De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR DEN HAAG
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
FM 2003-01156 M
Onderwerp
Herstructurering Financieel Expertise Centrum
Bij de aanbieding van het Jaarverslag 2002 van
het Financieel Expertise Centrum (FEC) op 16
juli 2003 heb ik toegezegd u nader te informeren
over de voorgenomen herstructurering van het
FEC. In deze brief wil ik, mede namens de
Minister van Justitie en de Staatssecretaris van
Financiën, ingaan op de redenen waarom tot
herstructurering besloten is, de toekomstige
structuur van het FEC en de wijze waarop samen
met de participanten in het FEC de
herstructurering de komende tijd zijn beslag zal
krijgen.
1. Taken FEC
Het FEC is op 31 december 1998 ingesteld als
samenwerkingsverband tussen alle autoriteiten
met een toezichts- of opsporingstaak in de
financiële sector . Het FEC is opgericht om de
integriteit van de financiële sector te
verzekeren; het is een forum waarin de relevante
organisaties van de opsporings- en
handhavingsketen participeren.
De participanten onderzoeken gezamenlijk
ontwikkelingen rond financieel-economische
criminaliteit om de taakuitoefening van de
participanten te versterken. Deze taak wordt
uitgevoerd in het Informatie-Overleg (IO); in
het IO wordt derhalve niet over personen
gesproken maar over trends en fenomenen.
Daarnaast verzamelen de participanten signalen
over mogelijk strafbare feiten die door elke
participant afzonderlijk onvolledig worden
onderkend. Deze taak wordt uitgevoerd in het
Selectie-Overleg (SO); in het SO wordt derhalve
over personen gesproken met als doel strafbare
feiten in kaart te brengen.
Tenslotte ontwikkelen de participanten expertise
ten behoeve van opsporingsonderzoeken. Deze taak
wordt zowel in het IO als het SO uitgevoerd.
2. Ontwikkelingen sinds 1998
In de Nota integriteit financiële sector en
terrorismebestrijding is de versterking van
het FEC, zowel personeel als institutioneel,
aangekondigd ter verbetering van de
informatie-uitwisseling. De FEC-staf, die tot
taak heeft de FEC-werkzaamheden te faciliteren,
werd uitgebreid met 8 formatieplaatsen; de
grotere FEC-staf werd vervolgens tijdelijk
formatief geplaatst bij het Ministerie van
Financiën (de FEC-staf bevatte tot dan toe 4
personen die op de loonlijst bleven van de
respectieve "uitzendende" participerende
organisatie).
Op het institutionele vlak werd aangekondigd dat
de geheimhoudingsbepalingen in wetten die van
toepassing zijn op FEC-participanten zullen
worden aangepast om de informatie-uitwisseling
over subjecten in het SO van het FEC soepeler te
laten verlopen. Het betreft hier de financiële
toezichtswetgeving.
De evaluatie over de jaren 1999-2001 had
namelijk aangegeven dat dit SO niet adequaat
functioneerde door bestaande belemmeringen op
het gebied van de uitwisseling van informatie
met betrekking tot personen. Dezelfde evaluatie
wees overigens ook uit dat het IO, waar
gesproken wordt over trends en fenomenen, goed
had gefunctioneerd. Ten aanzien van de
betrokkenheid op bestuursniveau en derhalve het
draagvlak voor het FEC in de participerende
organisaties werden in de evaluatie kritische
kanttekeningen geplaatst.
Nu het FEC een aantal jaren heeft gefunctioneerd
doet de vraag zich voor of het FEC moet worden
voortgezet, en zo ja, hoe het
samenwerkingsverband FEC verder kan worden
versterkt, rekening houdend met de
geconstateerde verbeterpunten.
3. Beoordeling
Alvorens een keuze te maken voor de toekomstige
structuur van het FEC dient de existentiële
vraag naar noodzaak en bestaansrecht van het FEC
beantwoord te worden. Ik constateer dat de
bestaansredenen van het FEC, namelijk het
maatschappelijk belang van een integere
financiële sector, het belang van een adequaat
toezicht alsmede een goede bestuursrechtelijke
en strafrechtelijke rechtshandhaving in de
financiële sector, nog onverminderd aanwezig
zijn.
In het hoofdlijnenakkoord van dit kabinet is
hierover bovendien opgenomen:
"Binnen en buiten de overheid moeten hoge eisen
worden gesteld aan integriteit en dienen
corruptie en fraude met harde hand te worden
tegengegaan en bestreden. Het kabinet zal een
strikt integriteitsbeleid voeren binnen de
overheid en zorgdragen voor effectief toezicht
op de financiële markten. (...) Bescherming van de
persoonlijke levenssfeer komt een ieder toe,
maar mag worden doorbroken indien wetshandhaving
en bestrijding van criminaliteit dat vereisen.
Uitgangspunt is daarbij dat belemmeringen voor
informatieuitwisseling die een effectieve aanpak
van criminaliteit en misbruik van sociale
zekerheid verhinderen, worden weggenomen ".
Het financiële stelsel is kwetsbaar voor
financieel-economische criminaliteit en voor de
financiering van terrorisme. Samenwerking en
gegevensuitwisseling tussen alle autoriteiten
met een taak bij de handhaving van de
integriteit van de financiële sector zijn
onontbeerlijk om deze bedreigingen het hoofd te
kunnen bieden. Het FEC heeft de afgelopen jaren
bewezen bij te dragen aan de beoogde versterking
van de taakuitoefening van de participanten. Zo
is onderzoek gedaan naar niet-geregistreerde
groene instellingen, wisselkantoren en
participatieregelingen. Onlangs is een rapport
uitgebracht waarin alle participanten in het FEC
en de Algemene Inlichtingen- en
Veiligheidsdienst (AIVD) verslag doen van hun
gezamenlijk onderzoek naar de financiering van
terrorisme. De meerwaarde van het FEC als
platform voor samenwerking en
informatie-uitwisseling wordt ook onderkend door
de participanten.
Het initiatief voor het ontstaan van het FEC lag
bij de Rijksoverheid. Nu is het moment
aangebroken niet alleen het initiatief voor de
invulling van de operationele taak bij de
participanten neer te leggen maar ook de daarmee
samenhangende bestuurlijke aansturing van het
FEC. Dit is reden om een passende bestuurlijke
en juridische structuur te ontwerpen, die recht
doet aan de verantwoordelijkheden van de
participanten en de meerwaarde van samenwerking.
De nieuwe structuur komt in de volgende
paragraaf aan de orde.
4. De toekomstige structuur van het FEC
Na een aantal jaren te hebben gefunctioneerd zal
het FEC worden versterkt door te focussen op het
FEC als samenwerkingsverband van en voor de
participanten. In de opbouwfase is de
Begeleidingscommissie ingesteld waarin de
departementen Financiën en Justitie de rol van
voorzitter/vice-voorzitter vervullen. Aangezien
het de bedoeling is dat het FEC in de toekomst
direct door de participanten wordt aangestuurd,
is het wenselijk de huidige
Begeleidingscommissie te vervangen door een op
bestuursniveau samengestelde FEC-raad van de
participerende organisaties zelf. Hierdoor zal
het FEC ook daadwerkelijk worden gepositioneerd
als samenwerkingsverband van en voor de
participanten. Een en ander betekent niet dat de
kerndepartementen Financiën en Justitie geen
betrokkenheid meer zullen hebben nu de
Begeleidingscommissie zal worden opgeheven. Door
de FEC-raad te laten rapporteren aan de
ministers zal op reguliere basis het presteren
van het samenwerkingsverband FEC onderwerp van
gesprek zijn van de participanten met de
ministers en de ambtelijke leiding van genoemde
departementen.
De participanten van het FEC zullen, in het
kader van de FEC-raad, gezamenlijk de
werkzaamheden van de participanten in het kader
van het IO coördineren. De afspraken hieromtrent
zullen in een multilateraal convenant tussen de
participanten worden vastgelegd. Dat deel van de
FEC-staf dat de
werkzaamheden in het kader van het IO
ondersteunt, zal formatief bij de AFM worden
geplaatst.
Het SO, waarin over concrete personen en
instellingen gesproken wordt, zal plaatsvinden
onder gezag van het Openbaar Ministerie (OM) dat
daartoe bilaterale convenanten zal afsluiten met
de deelnemende organisaties. Ook zal dat deel
van de FEC-staf dat SO-werkzaamheden ondersteunt
worden overgeplaatst naar het OM. Het OM
rapporteert langs de bestaande
verantwoordingslijn van het College van
Procureurs-generaal aan de minister van
Justitie. De minister van Justitie zal, in
samenhang daarmee, aan de minister van Financiën
de relevante bestuurlijke informatie over het
functioneren van het SO verstrekken.
Zoals in paragraaf 2 genoemd zullen, via het
wetsontwerp van de Wet financieel toezicht, de
geheimhoudingsbepalingen in de financiële
toezichtswetgeving worden verruimd, zodat wordt
verwacht dat het SO onder leiding van het OM op
basis van convenanten goed zal gaan
functioneren.
De participanten in het FEC zullen dezelfde
blijven. De positie van de AIVD is een
bijzondere. Gezien het verschil in doelstelling
en werkwijze van de AIVD onder meer op het
terrein van geheimhouding en
informatie-uitwisseling, zal voor de AIVD een
maatwerkoplossing worden gezocht voor de
participatie in de IO-taak en eventueel de
FEC-raad.
De contacten van de AIVD met het OM blijven
vanzelfsprekend van groot belang, maar staan als
zodanig buiten het FEC.
Samenvattend zal de herstructurering langs de
volgende lijnen plaatsvinden.
1. De taak van het Informatie-overleg zal
op basis van een multilateraal convenant tussen
de participanten worden uitgevoerd.
2. De taak van het Selectie-overleg zal op
basis van bilaterale convenanten worden
uitgevoerd, waarbij de beoogde
informatie-uitwisseling onder de leiding en
verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie
zal plaatsvinden.
3. Er zal een FEC-raad worden ingesteld,
waarin de participanten op bestuursniveau
vertegenwoordigd zullen zijn. In het kader van
de FEC-raad zullen de participanten gezamenlijk
de werkzaamheden van het Informatie-overleg
coördineren.
4. In de convenanten zullen
rapportagelijnen en bestuurlijk overleg tussen
de participanten en de ministeries worden
vastgelegd.
5. De huidige FEC-staf zal worden verdeeld
over de IO-taak en de SO-taak; daarbij zal dat
deel van de FEC-staf dat IO-werkzaamheden
ondersteunt formatief bij de AFM worden
geplaatst. De medewerkers van de FEC-staf die
SO-werkzaamheden ondersteunen zullen formatief
bij het Openbaar Ministerie worden geplaatst.
6. De geheimhoudingsbepalingen die gelden
voor de toezichthouders zullen zodanig worden
aangepast dat de beoogde informatieverstrekking
met betrekking tot personen in het SO beter
mogelijk wordt.
5. Vervolgstappen
De komende maanden zal ik, samen met de minister
van Justitie en in nauwe samenwerking met de
FEC-participanten, de nieuwe structuur van het
FEC gestalte geven.
Bij gelegenheid van de afronding van de
herstructurering, naar verwachting begin 2004,
zal ik de Tweede Kamer opnieuw informeren.
De minister van Financiën,
---
Besluit van de minister van Justitie, de
minister van Financiën en de staatssecretaris
van Financiën, AFZ98/3126 M, Staatscourant 1999,
nr. 32
Thans participeren De Nederlandsche Bank, de
Autoriteit Financiële Markten, de Pensioen- &
Verzekeringskamer, de Belastingdienst, het
Openbaar Ministerie, de FIOD-ECD, het Meldpunt
Ongebruikelijke Transacties, het Korps
Landelijke Politiediensten en het regiokorps
Amsterdam-Amstelland. De AIVD neemt op ad hoc
basis deel aan het Informatie Overleg van het
FEC.
TK 2001/02, 28 106, nr. 2
Hoofdlijnenakkoord voor het kabinet CDA,
VVD, D66, 16 mei 2003, p. 7
Ministerie van Financiën