29-10-2003
Algemene Beschouwingen begroting 2004
werk in uitvoering
Anja Joos
Ruim drie weken geleden werd Anja Joos doodgeschopt. In haar trieste
overlijden sublimeert alles wat ons de afgelopen jaren zon gevoel van
onmacht geeft. Winkeldiefstallen. Draaideurcriminelen. Winkeliers in
radeloze woede. Winkel personeel dat meent het recht maar in eigen
hand te moeten nemen. De trieste aanblik van rondzwervende
verslaafden. Mensen die zich daaraan storen. Mensen die andere mensen
uitschelden. Weer anderen die dat een reden vinden deze mensen weer in
elkaar te slaan.
Politici die bezorgd registreren maar er niet in slagen deze keten van
actie en reactie te doorbreken.
Amsterdam is een welvarende stad, maar met een groeiend deel van de
bevolking dat hier geen deel aan heeft wordt die welvaart wel
bedreigd. De vraag of Amsterdam ook in de toekomst in goede doen kan
blijven hangt ten nauwste samen met de vraag of wij erin zullen slagen
om de komende generatie Amsterdammers tot creatieve en productieve
daden aan te zetten. Arbeidsparticipatie moet een belangrijk deel van
de oplossingen vormen voor problemen in de stad, of het nu gaat om
integratie of vergrijzing. Het is niet alleen onze opdracht de nieuwe
generatie Amsterdammers hiervoor toe te rusten, we zullen ze ook
ruimte moeten geven zodat ze zich tot volwaardige burgers kunnen
ontwikkelen. En wie ruimte wil maken heeft soms breekijzers nodig.
De onmacht was er vorig jaar ook; ik sprak daarom hier over de
urgentie van een andere manier van besturen. Met het collectief
belijden van kreten als meer Veiligheid, Zorg, Onderwijs en oproepen
tot verdraagzaamheid alleen komen we er niet. Het college moet het
breekijzer willen hanteren. Amsterdammers hebben zich in tegenstelling
tot elders niet gek laten maken door het Fortuynisme, maar dat is wel
onder de uitdrukkelijke belofte gegaan dat wij hier de zaken
doortastender zouden aanpakken!
Cohabitation
Ondertussen hebben wij niet meer met een LPF kabinet van doen, we
moeten wel constateren dat er een ander conservatief kabinet stevig in
het zadel zit. In feite zijn we geconfronteerd met het verschijnsel
dat de Fransen Cohabitation noemen. Alleen gaat het bij ons om een
gedwongen huwelijk tussen het conservatieve Den Haag en het gelukkig
nog altijd progressieve Amsterdam. Dit stelt ons voor een belangrijke
vraag. Laten wij de Amsterdammers voelen wat Den Haag aanricht, zodat
de kiezer over vier jaar vanzelf afrekent, of kiezen we ervoor om als
stad het Haagse beleid te repareren. Omwille van die duizenden mensen
in onze stad die zwak staan, is er in werkelijkheid geen keus. Met de
PvdA blijft Amsterdam een sociale stad.
Wij prijzen ons gelukkig met het feit dat deze keus ook door onze
coalitiepartners wordt gedragen.
Onderwijs
Onderwijs hebben wij de allerhoogste prioriteit gegeven. Dat komt mooi
uit, zou u zeggen, want onderwijs is nou net datgene waar dit kabinet
niet op wenst te bezuinigen. Niet dus.
Er wordt zelfs fors bezuinigd op het onderwijsachterstandsbeleid.
Het dringende verzoek om extra geld voor de lerarensalarissen in de
grote steden? Niet gehonoreerd.
De erkenning dat het organiseren van goed onderwijs in Appelscha iets
anders is dan het organiseren van goed onderwijs in Amsterdam? Vergeet
het maar. We zullen het zelf moeten doen.
We steunen het college in hun pogingen en prijzen ons zelf gelukkig al
tijdens de voorjaarsnota een flink bedrag te hebben uitgetrokken voor
achterstallig onderhoud en de inventaris van VMBO scholen.
Een ding kunnen we Den Haag natuurlijk niet aanwrijven, en dat is een
gebrekkige uitvoering. Dat is geheel en al de verantwoordelijkheid van
het college. Ik richt mij dan ook tot hen als ik zeg: Geld voor
onderhoud van scholen dat op de plank blijft liggen, van wie die plank
ook is, we accepteren het niet meer. Verwaarloosde scholen moeten als
de wiedeweerga worden opgeknapt en de nieuwe Oudkerkstoeltjes dienen
voor de voorjaarsschoonmaak de scholen ingedragen te worden.
Werk
Wie constateert dat er in Amsterdam per maand honderden werklozen
bijkomen, realiseert zich dat het wat betreft werk alle hens aan dek
is. Op de kale muren van het crisiscentrum werk horen in ieder geval
twee flapovers.
1) ID banen.
ID banen zijn niet alleen van belang voor de mensen die deze baan
hebben, vaak vormen zij ook de smeerolie zonder welke de
stadsmachinerie vastloopt, voor de veiligheid, de sportkantines, de
culturele instellingen en het onderwijs. We zijn blij dat het college
meent te kunnen realiseren dat de werkgevers in 2004 hun ID'ers
kunnen behouden. Een prestatie van formaat als je ziet wat de actuele
situatie in andere steden is. Maar misschien nog wel belangrijker is
wat er gebeurt in 2005 en daarna.!
2) Werkgelegenheid jongeren
Hoe langer een jongere in de bijstand zit, hoe kleiner zijn of haar
kansen op de arbeidsmarkt. Amsterdam mag niet de gevolgen van de
nieuwe Wet Werk & Bijstand accepteren. In Amsterdam behoren ook na
2004 jongeren onder de 23 binnen een half jaar aan een baan of een
opleiding te worden geholpen. Wij vragen de wethouders Dales en
Oudkerk samen met het bedrijfsleven te voorkomen dat schoolverlaters
werkloos thuis komen te zitten. Jeugdwerkgarantieplan is een oud
woord, maar nog steeds in ieders belang.
Armoedebeleid
Een ander punt waar we helaas actief op zullen moeten bijsturen is het
armoedebeleid. We raken 20 miljoen kwijt. En dat voor mensen die toch
al te maken krijgen met een opeenstapeling van hogere ziektekosten,
lagere huursubsidie, etcetera.
Neem als voorbeeld een bijstandsmoeder met een kind. Het NIBUT schat
na aftrek van vaste lasten een bedrag van 172 euro aan vrij
besteedbaar inkomen. De door het kabinetsbeleid veroorzaakte
achteruitgang van 23 euro komt dan opeens hard aan. Alle creativiteit
zal moeten worden aangewend om binnen de wettelijke mogelijkheden in
Amsterdam toch een sociaal armoedebeleid te blijven voeren. En als dat
extra geld moet kosten, dan moet dat maar.
Verdraagzaamheid
Ik kom terug op het nieuws dat de afgelopen weken de media heeft
beheerst en waarmee ik mijn verhaal ben begonnen. Ik citeer Geert Mak:
Je voelt hoe het civiele vertrouwen wegebt dat onze stad en ons land
vroeger bond, en dat daarvoor in de plaats een soort nostalgie is
ontstaan, een schrijnend heimwee naar het Amsterdam van de stille
grachten en de iepen, van de piepende trams, van die afgesloten, eigen
wereld die voorgoed voorbij is. De problemen zijn duidelijk:
jeugdwerkloosheid, schoolverzuim en jeugdcriminaliteit in sommige
buurten, een grote achterstand in taalvaardigheid en onderwijs bij
bepaalde groepen, het wegtrekken van succesvolle immigranten uit hun
oorspronkelijke buurten, waardoor explosieve combinaties kunnen
ontstaan van arme allochtonen die achterblijven, en arme autochtonen
die zich in de steek gelaten voelen. Vooral die laatste ontwikkeling
zou een onderwerp van grote zorg voor elk stadsbestuur moeten zijn,
meer dan de concentratie van immigranten in bepaalde buurten - een
verschijnsel dat alle wereldsteden hebben gekend, en dat nu eenmaal
hoort bij de eerste fasen van het moeizame immigratie- en
integratieproces. Want ook dat moeten we uit ons hoofd zetten: het
idee dat het immigratieproces een idylle is, dat de veelbezongen
multiculturele samenleving dit land alleen maar blijer en mooier
maakt. Aldus Mak.
En terwijl we aan de ene kant dus met alle Amsterdammers afscheid
moeten nemen van het Amsterdam van gisteren, wat overigens ook bepaald
niet ideaal was, en met elkaar het nieuwe Amsterdam van morgen moeten
uitvinden, is het ondertussen zaak volstrekt helder te zijn over zaken
die we in geen enkel Amsterdam willen accepteren.
En dan hebben we het bijvoorbeeld over de rotzooitrappende Amsterdamse
jongens. Die kunnen we natuurlijk niet hun gang laten gaan. Over de
aanpak zijn we het eigenlijk al jaren eens: 1) De harde kern moet
keihard worden aangepakt 2) We moeten er alles aan doen dat de
broertjes en zusjes niet de volgende harde kern van morgen worden. 3)
De overgrote groep Amsterdammers die niets met deze relschoppers te
maken heeft mag, om wat voor reden dan ook, niet het slachtoffer
worden van een moderne heksenjacht.
VVD collega Frits Huffnagel eist publiekelijk dat al het tuig binnen
de kortst mogelijke tijd opgesloten moet worden in internaten als Den
Engh en Glenn Mil. Feit is dat Amsterdam de komende jaren een fors
deel van de haar toebedeelde plaatsen in deze internaten moet
inleveren.
Beste Frits, fijn dat jullie weer eens wat roepen, maar mag voordat
we jullie met het bekende VVD bloemetje bedanken eerst even de boter
van het hoofd bij de vis? Dezer dagen wordt de justitiebegroting
behandeld. Bel vandaag nog even met die VVD collega in Den Haag die
meer plaatsen eist.
Dan D66 fractievoorzitter Boris Dittrich. Die stelt voor rechters in
de buurt te laten rechtspreken. Goed zo, meneer Dittrich, bravo, ook
met u zitten we op een lijn. Maar uw regering gaat het door u als
oplossing genoemde Justitie in de buurt programma niet uitbreiden maar
juist wegbezuinigen? Saskia, jullie zijn wel geen collegepartij, maar
de stad zou het op prijs stellen als jij eens een belletje geeft.
De PvdA realiseert zich dat in sommige situaties een stevige aanpak
noodzakelijk is, maar we realiseren ons ook dat een aanpak nooit zal
slagen als er tegelijkertijd geen perspectief geboden wordt.
Laat onze oud collega Fatima Elatik ons tot voorbeeld zijn. Zij wist
onlangs bij Nova tussen een roedel zichzelf overschreeuwende heren
haar genuanceerde kalmte te bewaren. Fatima was niet te verleiden tot
loze kreten, was duidelijk en ging zorgvuldig om met het broze
lijntje, dat er is tussen onze Marokkaanse stadgenoten en de rest van
de stad. En dat is wijs. Want we moeten eerlijk zijn, voor het
oplossen van het onderliggende probleem ligt een belangrijke sleutel
bij de allochtone gemeenschappen zelf, die in overgrote meerderheid
niets liever willen dan er eindelijk bij te horen.
Terugblik jaar
Wij hebben welbewust gekozen voor een klein hecht college, waarvan wij
verwachtten dat dit in eendracht met daadkracht voorstellen aan de
raad zal doen. Na anderhalf jaar kan de PvdA fractie niet verhelen dat
het college ons in dit opzicht ernstig teleurstelt.
Wat hebben de burgers aan publiekelijk over elkaar heen rollende
wethouders? Wat schiet de stad op met gelek uit de collegezaal, met
wethouders die de persoonlijke politieke profilering lijken te stellen
boven de effectiviteit en helderheid die van een unaniem college kan
uit gaan? Wat hebben we nodig met minderheidsstandpunten die
wethouders met verve verdedigen? Leuk voor de pers, maar het leidt
alleen maar tot vertraging.
Discussie is prima, maar het politieke debat hoort in de raad thuis.
Waar we dringend behoefte aan hebben is een adequate uitvoering van
beleid. En daar bent u voor! College herpak u, want rap nadert het
moment waarop de PvdA dit niet meer zal accepteren.
Raad
Ik kijk met aanmerkelijk meer plezier terug op de raad, die tijdens de
voorjaarsnota helder de contouren heeft neergelegd van de begroting
die nu voor ons ligt. Als er nog iemand was die er aan twijfelde dat
de raad niet in staat zou zijn om op hoofdlijnen te sturen, dan zal
deze nu zijn ongelijk moeten bekennen. Maar dit is niet de enige taak
van de raad. We hebben ook nadrukkelijk onze controlerende taak. Het
invullen hiervan blijkt een stuk weerbarstiger. Maar ook de raad zou
ik toe willen roepen: met papier worden geen problemen opgelost, het
gaat om de uitvoering. Lodewijk Asscher komt in dit kader nog nader
terug op onze gehaktdag idee. Hem laat ik ook de beschouwingen over de
begroting, de invulling van de besluiten van de voorjaarsnota waarover
wij zeer content waren en zijn.
Tot slot
Met nog twee begrotingen te gaan zitten we beleidsmatig dus op de
helft van de rit. Als dit een voetbalwedstrijd was geweest, zou het nu
dus tijd zijn voor een korte pauze. In dat geval zou ik nu als
fractievoorzitter van de grootste collegepartij opstaan uit de
dug-out. De pers zou filosoferen over wat er gezegd zou worden: Hou je
aan je taak, loop elkaar niet in de weg, maar speel elkaar vrij, breng
elkaar in de positie om te scoren. We weten wat we willen met de stad,
het gaat nu om de uitvoering, gebruik het breekijzer indien nodig!
Ik dank u voor uw aandacht,
T. B. Halbertsma
Partij van de Arbeid