European Commission

IP/03/1443

Brussel, 24 oktober 2003

De EU wordt de Sherlock Holmes van het internet

Hoe kun je er zeker van zijn dat on-line transacties veilig zijn of er achter komen dat iemand misbruik maakt van je kredietkaart? Het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) van de Europese Commissie heeft een methodiek ontwikkeld om elektronische informatie zo te verwerken dat de rechten van internetgebruikers beter beschermd worden en fraude bij internetaankopen wordt voorkomen. Het EU-instrument CTOSE (Cyber Tools On-Line for Evidence) helpt bij het opsporen, vastleggen, samenvoegen en presenteren van elektronisch bewijsmateriaal bij internetvergrijpen. Het maakt duidelijk wat er precies gebeurt bij een internetvergrijp of bij een gewone on-line transactie. De bij dit project ontwikkelde nieuwe aanpak stelt de opsporingsautoriteiten in staat om forensische computergereedschappen te gebruiken om bewijzen te verzamelen die in heel Europa in civiel- of strafrechtelijke procedures kunnen worden gebruikt. EU-onderzoekers hebben in samenwerking met Europese computer- en beveiligingsdeskundigen nieuwe standaardprocedures hiervoor ontwikkeld.

De internetcriminaliteit ligt op de loer achter ons computerscherm en in de wirwar van wereldwijde communicatienetwerken en diensten, aldus Eurocommissaris voor onderzoek, Philippe Busquin. Het bedrijfsleven is het eerste slachtoffer, maar ook overheden en zelfs particulieren zijn een doelwit. Miljoenen e-mail-accounts en netwerken zijn recentelijk door computervirussen lamgelegd. Dankzij deze door de Commissie ontwikkelde innovatieve methodiek kan niet alleen de internetcriminaliteit beter worden bestreden, maar ook de gebruiker meer vertrouwen worden geven in veilige transacties in het dagelijkse leven.

Alarmerende toename van internetcriminaliteit

De wereldwijde informatiemaatschappij groeit in hoog tempo en stimuleert de ontwikkeling van steeds weer nieuwe producten en diensten, alsmede nieuwe manieren van zaken doen en handel. Het internet heeft echter ook de deur opengezet voor criminelen van diverse pluimage.

De talloze on-line informatiebronnen, netwerken en gebruikers moeten evenwel beschermd om te voorkomen dat de door het internet geschapen ontwikkelingsmogelijkheden serieus in het gedrang komen. Frauduleuze transacties, computerinbraak en virussen, high tech-criminaliteit, identiteitsroof en computerfraude zijn inmiddels aan de orde van de dag, net als geschillen over elektronische transacties.

Maar computers zijn niet alleen een instrument voor criminelen, zij leveren ook het bewijs van de misdaad. Elektronische registraties zoals netwerklogbestanden, e-mails, tekstverwerkings- en beeldbestanden worden in strafzaken steeds vaker als bewijs gebruikt.

Een steun in de rug voor de onderzoekers

De strijd tegen internetcriminaliteit is niet eenvoudig. Bij het CTOSE-project, dat door de Commissie in het kader van het programma Technologieën van de informatiemaatschappij (ITS) wordt gesteund, is een methodiek ontwikkeld waarmee elektronisch bewijsmateriaal opgespoord, vastgelegd, samengevoegd en gepresenteerd kan worden. Het biedt een ieder variërend van systeembeheerders, informatiebeveiligingspersoneel en onderzoekers van computerincidenten, tot politie- en justitiediensten in staat om met behulp van forensische computergereedschappen samenhangende en gestandaardiseerde procedures te volgen bij het onderzoek naar computerincidenten.

Deze methodiek zorgt ervoor dat alle elektronische bewijzen op wettige en rechtmatige wijze verzameld en vastgelegd worden, zodat zij voor de bedrijfsleiding en industriële rechtbanken en in civiel- of strafrechtelijke procedures als zuiver en overtuigend bewijs kunnen dienen van een vergrijp of een fraudegeval.

Bundeling van expertise bij de opsporing in de digitale arena

Bij het CTOSE-project, dat op 30 september 2003 is afgerond, hebben de Franse computerelektronicaspecialist Alcatel, het Britse beveiligingsbedrijf QinetiQ, drie onderzoekinstituten het CRID van de universiteit van Namen (België), de universiteit van St. Andrews (Verenigd Koninkrijk) en het Fraunhofer-instituut (IAO) / de universiteit van Stuttgart (Duitsland) samen met het Instituut voor systemen, informatie en veiligheid van het GCO hun expertise gebundeld.

De Special Interest Group (SIG) van CTOSE heeft een belangrijke bijdrage geleverd tot het succes van het project. Het project heeft zo'n 50 Europese en Amerikaanse deskundigen bijeengebracht uit uiteenlopende disciplines, waaronder computercalamiteitenteams, leveranciers van computeropsporingsgereedschappen, high tech-recherchediensten en IT-beveilingspersoneel van grote financiële instellingen. De projectpartners en SIG-leden zijn alle evenzeer overtuigd van de noodzaak van privacy- en gegevensbescherming. Zij ontwikkelen momenteel plannen om voort te bouwen op de resultaten en om de ontwikkelde methoden en gereedschappen zo veel mogelijk te verspreiden door middel van een onderzoeknetwerk en een stichting.

Rechtshandhaving op internet

Het project heeft ook geleid tot de ontwikkeling van een Cyber-Crime Advisory Tool (C*CAT), van een juridische raadgever, een expertsysteeem dat adviezen verstrekt over de juridische aspecten van het onderzoek naar computerincidenten, van een op XML gebaseerde specificatie voor elektronische bewijzen en van een demonstratiemodel waarin in realistische commerciële situaties onderzoek wordt uitgevoerd waarbij gebruik wordt gemaakt van gesimuleerde aanvallen, variërend van hacking en website-jacking tot georganiseerde fraude.

C*CAT is een hulpmiddel dat een onderzoeker in elk stadium van het onderzoek vertelt welke procedures hij moet volgen en welke beslissingen hij moet nemen. De juridische raadgever wijst op de wettelijke eisen waaraan de onderzoekers moeten voldoen om ervoor te zorgen dat het bewijs wettig en overtuigend is en rechtmatig is verkregen. De XML-specificatie stelt een onderzoeker in staat een bewijsstuk in te pakken en aan een andere onderzoeker over te dragen, waarbij een beschermingsketen voor elektronisch bewijsmateriaal wordt gecreëerd.

Het demonstratiemodel laat zien wat er gebeurt bij een aanval, zowel bij een typische onbeschermde website als bij een website waarbij de in het kader van het project ontwikkelde richtsnoeren voor forensische voorbereiding zijn gevolgd, zodat bij een aanval adequaat onderzoek plaatsvindt en maatregelen worden genomen. De bij het project ontwikkelde gereedschappen vormen de eerste volledige end-to-end methodiek die onderzoekers moet helpen bij hun moeilijke taak van het forensisch onderzoek bij computercriminaliteit.

Nader informatie is te vinden op:

http://www.ctose.org