Centrale Raad van Beroep Utrecht



Weigering kinderbijslag; behoorden zijn kinderen tot zijn huishouden
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 28-10-2003

Naar het oordeel van de Raad moet uit de beslissing van 18 november 1997, waarmee aan betrokkene toestemming voor gezinshereniging werd gegeven, worden afgeleid dat vanaf dat moment zijdens het bevoegde gezag geen beletselen meer bestonden tegen de toelating van het gezin van betrokkene tot Nederland. Met die beslissing acht de Raad de breuk in het huishouden van betrokkene in beginsel hersteld. De Raad heeft hierbij mede acht geslagen op het beleid van de SVB inzake arbeidsmigranten. In die gevallen wordt, na een aanvankelijke breuk in het huishouden, (wederom) één huishouden aangenomen vanaf het moment dat op de aanvraag om gezinshereniging in begunstigende zin is beslist. De Raad ziet niet in dat een situatie zoals in dit geding aan de orde, hiervan wezenlijk zou verschillen. Nu het gezin van betrokkene niet al te lange tijd daarna zich daadwerkelijk in Nederland heeft gevestigd, concludeert de Raad dat betrokkene met ingang van het eerste kwartaal van het jaar 1998 recht heeft op kinderbijslag zonder dat daarvoor het vereiste van een onderhoudsbijdrage mag worden gesteld.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AL6964

Zie het origineel http://www.rechtspraak.nl/act...d=13516&i=52&ti=5