevorderen, ieder vanuit de eigen bestuurlijke rol.
De oplossingen zullen per gemeente verschillen. Die zijn immers afhankelijk van de lokale omstandigheden. Ze zullen vooral praktisch moeten zijn. Voor de uitvoering van deze oplossingen zijn de gemeenten primair verantwoordelijk. Gemeenten zouden afspraken kunnen maken over de te behalen resultaten en elkaar - en het kabinet - daar duidelijkheid over verschaffen. We willen graag afrekenen op basis van concrete resultaten.
Die duidelijkheid vind ik van wezenlijk belang. Laten we open en helder met elkaar van gedachten wisselen en daarbij man en paard noemen. Maak duidelijk wie de gesprekspartners zijn, dat is een voorwaarde om effectief te communiceren.

En dan nog iets. Voor integratie zijn geen bergen geld beschikbaar. Dat is er gewoonweg niet. We moeten roeien met de riemen die we hebben. Maar het is ook niet zo dat het geld wat we hebben absoluut onvoldoende is. Ik ben ervan overtuigd dat integratie ook valt te realiseren met het beter benutten van de mogelijkheden die er zijn. Het SGBO-rapport vraagt enkele concrete, ondersteunende maatregelen van het rijk. Op enkele daarvan ga ik kort in.
Het rapport geeft aan dat gemeenten geen invloed hebben op het immigratiebeleid, maar wel te maken hebben met de gevolgen daarvan. Dat is zo.
Maar het Integratiebeleid Nieuwe Stijl verbindt nu juist het immigratiebeleid met het integratiebeleid via de maatregelen die ik zojuist genoemd heb. Dat vermindert de druk op de minderheidsgroepen en de gemeenten. Het schept ruimte en draagvlak om effectief te werken aan de integratie van de hier toegelaten allochtonen.

De gemeenten vragen om het afschaffen van de gedwongen winkelnering bij de ROC's bij de inburgering. Dat biedt de mogelijkheid voor meer maatwerk en duale trajecten.
Bij de voorbereiding van het nieuwe inburgeringstelsel houden we daarmee rekening. Gemeenten houden in dit nieuwe stelsel een dikke vinger in de pap bij de inburgering van nieuwkomers en oudkomers.

Dames en heren.
We kunnen de problemen rond integratie alleen in gezamenlijkheid oplossen:
samenwerken met open vizier, elkaar prikkelen, elkaar stimuleren om creatieve maar bovenal praktische oplossingen te vinden voor datgene waar we samen voor staan: een succesvol integratiebeleid.

30 okt 03 10:37