Partij van de Arbeid
GESPROKEN WOORD GELDT!
Den Haag, 28 oktober 2003.
Bijdrage van de leden Kalsbeek en Wolfsen (PvdA) aan de plenaire behandeling van de begroting justitie 2004 ___________________________________________________________________________
Woordvoerder Wolfsen.
Voorzitter,
Aan een ding ontbreekt het deze ministers in ieder geval niet. En dat is: werklust!
Vorige week dreigde mijn computer zelfs bijna even vast te lopen als gevolg van de grote stroom aan brieven en wetsvoorstellen. Meer regels lijkt het motto van deze ministers.
Maar, voorzitter, werklust alleen is niet voldoende.
Terzijde en voor de goede orde voorzitter, als ik hierna zeg 'de minister' dan bedoel ik de minister van Justitie, tenzij anders aangegeven.
Dan begin ik maar meteen met een compliment. Want mijn ervaring is inmiddels dat de minister, ondanks zijn eigen dadendrang, niet altijd afwijzend reageert op voorstellen van de oppositie. Als voorbeeld noem ik het onlangs door ons gedane voorstel voor de evaluatie van strafzaken die grote maatschappelijke commotie hebben veroorzaakt en eindigen zonder veroordeling.
Die houding stellen wij oprecht zeer op prijs.
Voorzitter, vorig jaar begonnen vele collega's hun inleiding met de tragische dood van Rene Steegmans uit Venlo. Vandaag staat wat mijn fractie betreft de tragische en zinloze dood van mevrouw Anja Joos symbool voor alle 100duizenden slachtoffers van criminaliteit.
Wij hebben dan ook geen enkele behoefte om af te dingen op de urgentie in deze begroting met betrekking tot de bestrijding van criminaliteit.
Maar John Stuart Mill had waarschijnlijk wel gelijk, toen hij schreef: "Mensen handelen niet verkeerd, omdat hun begeerten sterk zijn, maar omdat hun geweten zwak is."
Wij denken, voorzitter, dat naast opvoeding en zorgen voor een goede binding met de samenleving ook uitlatingen en opvattingen van politici, bewindspersonen en soortgelijke functionarissen van invloed zijn op die gewetensvorming en dus op die natuurlijke rem; het geweten.
Daarom moeten we er in welke discussie dan ook, ook hier, nooit enig misverstand over laten bestaan dat in Nederland de wet de grens is.
Eigenrichting mag niet. De keerzijde daarvan is wel dat dat grote verplichtingen schept voor de overheid. Daar moeten we ons goed bewust van zijn. Die moet dan namelijk altijd adequaat reageren. Zo niet, dan leidt dat tot grote machteloosheid en woede bij slachtoffers.
Vannacht...
Maar wel geldt: Werklust alleen is niet voldoende.
Voorzitter, ik val nu maar met de deur in huis.
1. De drugskoeriers.
Vrijdag ontvingen we de voortgangsrapportage over een jaar beleid van deze minister.
Onthullend!
Er wordt nu al richting de 100 miljoen per jaar aan besteed.
Er zitten inmiddels, naast de noodvoorzieningen, al 100en, misschien wel 1000, koeriers in de gewone cellen.
Mede als gevolg daarvan worden er dit jaar rond de 12.000 andere gevangenen vervroegd naar huis gestuurd. Daaronder nu ook al wat dan heet 'de grote jongens', omdat de kleintjes dus voorrang krijgen.
De minister doet nu allerlei voorstellen die op zich niet onlogisch lijken, maar ook veel oude wijn in nieuwe zakken is.
De pakkans gaat omhoog zegt de minister.
Maar wat het OM met al die extra opgepakte koeriers gaat doen, daarover zwijgt de rapportage. Om van het mogelijk desastreuze effect op de rest van de strafrechtketen nog maar te zwijgen.
Maar de somberste conclusie is toch wel dat het effect van het beleid van deze minister tot op heden - en ik citeer - 'in het algemeen niet heeft geleid tot een meetbare vermindering van het aantal koeriers'.
Ontluisterend!
Richting 100 miljoen, zonder meetbaar effect.
Ondertussen roepen deskundigen in de media dat de gegevens van de minister niet kloppen.
Wat is waar, wat is wijsheid. Werklust alleen is in ieder geval niet voldoende gebleken.
Voorzitter, dit zou wel eens het drama, de desinvestering, van deze minister kunnen gaan worden.
Daarom stellen we voor om zeer binnenkort eerst eens indringend met de minister te gaan spreken over dit onthullende voortgangsbericht, voordat we daar besluiten over nemen.
Wij zien al dat geld dan liever besteed aan de behandeling van zaken waar mensen echt last van hebben, inbraken, geweld, fraude en ga zo maar door. En die cellen gebruiken wij liever voor het opsluiten van bijvoorbeeld veelplegers en voor het creëren van extra sov-plekken.
2. De positie van het slachtoffer wordt versterkt, zo lazen we in het regeerakkoord. Heel goed. Maar, waar kunnen we dat vinden in deze begroting. Er wordt alleen maar bezuinigd op de Stichting Slachtofferhulp. Dat vinden we niet verantwoord. Bovendien vinden we dat u inmiddels wel erg lang studeert op de mogelijke oprichting van een solidariteitsfonds voor slachtoffers. Wanneer horen we daar meer over?
3. Dat de minister komt met een algehele herziening van het wetboek van strafvordering vinden we goed. Er wordt wel eens gemopperd dat dit wetboek al meer dan 100 jaar oud is, maar dat is natuurlijk onzin. Zelf zou ik deze wet het liefst vergelijken met het gebouw van de Tweede Kamer. Stevige fundamenten, fraaie en nog zeer bruikbare oudbouw, moderne, mooie en slimme aan- en nieuwbouw, maar het is soms wel wat onoverzichtelijk en inefficiënt. En je moet af en toe wat zoeken naar de weg. De minister komt nu al met allerlei voorstellen voor kleine verbouwinkjes en dat is zeer toe te juichen. Maar, voor Strafvordering lijkt inderdaad totale nieuwbouw op z'n plaats.
Dat brengt me overigens wel bij het gemak waarmee deze minister spreekt over het uitbreiden van bevoegdheden van politie en justitie.
De minister lijkt daar allemaal niet zo zwaar aan te tillen. Zo word je, als het aan hem ligt, al verdachte als je een e-mailtje verzendt met een verkeerde inhoud, en kun je alleen al dus en daarom worden afgeluisterd en ... worden uitgeleverd aan de VS.
Ook wil hij kunnen snuffelen in allerlei privé-gegevens van mensen tot en met de gegevens over iemands godsdienst of seksuele leven.
Waar is dat zeer vergaande gesnuffeld voor nodig en - belangrijker nog - waar zijn de huidige middelen onvoldoende gebleken?
De minister suggereerde zelfs er geen moeite mee te hebben om zo af en toe ook eens een paar onschuldigen op te sluiten. Dat lijkt ons in ieder geval geen bruikbare rechtsorde, maar het toestaan van onrecht.
Ik heb een antwoord proberen te vinden in de passages over de bruikbare rechtsorde, maar dat leverde weinig op. Volgens ons is dat overigens gewoon een pleonasme. Alsof er hier iemand is die pleit voor een onbruikbare rechtsorde.
We lazen als doel: "De uitdaging is dan ook het recht zodanig te herzien dat, meer dan nu, het gebruik ervan ten eigen nutte ipso facto verplichtingen ten opzichte van de ander en de samenleving als geheel schept."
Voorzitter, het klinkt geleerd, maar zou het iets concreter kunnen, zo vragen we de minister.
En dan kom ik, ik ben de nummering inmiddels kwijt, op een ander belangrijk punt. Dat is de taakafbakening van deze minister.
De minister geeft, ondanks zijn werklust, naar onze smaak een te enge invulling aan zijn taak. Hij lijkt stevig op de klassiek repressieve tour. Er worden nog wel hele mooie woorden geschreven over preventie maar de invulling daarvan is in onze ogen nogal sober. Er komt wat overleg en zo, maar welke concrete resultaten de minister wil boeken op dit gebied blijft echt onduidelijk.
Sterker nog, de bestaande inspanningen op dit gebied lijken te worden uitgekleed! Collega Kalsbeek zal daar wat preciezer over zijn met betrekking tot de jeugd, maar zou de minister op dit punt gewoon ook eens heel concreet willen zijn met betrekking tot de meerderjarigen. Wat kunnen we van hem verwachten en met welke resultaten.
Daar komt nog bij dat de minister geen oog lijkt te hebben voor wat er gebeurt aan preventie bij andere ministeries. Afstemming en ontkokering zijn absoluut noodzakelijk op dit punt.
Wat naar zijn oordeel niet duidelijk tot de kerntaak van Justitie behoort kan ook geen financiële bijdrage van deze minister meer verwachten. Dat gooit hij over de schutting. Soms zelfs zonder zich af te vragen wat er dan vervolgens nog van dat werk terechtkomt. De minister creëert hiermee een koker rond zijn departement, zonder zich verantwoordelijk te voelen voor een succesvolle overname van de projecten door andere departementen.
Zo moet en mag een minister naar onze mening niet functioneren. Kabinetsbeleid dient op elkaar te worden afgestemd, succesvolle projecten mogen niet door deze starre manier van werken tussen de wal en het schip raken. Tenzij het werk maatschappelijk irrelevant is, maar dat lees je gelukkig nergens.
Ik noem als voorbeelden jusitie-in-de-buurt, het Clara Wichmanninstituur en de begeleiding en terugkeer in de maatschappij van ex-gedetineerden.
Waarom niet eerst overleg met collega-ministers of maatschappelijke organisaties voordat succesvolle en belangrijke projecten financieel droog worden gelegd?
Wij stellen dan ook voor die hele discussie over wie wat moet inleveren te betrekken bij het volgens de minister over enige tijd beschikbaar komende Prognosemodel Justitieketen.
Daarin zal worden aangegeven hoe de rest van het miljard extra voor justitie evenwichtig zal worden verdeeld.
Dat is de goede aanpak. Eerst problemen inventariseren, dan het geld verdelen.
Ja, en dan de reclassering. Kerntaak: Herhaling van crimineel gedrag voorkomen.
Dat is nog eens een belangrijke instelling, zo zou je denken. Nee, zegt de minister, daar haal ik relatief nu net het meeste weg.
We kregen vorige week de nieuwe beleidsvisie van de minister, terwijl de bezuinigingen al vast staan.
Dit is toch echt de omgekeerde volgorde.
Het bestuur van de reclassering heeft inmiddels laten weten tegen bepaalde maatregelen expliciet bezwaar te maken. De WRR heeft geadviseerd juist meer in plaats van minder te besteden aan de reclassering. De minister schreef ons onlangs dat intensieve reclasseringsbegeleiding in gevangenissen kan leiden tot een vermindering van de recidive met 25%. Elke geïnvesteerde euro levert daar preventief 3,5 euro op.
In 2004 komt er een goed diagnose-instrumentarium beschikbaar. Zelfs de voorzitter van het college van PG's waarschuwde voor het feit 'dat de samenleving griezelig veel discussies voert over rechters, cellen en de opsporing, maar dat de reclassering die een heel wezenlijke rol in de strafrechtsketen speelt, wordt vergeten.' En binnenkort krijgen we van de minister cijfers over de effectiviteit van het werk van de reclassering. De minister gaf vorige week eerlijk toe dat hij daarover op dit moment evenveel weet als wij, namelijk: zeer weinig.
Voorzitter, dit is geen goed doordacht en behoorlijk bestuur. Zo ga je niet om met een organisatie die juist criminaliteit moet zien te voorkomen. Wij bepleiten dan ook sterk eerst een discussie te voeren over organisatie, taken en effectiviteit en pas daarna te beslissen over de omvang van het budget. We zijn ook benieuwd wat de andere fracties daarvan vinden. Het resultaat daarvan kan dan worden verwerkt in de Voorjaarsnota.
Voorzitter, twee krantenkoppen voor even tussendoor: 'Bouwplannen voor de rechtbank in Zwolle van tafel' en 'Nieuwbouw gerechtshof Leeuwarden in gevaar'. Zelfs de bouwplannen voor wat iedereen noemt 'ons hoogste rechtscollege' de Hoge Raad lijken, zo hoorden we laatst tijdens een bezoek, ter discussie te staan. Graag een reactie van de minister.
Voorzitter, zelfs een minister met zo'n werklust kan en zal natuurlijk nooit compleet zijn in z'n begroting. En dat kan niemand hem kwalijk nemen.
En er leven ongetwijfeld ook vele ideeën in deze kamer. Zo ook bij de fractie van de PvdA. Veel kunnen we waarschijnlijk wel kwijt bij lopende wetsvoorstellen. Zo nee, dan komen we met initiatieven. Hier alvast een paar voorstellen:
1. De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de overheid. Er liggen al notities van de voor-vorige regering. We zullen de voorzitter vragen die snel weer te agenderen. Ook het hof in Straatsburg lijkt ons te dwingen de wetgeving aan te passen. Wat is daarover het standpunt van deze regering. Als er geen aanpassingen komen, komen wij met een initiatief.
2. Dan de lengte van de proeftijd voor veroordeelden. Wij vinden dat de rechter daar meer vrijheid moet krijgen. Langere proeftijden als de kans op recidive hoog is, zoals bij sommige zedenmisdrijven, moet mogelijk worden. Met, daar is i weer, verplichte intensieve reclasseringsbegeleiding. Wat ons betreft is dan zelfs een proeftijd tot bijvoorbeeld 10 of 15 jaar bespreekbaar. Niet strenger, maar slimmer straffen, is ons devies. Wat vindt de minister daarvan?
3. De verkeershandhaving. Inmiddels wordt 1/3 van de totale capaciteit van het OM besteed aan verkeershandhaving. 1/3! De voorzitter van het college heeft onlangs in het jaarverslag gepleit voor een andere aanpak. Samengevat: anders, slimmer, goedkoper en met betere resultaten. Wij vinden het zeer wenselijk dat de minister een adviesgroep in het leven roept die die suggesties van het OM eens zeer goed gaat onderzoeken en komt met aanbevelingen.
Nog een klein intermezzo voor minister Verdonk. De leges. Al vaak en indringend bediscussieerd. Wij hebben een amendement ingediend om dat ongedaan te maken. Graag een reactie van de minister.
Voorzitter, ik sluit af met een compliment en een advies.
Wij vinden het nuchter en verstandig dat de minister afziet van het plan om te komen met minimumstraffen. Wel zien we in dat mensen af en toe niet goed begrijpen waarom een rechter een andere straf oplegt dan wordt geëist door het OM. Daarom vragen we minister of hij niet wil komen met wetgeving die het OM verplicht gemotiveerder dan nu te eisen, de rechter te verplichten explicieter te motiveren waarom hij afwijkt van de eis van het OM en de hof te verplichten expliciet te motiveren waarom het eventueel afwijkt van de straf in eerste aanleg. En waarom de behandeling in appel ook formeel niet beperken tot de strafmaat als dat echt de enige grief is? Dat bespaart nog eens veel werk voor de hoven. En het zal waarschijnlijk een deel van de af en toe gevoelde onvrede weg kunnen nemen en in ieder geval het debat over de strafmaat inzichtelijker en explicieter maken. Graag een reactie van de minister.
Spreektekst Ella Kalsbeek (PvdA) Justitiebegroting 2004 (Onderdeel jeugd) 29200 VI
Zo eens per jaar, misschien ook vaker, zijn er weken waarin criminele jongeren volop in de aandacht staan. Je kunt de televisie niet aandoen, geen krant opslaan of het gaat er over. Nu beleven we weer zo'n periode. Rapporten, indrukken, analyses, interviews, het buitelt over elkaar heen. En meteen komen daar ook onvermijdelijk de "Plannen" en "Plannetjes" bij.
Politici zijn bepaald niet de laatsten die daaraan hun bijdragen leveren.
Maar het is de vraag of jongeren in problemen daar het meest bij gediend zijn.
Volgens de PvdA-fractie is tenminste zo belangrijk dat we het kabinet stimuleren om te doen wat werkt.
Daar gaat het om: consequent doen wat werkt. Dat vraagt visie, bestuurlijke daadkracht en investeringen. Het vraagt om meer dan het op orde hebben van de eigen begroting. Het vraagt om een samenhangend kabinetsbeleid.
Het betekent dat jongeren die strafbare feiten hebben begaan snel moeten worden geconfronteerd met de consequenties daarvan. Het betekent ook dat bij elke jongere gekeken moet worden: wat is hier aan de hand? Strafbaar gedrag kan een uitdrukking zijn van andere problemen: een stoornis, mishandeling, verwaarlozing. Dan moeten die oorzaken worden aangepakt. Het betekent ook dat we de jongere vasthoudend begeleiden tot hij weer zijn eigen weg kan gaan. Dat betekent dus nazorg en bijv. begeleiding naar werk. Van die samenhangende aanpak is weinig te bespeuren.
Casusoverleg is justitieel casusoverleg geworden. Nachtdetentie en nazorg worden bedreigd door de bezuiniging op de justitiële jeugdinrichtingen en de reclassering. Jib wordt niet langer betaald. De intensiveringen voor kinderbescherming worden m.b.v. de kaasschaaf ongedaan gemaakt.
Een samenhangend beleid voor alle jongeren is nodig. Het lijkt zo vanzelfsprekend. Maar het is het niet. Het lijkt er zelfs op dat we nu een minister hebben voor allochtone criminele jongeren en een voor autochtone criminele jongeren. Minister Verdonk als de crimineeltjes zwart of bruin zijn, minister Donner als ze wit zijn. Dat kan toch niet waar zijn? Als het gaat om criminele jongeren van welke afkomst dan ook, dan is de minister van Justitie de eerst verantwoordelijke en hij zal dan ook het woord moeten voeren. Graag reactie
Dit kabinet heeft zichzelf tot taak gesteld om de criminaliteit en overlast met 20 tot 25 % te verlagen. Prima. Maar hoeveel meer jongeren met problemen wil dit kabinet eigenlijk geholpen hebben? Hoeveel meer jongeren moeten weer op het rechte pad geholpen worden? Hoeveel meer kinderen die slachtoffer zijn van mishandeling moeten geholpen zijn? Hoeveel meer kinderen wier ouders gescheiden zijn en elkaar en het kind gek maken als het gaat over de omgang moeten begeleid worden?
Het is in de begroting niet te lezen. Wat is eigenlijk de ambitie van deze minister, die van Justitie dus, op dit vlak?
De bestrijding van jeugdcriminaliteit heet een prioriteit te zijn van dit kabinet. Wie goed kijkt ziet echter dat de praktische en financiële consequenties daarvan zeer tegenvallen. Het kabinet zegt extra geld uit te trekken maar het tegendeel is het geval.
Het hardst worden de justitiële jeugdinrichtingen getroffen. Het is onvoorstelbaar hoe het kabinet deze keuze heeft durven maken. Wie kan nu toch met droge ogen volhouden dat de criminaliteit met 20 - 25 % moet afnemen en vervolgens op de justitiële jeugdinrichtingen alles bij elkaar 30% bezuinigen! En hier hebben we het dus over bezuinigen op inrichtingen die jongeren die zware vergrijpen hebben gepleegd weer op het rechte pad moeten helpen. En we hebben het over jongeren die zulke ernstige problemen hebben dat ze nergens anders meer terecht kunnen! Het gaat om datgene wat ook de minister de core-business van justitie zal noemen. Wat heeft de minister bezield? 600 plaatsen meer voor 17% minder geld! Dat kan niemand! Ook de minister niet. Graag daarop een reactie.
De inrichtingen zelf zeggen dat 12% bezuinigingen in 2004 alleen maar kan door personeel te ontslaan. Dat betekent dan een capaciteitsreductie van 390 plaatsen en dat betekent dan weer dat op jaarbasis 1000 jongeren minder geplaatst kunnen worden. Hoezo een veiliger samenleving?
De helft van de kinderen die in een justitiële jeugdinrichting waar behandeling kan plaats vinden worden geplaatst, zijn kinderen die daar zitten in gevolge een ondertoezichtstelling. Steeds vaker gaat het daarbij om heel jonge kinderen. Kinderen van 9 en 10 jaar worden in gesloten justitiële jeugdinrichtingen geplaatst zonder dat zij een strafbaar feit hebben gepleegd. (Zij zijn natuurlijk ook nog niet strafrechtelijk aansprakelijk). Ondermeer kinderrechters maken zich hier grote zorgen over. Paradoxaal genoeg zijn deze plaatsingen met minder rechtszekerheid omgeven dan de strafrechtelijke plaatsingen. Deze kinderen, die we rustig de allermoeilijksten mogen noemen moeten nu met meer voor minder geld worden geholpen.
De PvdA zou van de minister hier iets anders verwachten dan een bezuiniging. De PvdA zou een plan van aanpak willen hoe in de komende jaren toe te werken naar een situatie waarin jongeren die hun straf uitzitten en anderen gescheiden opgevangen en behandeld kunnen worden. Graag daarop een reactie.
En dan die intensiveringen waar het kabinet zo trots op is. Zeker er is wat extra geld maar dat blijkt bij nadere analyse weer weg gehaald te worden m.b.v. de kaasschaaf. Tijdens het begrotingsonderzoek bleek dat er uiteindelijk bezuinigd wordt op het justitiedeel jeugd en niet zo weinig ook!! In 2004 maar liefst 24,2 miljoen. De "intensivering" van 10,5 miljoen wordt door de kaasschaaf geheel terug gehaald. Tel daarbij op wat er gebeurt met de justitiële jeugdinrichtingen en er resteert een bezuiniging van 24,2 miljoen! Hoezo prioriteit?
Daar komt dan nog bij dat Justitie in de buurt niet langer wordt gefinancierd. Als er nu één vernieuwing was bij het O.M. die van belang was voor de bestrijding van de jeugdcriminaliteit dan was het deze! En wat doet de minister? Hij kiepert de zaak over de schutting. De gemeenten moeten het maar opknappen. Terecht stelt de HovJ in Rotterdam dat hij er voor bedankt om bij de gemeente om geld te gaan vragen voor datgene wat als een kerntaak van Justitie moet worden gezien.
De boekhouding wint het van de visie. Een paar maanden geleden nog was minister Donner van oordeel dat er meer J.i.b.'s moesten komen in het kader van diezelfde bestrijding van de jeugdcriminaliteit!
Waar het gaat om de kaasschaaf van 3 % op de jeugdbescherming lijkt het me dat die nu in ieder geval ongedaan gemaakt moet worden. Die taakstelling van 3% is eerder door de Kamer ongewenst verklaard. Het ligt voor de hand dat nu weer te doen. Het gaat om 4 miljoen meer die in ieder geval de gezinsvoogdij spaart. (amendement)
Waar het aan ontbreekt bij deze begroting is aan visie. Er is maar één leidend beginsel en dat is: de boekhouding moet op orde. Dat dat uiteindelijk duurder zal blijken geweest te zijn is van later zorg, kennelijk. Penny wise, pound foolish.
Ieder die iets weet van jongeren in problemen, die weet ook dat vroegtijdig onderkennen en dan ingrijpen verre de voorkeur verdient boven de zaak op zijn beloop laten.
Wie dus echt zuinig wil zijn investeert in het voorkomen van problemen. Laat ik het nu niet hebben over heel algemene preventie zoals het jeugdwerk, gericht op de vrijetijdsbesteding van in principe alle jongeren, maar laat ik me beperken dat het voorkomen van erger. Dat betekent dus het tegen gaan van spijbelen, het geven van adequate hulp als een kind problemen heeft, het helpen van een slachtoffer van een seksueel delict voordat hij een dader wordt, het helpen van gescheiden ouders om samen hun verantwoordelijkheid voor hun kind te blijven dragen. Het gaat dus om ingrijpen op het moment dat er al heel wat aan de hand is. Minister Donner neigt er naar om te zeggen dat hij daar niet verantwoordelijk voor is. Hij gaat niet over spijbelen, hij gaat niet over jeugdzorg, hij gaat zelfs niet over nazorg. Maar.. het kabinet gaat daar wel over. En het zou dus verstandig zijn als deze minister zich in het kabinet druk zou maken over deze brede aanpak i.p.v. alle plannen die daarvoor al klaar leggen terzijde te schuiven. Daar heeft hij ook een boekhoudkundig belang bij. Naarmate hij zijn collega's minder op de huid zit om problemen te helpen voorkomen zal de rekening letterlijk meer bij hem terecht komen. Graag de reactie van de minister hierop.
Een concreet voorbeeld om te illustreren wat ik bedoel. In Alkmaar en Arnhem zijn succesvolle projecten waarbij tijdig wordt ingegrepen als er problemen zijn. Het gaat om opvoedingsondersteuning, ook als ouders daar niet om vragen. Out-reachend dus. De signalen waarop gereageerd wordt zijn naast politiekontakten ook agressief gedrag, weglopen, alcohol- en drugsgebruik van de ouders. Deze projecten zijn geëvalueerd in de studie: "Kansen gekeerd? Criminaliteitspreventie door gezinsondersteuning". Een derde van de gezinnen blijkt daarna op eigen kracht verder te kunnen, een derde kan met minder intensieve hulp toe en bij een derde moeten verdergaande maatregelen worden genomen zoals een uithuisplaatsing. Het werkt dus!! En wat doet de minister: hij stopte eind 2002 de subsidie. Penny wise, pound foolish.
In Alkmaar ging het om 250.000 Euro. Daarmee konden 20 à 24 gezinnen geholpen worden. Dat zijn vrijwel alle multi-problem gezinnen in Alkmaar. De meldingen bij het AMK daalden dramatisch toen dit project eenmaal op gang was en het steeg weer toen de subsidie stopte!
Als de minister al deze initiatieven stopt dan zullen de kinderen uit deze gezinnen over een tijdje meer vragen: vervolging, berechting en wellicht de justitiële jeugdinrichting. Ik wil de minister graag helpen dat te voorkomen. Bij de Algemene financiële beschouwingen heeft de PvdA-fractie al een amendement ingediend om 20 miljoen meer uit te trekken voor ondermeer dit type benadering. Dat daarmee tegelijkertijd nog heel veel anders aan goeds kan worden gerealiseerd moge duidelijk zijn.
Visie is dus nodig als het gaat om multi-problem gezinnen. Ze staan sinds Rochelle Rikkers en sinds "Roermond" weer volop in de aandacht. Terecht.
De PvdA-fractie heeft al veel eerder en veel vaker gesteld - en het wordt door niemand bestreden - dat als iets beter moet in de hulp aan jongeren in problemen, dan is dat continuïteit. Veel te vaak zijn er wisselingen in de hulpverlening, weet de een niet wat de ander doet enz. Men is kortom niet vasthoudend.
Dat moet en kan beter.
De PvdA-fractie doet de volgende voorstellen:
Multi-problem gezinnen krijgen vaak te maken met de kinderbescherming. Er komt dan voor 1 kind in dat gezin een gezinsvoogd. Maar deze is alleen verantwoordelijk voor dat ene kind in dat gezin en ook slechts gerechtigd i.v.m. dat ene kind in te grijpen.
Natuurlijk kan de positie van een gezinsvoogd in dat gezin van dien aard zijn dat hem/haar advies gevraagd wordt over een ander kind. Een gezinsvoogd zal dat advies in de regel graag geven. Maar als het om complexe zaken gaat, die veel tijd vragen dan doemt toch al snel het probleem op dat de bekostigingssystematiek hier niet op geënt is.
De invalshoek bij een ondertoezichtstelling zou (mede) daarom een andere moeten zijn. Het gaat er bovenal om dat de ouders opvoedingsondersteuning krijgen. Als ouders er niet in slagen om hun ouderschap op een verantwoorde wijze in te vullen dan moeten zij daarbij geholpen worden. Zo nodig verplicht. Die hulp bij de opvoeding betreft dan natuurlijk alle kinderen en stiefkinderen die in dat gezin leven.
Als een gezinsvoogd de ouder(s) ondersteunt wordt daarmee ook de kans verkleind dat er voor elk kind een andere hulpverlener over de vloer komt. Laat dus niet langer de invalshoek zijn dat ene kind dat de meeste problemen heeft, maar laat de invalshoek zijn de ouder(s) die hulp nodig heeft. Dat vraagt een andere formulering van de gronden voor o.t.s. Dat moet trouwens sowieso omdat al jaren door de praktijk wordt gesteld dat de gronden voor o.t.s. te zwaar zijn. Een lichtere kinderbeschermingsmaatregel die als invalshoek heeft dat ouders die de opvoeding niet aan kunnen worden geholpen, is nodig.
Ik wil de minister vragen dit idee uit te werken en aan te geven hoe een en ander juridisch vorm zou kunnen krijgen.
Nu hoort een gezinsvoogd toe te werken naar het zo snel mogelijk beëindigen van een ondertoezichtstelling. Dat is terecht. Een kinderbeschermingsmaatregel stigmatiseert. En het is van groot belang dat met ouders wordt toegewerkt naar een situatie waarin zij zelf weer meer aan kunnen.
Tegelijkertijd weten we ook dat juist deze multi-problem gezinnen heel kwetsbaar blijven. De draagkracht is niet groot. Een tegenslag kan worden gezien als een ramp. En zo gaat het in no time weer van kwaad tot erger. Zo'n gezin is gebaat bij hulp, bij een vertrouwenspersoon die gewoon makkelijk gebeld kan worden als het weer mis dreigt te gaan.
Een gezinscoach dus. Als er een vertrouwensband is ontstaan tussen het gezin en de gezinsvoogd dan is niets zo logisch dan die gezinsvoogd op vrijwillige basis maar nu als gezinscoach zijn werk te laten continueren. Daaraan staan echter de plannen van het kabinet in de weg. De gezinsvoogd werkt immers bij het bureau jeugdzorg en juist die bureaus jeugdzorg mogen de gezinscoaches niet leveren. Dat is toch wel heel gek. Dat moet dus anders. Evt. moeten de gemeenten de gezinscoach bij de bureaus voor jeugdzorg waar de gezinsvoogd werkt kunnen inkopen.
Ik vraag de minister van justitie met klem of hij deze lijn wil inzetten. Maar dat vraagt wel dat de minister bereid is even over zijn departementale schutting heen te kijken.
Naar het zich laat aanzien worden ook heel veel initiatieven op het gebied van omgangsbemiddeling (omgangshuizen, BOR, bemiddelingsgesprekken door de Raad voor de Kinderbescherming) weg bezuinigd. Ook hier geldt penny wise, pound foolish! Er is tot op de dag van vandaag geen eenduidige financiering voor die initiatieven die in heel problematische situaties toch nog proberen een vorm van omgang tussen beide ouders en het kind te bewerkstelligen. Ik denk bijv. aan de omgangshuizen. Ze worden op tal van wijzen gefinancierd. Soms doet het bureau jeugdzorg er wat aan, soms de kinderbescherming. Verankerd is het nergens. Bij gevolg lopen deze initiatieven groot risico te sneuvelen als er bezuinigd moet worden c.q. er te weinig geld is. Als we kinderen hier in de kou laten staan zullen we hun problemen later dubbel en dwars op ons bord krijgen. Wanneer komt eigenlijk de visie van het kabinet op het omgangsrecht en hoe daar mee om te gaan in problematische situaties? En kan daarbij een meer structurele financiering worden meegenomen?
MdV . Het zal duidelijk zijn: de PvdA-fractie is zeer teleurgesteld over datgene wat dit kabinet en deze minister voor heeft met jongeren in de problemen. Teleurgesteld omdat we dachten dat het kabinet het meende toen het stelde dat het van jeugd een prioriteit zou maken. Het blijkt gewoon niet waar gemaakt te worden. De PvdA-fractie meent het wel serieus . Vandaar ons amendement van 20 miljoen.
Ongerust zijn we ook. Ongerust omdat dit beleid uiteindelijk slecht zal uitpakken voor al die jongeren die het alleen of met hun ouders niet redden. Ongerust ook omdat de rekening daarvoor uiteindelijk terecht zal komen bij de samenleving. Figuurlijk en letterlijk. Wie als bewindspersoon verantwoordelijkheid krijgt voor jongeren in problemen moet dat voorkomen.
---
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.