Persbericht
PERS-2003-248
Den Haag, 27 oktober 2003
Zorgplicht onvoldoende nageleefd door aanbieders aandelenleaseproducten
Aanbieders van aandelenleaseproducten hebben onderdelen van de zorgplicht ten aanzien van hun cliënten in het merendeel van de onderzochte gevallen niet of onvoldoende nageleefd. Dit is de belangrijkste conclusie uit een rapport dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft opgesteld naar
aanleiding van haar onderzoeken in de periode 1999-2002 naar het fenomeen aandelenleaseproducten en de naleving van de zorgplicht door aanbieders van deze producten. De AFM heeft minister Zalm hierover op 24 oktober geïnformeerd. Het rapport van de AFM is vandaag door de minister aan de Tweede
Kamer aangeboden.
Aandelenleaseproducten hebben vanaf het midden van de jaren negentig tot aan de koersdalingen aan het einde van het jaar 2000 een grote populariteit gekend. Op het hoogtepunt van de markt was er sprake van ca. 700.000 contracten met een contractwaarde van ca. 6,5 miljard euro, voornamelijk bij
particuliere beleggers, veelal nieuwe en onervaren beleggers.
Sinds de kentering in de aandelenkoersen zijn veel kopers van deze producten geconfronteerd met een restschuld of met de verwachting van een restschuld aan het eind van de looptijd van de contracten.
Aanleiding voor het onderzoek door de AFM waren klachten van cliënten over de dienstverlening van aanbieders van aandelenleaseproducten. De AFM constateert onder meer dat diverse reclame-uitingen onvoldoende transparant of zelfs misleidend waren en dat in meerdere gevallen onvoldoende zorg is
besteed of producten wel aansloten bij de wensen, verwachtingen en financiële mogelijkheden van de cliënten. Bij één of meer aanbieders ontbrak een goede administratieve organisatie en interne controle om aannemelijk te kunnen maken dat de naleving van de verschillende onderdelen van de zorgplicht
gewaarborgd was.
Op grond van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 en de Europese regelgeving waar deze regeling op is gebaseerd, mogen gegevens over afzonderlijke ondernemingen niet openbaar worden gemaakt. Daarom is de informatie in het AFM-rapport niet herleidbaar tot afzonderlijke aanbieders van
aandelenleaseproducten. De verschillende onderzoeken van de AFM verkeren in diverse stadia van afronding. Gelet op de ernst van de geconstateerde overtredingen heeft de AFM met betrekking tot één of meer aanbieders handhavingsmiddelen ingezet. Vanwege de genoemde geheimhoudingsplicht wordt door de
AFM in het rapport niet op concrete handhavingsmaatregelen jegens afzonderlijke aanbieders ingegaan.
Het feit dat de AFM constateert dat één of meerdere aanbieders regels hebben overtreden, betekent niet dat daarmee consumenten in individuele geschillen met een aanbieder in het gelijk worden gesteld. De AFM spreekt namelijk geen oordeel uit over individuele geschillen, maar houdt er in het
belang van het vertrouwen in de financiële sector en de goede positie van de consument toezicht op dat financiële instellingen zich aan de regels houden. Individuele geschillen tussen consumenten en financiële instellingen worden door de rechter en de klachtencommissie DSI elk op hun eigen
specifieke kenmerken beoordeeld. Het is aan de rechter en aan DSI om gebruik te maken van alle beschikbare relevante informatie om in een individueel geval recht te kunnen spreken.
U vindt het volledige rapport op het volgende Internet-adres: http://www.minfin.nl/FM03-1531.doc
Ministerie van Financiën