Ministerie van Defensie
---
Kamervragen en antwoorden
---
Antwoord op vragen van het lid Bakker (D66) over burgerslachtoffers bij F-16
bombardement
27-10-2003
In bijlage bied ik u aan, mede namens mijn ambtgenoot van Buitenlandse
Zaken, de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Bakker
(2030400290 d.d. 19 september 2003).
DE MINISTER VAN DEFENSIE
1. Bent u op de hoogte van het feit dat er volgens New York
Times-journaliste Gall burgerslachtoffers zijn gevallen bij de
operatie Eagle Fury in februari 2003 in Afghanistan?
Ja.
2. Kunt u aangeven in hoeverre de operatie Eagle Fury inderdaad tot
burgerslachtoffers heeft geleid en zo ja kunt u aangeven wat de
betrokkenheid van de Nederlandse F16-gevechtsvliegtuigen hierbij is
geweest.
3. Kunt u aangeven hoe vaak Nederlandse F-16s tot nu toe betrokken
zijn geweest bij gevechtshandelingen in Afghanistan en hoeveel
slachtoffers daarbij gevallen zijn?
Zoals ook al is medegedeeld in het antwoord op de schriftelijke vragen
van de leden Koenders en Eijsink, dat tegelijk met deze beantwoording
naar de Kamer wordt gezonden, hebben Nederlandse F-16
gevechtsvliegtuigen in het kader van de operatie Enduring Freedom
boven Afghanistan diverse malen wapens ingezet ter ondersteuning van
de grondtroepen van de coalitie. Alle doelen waarop is gevuurd waren
in overeenstemming met de richtlijnen die zijn vastgelegd in de
geweldsinstructie (rules of engagement) voor de Nederlandse F-16s,
alsmede met de aanvullende nationale richtlijnen. Uit aan Nederland
ter beschikking gestelde geheime informatie blijkt dat als gevolg van
de door Nederlandse F-16 gevechtsvliegtuigen uitgevoerde acties geen
burgerslachtoffers zijn gevallen.
4. Kunt u aangeven op welke wijze de Nederlandse liaisonofficieren in
Bagram de doelkeuze van de Amerikanen toetsen op hun legitimiteit? Hoe
beoordelen de Nederlandse liaisonofficieren of een gevechtshandeling
daadwerkelijk gericht is op het elimineren van Taliban dan wel
Al-Qaeda strijders? In hoeverre wordt daarbij gekeken naar de risicos
met betrekking tot het treffen van burgers?
Zoals ook al is geantwoord op de schriftelijke vragen van de leden
Koenders en Eijsink werden voorafgaand aan de uitzending van het
Nederlandse luchtmachtdetachement een Nederlandse geweldsinstructie
uitgevaardigd, alsmede richtlijnen voor doelselectie opgesteld.
Nederlandse liaisonofficieren bij de betrokken planningsstaven kunnen
zich er, in het geval dat de inzet van jachtvliegtuigen in vooraf
geplande missies plaats heeft, van vergewissen dat de doelselectie in
overeenstemming is met de Nederlandse geweldsinstructie en richtlijnen
ter zake.
5. Hoe controleert u de betrouwbaarheid van door de Amerikaanse
grondtroepen aangeleverde informatie over aanvallen in Afghanistan?
Er zijn in het inzetgebied geen Nederlandse eenheden op de grond
ingezet. Informatie over het effect van bombardementen kan niet met
nationale middelen worden geverifieerd. De regering vertrouwt op de
informatie die door de Verenigde Staten wordt geleverd. Een dergelijk
vertrouwen is essentieel bij de uitvoering van gecompliceerde
militaire operaties.
Zoals is uiteengezet in het antwoord op de schriftelijke vragen van de
leden Koenders en Eijsink gebruiken Nederlandse gevechtsvliegtuigen
hun wapens slechts in situaties die voldoen aan de nationale
richtlijnen ter zake. De vlieger maakt overigens altijd de laatste,
zelfstandige afweging en zal bij twijfel over de identiteit of
legitimiteit van het doel geen wapens gebruiken. Op basis van de
informatie uit de Verenigde Staten, van eventuele eigen bronnen of uit
openbaar bronnenmateriaal vormen de Militaire Inlichtingen- en
Veiligheidsdienst (MIVD) en de Koninklijke luchtmacht zich in algemene
zin een beeld over het effect van de operaties.
---
Nieuws