Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Kant over anti-TNF therapie (2020316770).
1.
Wat is uw reactie op de tweede brief, over de financiering van anti-TNF therapie, van de
Reumapatiëntenbond en de Crohn en Colitis Ulcerosa Vereniging Nederland?
1.
In mijn reactie geef ik aan dat ik van mening ben dat doelmatigheidsoverwegingen een
belangrijk onderdeel vormen van de besluitvorming van ziekenhuizen omtrent het
behandelaanbod dat zij patiënten bieden.
2.
Wat is uw reactie op het antwoord van toenmalig Minister Borst-Eilers dat patiënten, die recht
hebben op een geneesmiddel omdat zij hiervoor geïndiceerd zijn dat moeten kunnen krijgen?
2.
De rechten die patiënten aan de Ziekenfondswet kunnen ontlenen zijn minder absoluut
gedefinieerd dan wordt voorgesteld. De Ziekenfondswet (art 2a) geeft namelijk het volgende
aan "De aanspraak op een verstrekking kan slechts tot gelding worden gebracht voor zover de
verzekerde, gelet op zijn behoefte en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening,
redelijkerwijs daarop naar aard, inhoud en omvang is aangewezen". Daarmee geeft de
Ziekenfondswet ruimte voor het maken van doelmatigheidsafwegingen.
3.
Is het in uw ogen strijdig dat enerzijds in de Ziekenfondswet aanspraak op medisch-
specialistische zorg, inclusief farmacotherapie gegarandeerd is en anderzijds die aanspraak
afhankelijk gemaakt wordt van een (te krap) ziekenhuisbudget?
3.
De in de Ziekenfondswet opgenomen bepaling omtrent de doelmatigheid van de verstrekking
lost deze schijnbare strijdigheid op. Een ongeclausuleerde aanspraak op alle medisch
geïndiceerde specialistische zorg zonder daarin het doelmatigheidsaspect te betrekken, zou om
praktische budgettaire redenen een fictie zijn. De Gezondheidsraad heeft dit probleem
gesignaleerd en er in zijn advies "Contouren van het basispakket" (advies 2003/02) voor
gepleit om de reikwijdte van het verstrekkingenpakket om te zetten van globale in meer
gespecificeerde aanspraken, waarbij dan transparantie omtrent de gemaakte keuzen ontstaat.
Bij de introductie van de DBC's zal daarin een belangrijke stap gezet worden.
Het maken van die keuzen is des te meer onontkoombaar, nu ook blijkt dat er nog
openstaande vragen zijn omtrent de doelmatigheid van anti-TNF therapie (Pharmaceutisch
Weekblad 29/8/2003).
4.
Wat zijn de gevolgen voor de patiënten die in aanmerking komen voor de anti-TNF therapie,
maar deze niet kunnen ontvangen om ziekenhuisbudgettaire redenen?
4.
De gevolgen van het betrekken van doelmatigheidsoverwegingen in het aanwenden van de
ziekenhuisbudgetten worden niet op één plaats of bij één patiëntencategorie zichtbaar. Het
kan daarbij namelijk ook gaan om keuzen met betrekking tot kostbare stents bij
dotteringrepen, kostbare complexe pacemakers, implanteerbare insulinepompen en kostbare
geneesmiddelen bij kanker of de ziekte van Crohn, om maar enkele voorbeelden te noemen. In
de brief kenmerk CSZ/ZT/2077648 van toenmalig Minister Borst-Eilers uit 2000 is ook al
aangegeven dat "Gezien de rechten en plichten van patiënten, behandelaars en ziekenhuis
zal per ziekenhuis in onderling overleg de verdeling van het totale budget plaats vinden. Uit
---
oogpunt van goed management is het uitdrukkelijk mijn opvatting dat het budget zo min
mogelijk van te voren moet zijn voorbestemd voor speciale doeleinden. Een flexibele
toepassing maakt de uitvoering van zorg op maat mogelijk."
5.
Bent u van mening dat patiënten die geïndiceerd zijn voor een medische behandeling niet
afhankelijk zouden moeten zijn van een ziekenhuisbudget? Zo neen, hoe gaat u dit
voorkomen?
5.
Ik ben van mening dat naast de medische indicatiestelling ook de doelmatigheid van de
verstrekking een rol moet spelen. Ik ben niet voornemens om daar op dit moment stappen in
zetten, anders dan de ingeslagen weg in de richting van DBC's als bekostiging van de zorg in
ziekenhuizen op kortere termijn en de stelselherziening op langere termijn.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport