Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Integratie Europa

Afdeling EU-Intern


Datum


- 28 oktober 2003

Behandeld


- Nabil Taouati


Kenmerk


- DIE-570/03

Telefoon


- 070-3484861


Blad


- 1/3

Fax


- 070-3484086


Bijlage(n)


- 1

E-Mail


- nabil.taouati@minbuza.nl


Betreft

Beantwoording vragen vaste commissie Europese Zaken inzake implementatieachterstand richtlijnen

Zeer geachte voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de vaste commissie voor Europese Zaken. Deze vragen werden ingezonden op 10 september 2003 met kenmerk 81-EU-2003 en betreffen de vertraging opgelopen bij implementatie van Europese richtlijnen. De commissie wil graag weten wat de oorzaken zijn van de oplopende implementatieachterstand, alsmede op welke wijze de Regering deze achterstand denkt weg te werken.

De Regering deelt volledig de zorg van de Kamer over de opgelopen implementatieachterstand. Uit het Kwartaaloverzicht Richtlijnen (zie bijlage) blijkt bovendien dat de situatie verder is verslechterd. De achterstand bij het implementeren van richtlijnen heeft een aantal oorzaken:

te laat beginnen met advisering, consultaties en overleg met het parlement; onvoldoende alarmerende werking van de bestaande voortgangsbewaking; korte implementatietermijnen;
beperkte capaciteit binnen de departementen;
het moeten implementeren op een (te) hoog niveau (veelal de wet) van regelgeving. Wat de aanpak van deze onwenselijke implementatieachterstand betreft, zal de Regering, naast het treffen van extra voorzieningen van interne organisatorische aard, met spoed en mede met het oog op het naderende Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie overgaan tot de volgende maatregelen.

Vervroeging overleg met het parlement

Om tijdige betrokkenheid van de beide Kamers bij implementatie door middel van formele wetgeving te bevorderen, zal de voor die wetgeving eerstverantwoordelijke bewindspersoon, naast de normale toezending van de BNC-fiches door mij, het desbetreffende BNC-fiche ook afzonderlijk aan de beide Kamers aanbieden. De desbetreffende bewindspersoon kan in een begeleidend schrijven aard en inhoud van de voorziene formele wetswijziging toelichten, zodat eventueel inhoudelijk overleg over de materie met de betrokken vaste Kamercommissie tijdig kan plaatsvinden. In de brief kan dan eveneens aandacht worden besteed aan (de planning van) eventueel wenselijk overleg met deskundigen, advies- en andere colleges en organisaties van belanghebbenden.

Attendering onderhandelaars

In de instructies aan onderhandelaars in raadswerkgroepen in Brussel zal (met grotere nadruk) gewezen worden op het belang van realistische implementatietermijnen. Wetgevingsjuristen zullen hiertoe beter betrokken worden bij de onderhandelingen.

Wetgevingsbeleid m.b.t. delegatie en afwijking van de wet bij lagere regeling

Dit betreft de mate waarin het noodzakelijk en/of wenselijk is ter bevordering van tijdige implementatie ruimer dan gebruikelijk wetgevende bevoegdheid te delegeren en/of daarbij afwijking van de formele wet bij lagere regeling mogelijk te maken. Hiervoor bestaat reeds beleid. Recent werd echter in antwoord op bezwaren van de Eerste Kamer een herbezinning op dit beleid toegezegd. Zeer binnenkort zal een voorstel van de Minister van Justitie hierover aan de Ministerraad worden voorgelegd. Het betreft complexe materie aangezien bepalingen die delegatie en afwijking ter implementatie mogelijk maken zowel praktisch bruikbaar als rechtsstatelijk aanvaardbaar moeten zijn.

Tot besluit wordt aan uw Kamer in overweging gegeven, teneinde de opgelopen implementatieachterstand zo snel mogelijk weg te werken, wetgeving ter implementatie van richtlijnen met prioriteit te behandelen. Gezien de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Regering en de beide Kamers der Staten-Generaal voor de omzetting van Europese richtlijnen, verzoek ik u vriendelijk, doch met nadruk, hieraan uw medewerking te willen verlenen. Hetzelfde nadrukkelijke verzoek heb ik heden gericht aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met de nu voorliggende brief als bijlage.

De Staatssecretaris voor Europese Zaken

Atzo Nicolaï-


- - - -


---