Antwoorden op Kamervragen van de Kamerleden Vietsch en Mosterd over mogelijke overbodige
bureaucratie in de zorg (2030400080).
1.
Bent u ervan op de hoogte dat verpleegkundigen en verzorgenden in onder andere
woonzorgcomplexen op de minuut nauwkeurig schriftelijk aan moeten geven aan wie ze zorg
verlenen, wat voor handeling het betreft, welke categorie zorg dit betreft en van welk tijdstip tot
welk tijdstip zij dit doen?
1.
Ja. In de thuiszorg wordt al jaren met een minutenregistratie gewerkt. In het kader van het
uniformeren van de AWBZ-eigen bijdrage voor extramurale zorg dient dit ook te gebeuren bij in
woonzorgcomplexen verleende zorg. Er is dus sprake van dezelfde administratieve verplichtingen
bij alle extramurale zorg.
2.
Begrijpt u dat dit tijdschrijven door veel verpleegkundigen en verzorgenden als zeer vervelend en
moeilijk wordt ervaren, en dat er veel fouten worden gemaakt bij het invullen?
2.
Ik heb begrip voor het niet aangenaam vinden van dit tijdschrijven. Het tijdschrijven is echter een
normaal onderdeel van het werk dat ook noodzakelijk is voor de verantwoording naar de
werkgever toe. Waar gewerkt wordt worden uiteraard fouten gemaakt, maar men dient zich er
voor in te spannen dat dit zo minimaal mogelijk gebeurt. Het tijdschrijven dient zo correct
mogelijk te gebeuren om klachten van de cliënten te voorkomen. Het maken van fouten leidt in
de praktijk vaak tot klachten van de cliënt bij het Centraal Administratie Kantoor over de hoogte
van de eigen bijdrage.
3.
Bent u ervan op de hoogte dat verschillende zorginstellingen voor het verwerken van deze
gegevens datatypisten in dienst hebben genomen en dat ook zorgkantoren personeel in dienst
hebben moeten nemen voor de verwerking van deze gegevens.
3.
Ja, de zorgvuldigheid bij het hanteren van een eigen bijdrage voor cliënten vergt uiteraard een
zorgvuldige administratie. Ik wil u er echter ook op wijzen dat er ondersteunende apparatuur
voorhanden is waarmee zeer goede ervaringen zijn opgedaan. Ik verwijs bijvoorbeeld naar een
zeer handzaam registratie apparaatje dat de Thuiszorg Den Haag gebruikt en dat zich ook zeer
snel heeft terugverdiend.
4.
Deelt u de mening dat een cliënt de zorg moet krijgen conform een tussen de cliënt en instelling
overeengekomen zorgplan en dat een cliënt een klacht moet kunnen indienen bij de betreffende
instelling c.q. het zorgkantoor indien hij de overeengekomen zorg niet krijgt?
4.
Ja, met dien verstande dat het zorgplan gebaseerd moet zijn op de geïndiceerde hoeveelheid
zorg. Het moge duidelijk zijn dat een dergelijke klacht alleen contoleerbaar is indien de bij de
cliënt doorgebrachte tijd wordt geregistreerd.
5.
Waarom kan voor de berekening van de eigen bijdrage extramurale zorg in plaats van het
genoemde tijdschrijven niet worden volstaan met de aangegeven tijd in het zorgplan?
6.
Welke stappen gaat u ondernemen om de berekening van de eigen bijdrage minder foutgevoelig
te maken, en om de genoemde bureaucratie te verminderen.
5 en 6.
De feitelijk verstrekte zorg kan om velerlei redenen anders uitpakken dan opgenomen in het
zorgplan. Het parlement was destijds dan ook van oordeel dat het niet rechtvaardig is om de
cliënten op basis van geplande zorg de eigen bijdrage te laten betalen. Ondanks het feit dat het
meer uitvoeringskosten oplevert werd destijds geoordeeld dat geleverde zorg als grondslag voor
de eigen bijdrage aanzienlijk rechtvaardiger is dan wanneer de grondslag voor eigen bijdrage op
basis van geplande zorg zou geschieden. Ik deel deze conclusie nog steeds, maar zal wel blijven
zoeken naar mogelijkheden om de daarbij niet strikt noodzakelijke bureaucratie te vermijden.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport