Bijzondere collecties > In de vitrine
Recente aanwinsten in eeuwenoude techniek
Schematische weergave Lederschnitt-techniek (tek. J. Szirmai)
Gereedschappen, nodig voor het decoreren in lederschnitt, collectie
J.A.J. Gieles
Proef in Lederschnitt-techniek, collectie J.A.J. Gieles
Band toegeschreven aan L. Lievegoed ± 1915 (signatuur 1784 A 16)
Map aangeboden aan J.C. Nijgh. 1891 (signatuur 1792 C 1)
Band van J. Merckelbacg ± 1900 (signatuur 1792 C 2)
Proef van decoratie in Lederschnitt door J. Szirmai 1986
Band van J. Szirmai 1986 (signatuur 1770 B 1)
Van 20 oktober tot 15 november 2003 ziet u in de vitrine bij de ingang
van de Koninklijke Bibliotheek een aantal fraaie voorbeelden van
boekbanden uitgevoerd in "Lederschnitt"-techniek.
Enige tijd geleden heeft de Koninklijke Bibliotheek, deels door
schenking en deels door aanschaf, een aantal fraaie voorbeelden van
boekbanden uitgevoerd in "Lederschnitt"-techniek aan de collectie
kunnen toevoegen.
Naast het decoreren door middel van het indrukken van heet gemaakte
stempels, en later het in- en opleggen van stukjes leer, werden
boekbanden in de 14e eeuw, vooral in Centraal Europa, ook versierd
door middel van het insnijden van figuren en ornamenten in de
opperhuid van het leer. Vervolgens werd de achtergrond door middel van
ponsjes 'neergedrukt', om het contrast tussen het motief en de
achtergrond te versterken. In combinatie met deze techniek werden
delen van de band soms ook nog in reliëf opgewerkt. Deze manier van
het decoreren van leer werd al vanaf de elfde eeuw toegepast op
bruidskistjes, foedralen, zadels en dergelijke. Na 1500 zien we deze
stijl in de banddecoratie nauwelijks meer, terwijl de andere
voorwerpen tot ver in de 18de eeuw met Lederschnitt worden bewerkt.
Aan het einde van de 19de eeuw is er sprake van een herontdekking van
deze techniek. Vooral vanuit Duitsland (Halle en Hamburg) maar ook uit
Engeland en Frankrijk komen voorwerpen, waaronder vele boekbanden, die
zijn gedecoreerd door middel van Lederschnitt, of leerdrijfwerk zoals
de techniek in Nederland werd genoemd. De aandacht die er toen bestond
voor het verleden in combinatie met het historisch verantwoorde
handwerk, zal een rol bij deze revival hebben gespeeld.
Daarnaast heeft de binder, voor het uitvoeren van deze technieken een
tamelijk bescheiden instrumentarium nodig. Uit de collectie van de
heer J.A.J. Gieles uit Bergen op Zoom, telg uit een
boekbindergeslacht, heeft de KB een doos met instrumenten, ontwerpen
en voorbeelden van leerdrijfwerk verkregen.
De KB bezit geen Middeleeuwse voorbeelden van Lederschnitt maar, mede
door de recente aanwinsten, wel een fraaie serie voorbeelden uit de
19e en 20e eeuw. Het betreft ondermeer een band die, hoewel niet
gesigneerd , waarschijnlijk aan Leendert J. Lievegoed kan worden
toegeschreven. Lievegoed (1867-1928) opgeleid als binder, later
vertegenwoordiger bij de binderij Herfkens, maakte deze banden in
opdracht van instellingen en particulieren, veelal in de avonduren.
Hij was van mening dat deze techniek bij uitstek geschikt was voor
banden rond bijvoorbeeld een jubileumalbum. Als kind van zijn tijd
verklaart hij in 1914, in het boekbinderstijdschrift Magnus, dat het
vlakornament de meest aangewezen vorm voor de bandversiering is. Maar
als het gaat om bovengenoemd gelegenheidsbindwerk toont hij zich een
groot voorstander van lederschnitt/lederplastiek, omdat "allerlei
naturalistische motieven symbolisch tot haar recht komen".
Later verklaart hij in hetzelfde tijdschrift met betrekking tot het
gebruik (of misbruik) van bepaalde ornamenten: "Een boekband is geen
stuk behangsel of een vloerkleed of iets dergelijks, zoodat de
versiering er eene zal zijn eigen aan het boek en voor niets anders
geschikt." De band in kwestie toont echter de voor die jaren zo
typerende mengvorm van constructieve elementen (de platindeling die
bepaald wordt door de plaats van de ribben) en de hang naar het oude
ambachtelijke uiterlijk, door het gebruik van de knoppen (die in de
middeleeuwen dienden om het boek op de plank of lezenaar te laten
rusten) in de vorm van de vier halfedelstenen.
De map die Johannes Carolus Nijgh in 1891 bij zijn 25 jarig jubileum
als directeur van de Nieuwe Rotterdamsche Courant aangeboden krijgt,
toont nog niets van de moderne opvattingen. Het kundig uitgevoerde
drijfwerk bestaat uit ornamenten in neo-stijlen en de hoekelementen
zijn eigenlijk in leer 'vertaald' metaal beslag.
Eveneens klassiek in de gebruikte ornamentiek, compleet met
hoekbeslag, is de door J. Merckelbacg gesigneerde band, die
waarschijnlijk dienst moest doen als gastenboek, hoewel er nooit
gebruik van is gemaakt.
Uit bindtijdschriften en vakbladen op het gebied van kunstnijverheid
blijkt de grote populariteit van de Lederschnitt gedurende de periode
van 1870 tot ongeveer 1930. Spiegellijsten, sigarettenkokers,
meubelpanelen en dergelijke, worden veelvuldig afgebeeld. Na 1930
echter verdwijnt het leerdrijfwerk bijna compleet, hoewel een enkele
moderne binder bij gelegenheid gefascineerd raakt door deze manier van
decoreren.
Een mooi voorbeeld hiervan is de band die Janosz Szirmai in 1986 op
verzoek van de KB maakte, rond een editie van The Beggars Opera. De
groteske koppen op het voorplat, uitgevoerd in de eeuwenoude techniek,
hebben door het vakmanschap van de kunstenaar een plaats gekregen op
een zeer geslaagde, moderne boekband.
Koninklijke Bibliotheek - Nationale bibliotheek van Nederland
Koninklijke bibliotheek