CDA
22-10-03
Verburg: waarom najaarsakkoord historisch is
Het op dinsdag 14 oktober 2003, gesloten sociaal akkoord tussen
sociale partners en kabinet wordt nu reeds gekenschetst als historisch
en als bewijs van de vitaliteit van het poldermodel."
"Dat er, zeker gelet op het verbale volume vooraf, een knap staaltje
is geleverd door alle partijen bij het najaarsoverleg, is
onomstreden. Ik deel die opvatting en meen dat er met dit akkoord
alleen maar winnaars zijn, zegt vice-fractievoorzitter Gerda Verburg.
Over het waarom van het historische karakter verschil ik met velen van
mening.
"Natuurlijk, de nullijn voor de lonen, met als gevolg dat de
uitkeringen in de pas kunnen blijven lopen, is ongeëvenaard en vormt
een stevige basis voor het aantrekken van de arbeidsmarkt. Ook bij het
Akkoord van Wassenaar in1982, vormde een forse loonmatiging de vloer
voor een periode van economisch herstel en ongekende bloei. De kans op
economisch herstel en innovatie is met het verse akkoord fiks
versterkt. Evenmin bijzonder is dat een kabinet zonder de PvdA een
dergelijk akkoord sluit. Ook dit was in 1982 reeds het geval. Wie
herinnert zich niet dat PvdA-leider Joop den Uyl knarsetandend en
handenwringend door de Kamergangen liep, omdat nu onder Ruud Lubbers
en Minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid (SZW) Jan de Koning
wel lukte, wat hem als minister van SZW, in 1981 met sociale partners
niet was gelukt.
Het echt historische aan dit akkoord is, dat hiermee de broodnodige
modernisering van de sociale zekerheid concreet gestalte krijgt.
Hervormen en vernieuwen van de sociale zekerheid is nodig om een
sociaal en solidair stelsel van sociale zekerheid en sociale
voorzieningen houdbaar en betaalbaar te houden in de 21^e eeuw.
Daar waar de 20^e eeuw zich kenmerkt door de op- en uitbouw van de
sociale zekerheid, moet de 21^e eeuw er één worden van maatwerk en
kwaliteit. Waarbij meedoen via werk voorrang krijgt op een uitkering.
De eerste belangrijke stap is reeds gezet met het aannemen van de Wet
Werk & Bijstand, waardoor gemeenten met veel minder regels vanuit Den
Haag, veel meer maatwerk kunnen leveren bij de reïntegratie van
werkzoekenden. Werk krijgt voorrang op een uitkering en uitstroom uit
de bijstand wordt niet langer financieel gestraft, maar wordt lonende
voor de gemeente omdat het bespaarde budget aan bijstand voor meer
kwaliteit kan worden ingezet.
Dit sociale akkoord zet cruciale stappen verder.
De Werkloosheidswet (WW) wordt vernieuwd. Aan de vervolguitkering komt
een einde, terwijl de SER op korte termijn een advies zal uitbrengen
over de modernisering van de WW. De WW kan daarmee een nieuwe
bloeitijd tegemoet gaan als verzekering van inkomen tijdens een
periode van onvrijwillige werkloosheid tussen twee banen. Daarmee zal
een einde moeten komen aan het niet bedoelde gebruik van de WW als
overgangsfase naar VUT of prépensioen. Belangrijk wisselgeld is hier
het handhaven van de mogelijkheid om als werkgevers en vakbond
afspraken te maken over een sociaal plan, met tijdelijke aanvulling
van de uitkering, om scholing voor- en de overstap naar een andere
baan soepeler te laten verlopen.
Regelingen om vervroegd uit te treden, te weten VUT en Prépensioen
worden afgebouwd. Sociale partners zullen in de Stichting van de
Arbeid ( STAR) een advies ontwikkelen, waarbij afbouw van vervroegde
uittreding zorgvuldig vorm krijgt. Daarbij zal naar verwachting een
robuuste en vooruitstrevende levensloopregeling een belangrijke rol
spelen. VUT en prépensioen worden niet langer fiscaal gestimuleerd,
teneinde oudere werknemers langer betrokken te houden in het
arbeidsproces. In plaats daarvan gaat het kabinet het individueel
sparen van tijd en inkomen, fiscaal stimuleren. Dit maakt het mogelijk
dat mensen zelf kunnen kiezen wanneer en waarvoor men betaald verlof
wil opnemen. Dit kan in het spitsuur van het leven, om arbeid en zorg
- bijvoorbeeld voor kinderen - soepeler te kunnen combineren.
Vervolgens kan het levenslooptegoed opnieuw worden aangevuld, om naar
keuze en flexibel te kunnen voorsorteren op het pensioen op 65 jaar.
Zo komen maatwerk en eigen keuze meer centraal te staan en wordt
tevens een basis gelegd voor duurzame en betaalbare solidariteit
tussen de generaties. Dit is ook nodig om in onze samenleving, met
over 25 jaar, op elke 100 werkenden zon 25 65+-ers met recht op een
fatsoenlijke Algemene ouderdomswetuitkering ( AOW), voldoende
draagvlak te hebben en te houden. Het voorkomt bovendien een discussie
over de solidariteit tussen de generaties, zoals op dit moment bij
onze buren in Duitsland plaatsvindt.
De afspraken over de WAO in het akkoord lijken fluisterend en op
kousenvoeten te zijn meegeslopen. Ook dit is historisch. De kaders van
een nieuwe WAO, waarin centraal staat wat mensen nog wel kunnen of
kunnen leren, in plaats van wat men niet meer kan, staan hiermee vast.
Een discussie van meer dan 15 jaar, geflankeerd door veel protest en
sociale actie nadert een einde. Er komt een wet, die veel meer ruimte
maakt voor kwaliteit van de arbeid, preventie en actief verzuim en
herstelbegeleiding. Voor werknemers die voor 80% of meer, duurzaam
arbeidsongeschikt worden, gaat de uitkering omhoog naar 75%, waardoor
meedoen aan de samenleving beter mogelijk wordt
Een nieuw advies van de SER behelst de definitie van het
arbeidsongeschiktheidscriterium en de vraag of er een speciale
beroepsrisicoverzekering moet komen. Maatschappelijk draagvlak voor
deze beide cruciale onderdelen van de nieuwe wet is uiterst waardevol.
Kortom, dit akkoord brengt ons land qua sociale zekerheid voluit in de
21^e eeuw. Kwaliteit en maatwerk in plaats van ingewikkelde
regelingen, waarbij veel mensen, de weg kwijtraken in een doolhof aan
regels en zich slachtoffer voelen van teveel bureaucratie. Meedoen via
betaalde arbeid krijgt voorrang op een uitkering. Dit alles heeft tot
gevolg dat niet alleen vandaag en morgen, maar ook overmorgen kan
worden geprofiteerd van de basis van gemoderniseerde solidariteit die
met dit akkoord is gelegd. Dat zal het echte historische karakter van
dit akkoord blijken. Het valt te hopen dat nu ook de PvdA en Groen
Links de handrem loslaten en mee durven nadenken over de hervorming
van de sociale zekerheid. Sociaal zijn betekent ook, dat je als
politieke partij bereid bent om na te denken over een solidaire
samenleving in 2025. Daarvoor moet nu, met oog en aandacht voor de
vergrijzing en ontgroening, een stevig draagvlak worden gelegd", aldus
Gerda Verburg.
CDA